Hij is aan zijn eerste seizoen bij Zinkwegse Boys bezig. Hij kwam van SHO, waar hij niet goed genoeg was voor het eerste, zo had hij daar al eerder te horen gekregen. Waarom de 25-jarige Michael Vermaas vertrok naar juist Zinkwegse Boys, hoe hij daar opgevangen werd en hoe hij daar presteert, dat zijn dingen die we van hem willen weten. Op een dinsdagavond, een uurtje voordat zijn training begint, beantwoordt Michael al onze vragen.
Waarom ben je na vorig seizoen vertrokken bij SHO?
Michael: ‘Bij die club heb ik heel mijn leven gevoetbald en mijn intentie was daar nooit weg te gaan, maar soms lopen dingen anders. Een paar jaar geleden heb ik wel eens een paar keer met het eerste meegedaan in oefenwedstrijden toen Sander Fakkel daar nog trainer was, maar de definitieve stap naar het eerste heb ik nooit kunnen maken. Ik voetbalde in het tweede elftal. Halverwege vorig seizoen kregen we te horen dat het bestuur het tweede elftal uit de selectie zou gaan halen. Er zou een Onder 23 elftal komen. Dit besluit van de club had natuurlijk consequenties voor mij en vanaf dat moment ben ik gaan nadenken over wat ik zou gaan doen.’
Wat waren de mogelijke consequenties voor jou?
Michael: ‘De stap naar het eerste elftal had ik allang uit mijn hoofd gezet. Mij was door trainers verteld dat ik daarvoor toch te kort kwam. Ik ben linksbuiten, kan als rechtsbuiten ook aardig uit de voeten, maar in de ogen van de trainers was ik toch niet goed genoeg. Bovendien had de selectie op de posities waarop ik speelde genoeg alternatieven. Betere voetballers dan ik in ieder geval. Ja, zo eerlijk ben ik wel. Het is misschien niet leuk als je zoiets te horen krijgt, maar het schepte wel duidelijkheid. Ik wist waar ik aan toe was. Met plezier zou ik nog jarenlang in het tweede kunnen voetballen, maar het besluit van de club om het tweede elftal uit de selectie te halen, had ik niet zien aankomen. Wat moet ik nu gaan doen, zo vroeg ik me af. Het eerste elftal gaat niet lukken, het tweede wordt opgeheven. Ik zou een dispensatiespeler van de Onder 23 kunnen worden, maar dat leek me niet zo heel erg aantrekkelijk.’
Waarom niet?
Michael: ‘Omdat ik dan met mijn 25 jaar veruit de oudste voetballer van het elftal zou zijn. Alle andere spelers zouden een stuk jonger zijn. Ik begon er steeds meer aan te denken om dan toch maar bij SHO te vertrekken, want om in een lager elftal te gaan voetballen, daar had ik ook geen zin in.’
Hoe kwam je bij Zinkwegse Boys uit?
Michael: ‘Op mijn werk lopen een paar jongens rond die bij Zinkwegse Boys voetballen. Vorig seizoen werden ze kampioen en promoveerden daardoor naar de derde klasse. Zinkwegse Boys zou voor mij een kans zijn om toch mijn droom te realiseren om in een eerste elftal te voetballen. Ik heb op de club een gesprek gehad met trainer Peter van Dam. Die zegde mij geen basisplaats toe, maar deed wel uit de doeken wat ik zou kunnen verwachten als ik de overstap naar Zinkwegse Boys zou maken.’
Wat vertelde hij? Wat zou je te wachten staan?
Michael: ‘Peter vertelde dat strijd, fanatisme en beleving de grondpijlers zijn van het voetbal van Zinkwegse Boys., maar dat daarnaast gezelligheid en onderlinge samenhang ook heel belangrijk zijn. Ik zou een kans krijgen en ik moest maar zorgen dat hij als trainer niet om me heen kon als hij het elftal samenstelde.’
En kwam het uit wat Peter van Dam verteld had?
Michael: ‘Alles kwam uit. Er wordt hier fanatiek en met volle inzet gevoetbald en op de club is het echt gezellig. Vergeleken met SHO is Zinkwegse Boys een stuk kleiner, maar dat heeft ook zijn voordelen. Iedereen kent elkaar, de onderlinge samenhang tussen selectiespelers, jeugdvoetballertjes en supporters is groot. Toen wij een paar weken geleden van DVV’09 met 4-3 wonnen na met 0-3 achter gestaan te hebben, zag je die onderlinge samenhang pas helemaal goed. Het was nog net geen dorpsfeest hier, maar we werden door iedereen op de schouders geslagen en zelfs de F-pupilletjes vormden een erehaag toen we het veld af stapten. Het is niet elke week zo, maar Zinkwegse Boys is een kleine, hechte club, waar de sfeer altijd opperbest is. Het is een soort familieclub en daar voel ik me heel goed bij. Vanaf de allereerste dag ben ik hier in een soort warm bad terecht gekomen.’
En voetballend? Ben je basisspeler geworden?
Michael: ‘We hebben nu 10 competitiewedstrijden achter de rug en in elke wedstrijd stond ik in de basis. Dat geeft me veel voldoening. Eindelijk voetbal ik voor vast in een eerste elftal!’
Je bent linksbuiten. Hoe gaat dat? Lever je assists af? Scoor je zelf ook?
Michael: ‘Ik heb zes doelpunten gemaakt en heb zes assists op mijn naam staan. Wat dat betreft gaat het niet slecht, haha. Met de club gaat het ook niet slecht. Na de promotie van vorig seizoen staan we nu in de middenmoot, maar we zijn nog te wisselend in onze resultaten. We wonnen van DVV’09, verloren eerder van koploper Prinsenland, hoewel we de eerste helft beter waren en het een kwartier voor tijd nog 1-1 stond. En twee weken geleden waren we kansloos tegen De Jonge Spartaan. Maar we winnen ook met 5-0 bij Den Bommel en hebben nog een paar andere wedstrijden gewonnen. Maar we zijn nog niet constant genoeg. Dat we bijvoorbeeld van SSS verloren, hebben we helemaal aan onszelf te wijten. Het eerste half uur waren wij veel beter dan hen, kregen genoeg kansen om afstand te nemen, maar die benutten we niet. En dan verlies je zo’n wedstrijd uiteindelijk met 2-0. Ik neem het mezelf dan kwalijk dat ik de kansen die ik kreeg niet in een doelpunt omzette, maar zulke dagen zitten er jammer genoeg soms ook nog tussen. Het zijn nog te veel pieken en dalen, ook als ploeg. Ik hoop dat we constanter kunnen worden.’
Tot slot: we hebben gehoord dat je ook stukjes schrijft voor het AD. Hoe is dat zo gekomen?
Michael: ‘In de zomer deed ik als vrijwilliger werk voor Omroep Hoeksche Waard en zo kwam ik in contact met Jasper van Everdingen, die bij het AD werkt. ‘Zou je het leuk vinden om voor het AD te gaan schrijven’, zo vroeg hij me. Ik heb altijd al affiniteit gehad voor journalistiek werk, dus die vraag van Jasper kwam mooi op tijd. Op zaterdagavond doe ik een belronde met trainers van clubs uit de Hoeksche Waard en daar maak ik een overzicht van voor de krant van maandag. Daarnaast maak ik af en toe verhalen met sporters. Volleyballers, tennissers. Leuk om te doen allemaal.’
Je weet dat ze bij VoetbalRotterdam op zoek zijn naar correspondenten?
Michael: ‘Dat zag ik voorbij komen, ja. Misschien is dat wel iets voor mij. Ik weet natuurlijk niet wat ze bij VoetbalRotterdam van je willen, maar dan zou ik dat moeten vragen. Toch? Het moet natuurlijk wel te behappen zijn. Ik voetbal, train twee keer in de week en ben daarnaast ook bezig voor het AD. Ik zal er eens over na gaan denken.’