Zaterdag was het bar en boos met het weer. Het was k*tweer, met een hoofdletter k. Er waaide een stevige en gure wind, de regen viel met bakken uit de lucht en bij Nieuwenhoorn-Spijkenisse hadden alle toeschouwers hun heil gezocht op de tribune die nog een beetje beschutting bood. Slechts een handjevol mensen trotseerden de weergoden en hadden langs de lijn plaats genomen, achter een van de doelen. Zij konden hun kleren al na een kwartier uitwringen. Er zijn betere omstandigheden om een wedstrijdje te gaan voetballen, maar de spelers van Rody van Hemert en Peter Wubben moesten vol aan de bak, want punten om bovenin mee te blijven draaien in de eerste klasse C kunnen beide ploegen goed gebruiken.
Zeker Spijkenisse kan de punten goed gebruiken. Vorige week stonden ze na een galavoorstelling een kwartier voor tijd nog met 2-0 voor bij SHO, maar uiteindelijk gingen ze toch met 3-2 het schip in. En de dinsdag daarna deden ze dit nog eens dunnetjes over in de Bet City Cup tegen Heerjansdam. Ook toen verspeelden ze een 2-0 voorsprong en verloren ze met 3-2. Ik ken mensen bij Spijkenisse die hier heel slecht van slapen. Een paar weken geleden stonden ze nog tweede in de stand en misten ze op een haar na de eerste periodetitel, nu vinden ze zich terug op plaats 8 van de ranglijst. Het kan verkeren, zo zei Bredero vroeger al.
En dan moet je in barre weersomstandigheden een wedstrijd gaan voetballen tegen koploper Nieuwenhoorn, dat drie punten meer heeft. Ik kan me voorstellen dat je dan als voetballer liever gezien had dat er een streep door die wedstrijd gegaan was. Maar Nieuwenhoorn heeft kunstgras, dus gevoetbald zal er moeten worden.
Dan kom je het veld op terwijl de regenbuien over het veld zwiepen en ben je na een paar passen al doorweekt. Als laatste speler bij Spijkenisse kwam Gerwin Lake het veld op, beter bekend als ‘Smally’. Met het hoofd diep tussen de opgetrokken schouders liep hij, ongetwijfeld denkend aan het zonnetje in Sint-Maarten, waar hij een paar weken geleden nog was om interlands te voetballen. In Sint-Maarten is het in deze tijd van het jaar rond de 20 graden, in Nieuwenhoorn was de gevoelstemperatuur zeker 15 graden minder. En dan moet je in korte broek in weer en wind 90 minuten lang heen en weer gaan rennen. Brr.
In de eerste helft was Smally vrijwel onzichtbaar. Dat lag niet zozeer aan Smally, maar aan zijn ploeggenoten. Spelend aan de linkerkant werd hij regelmatig in het spel betrokken en altijd ging hij dan op avontuur. Een mannetje passeren, nog eentje en dan liep hij zich vast. Zelden of nooit kreeg hij bij zijn acties ondersteuning van ploeggenoten. Niemand om mee te kaatsen, niemand in de buurt. Afspeelmogelijkheden had hij niet. Het leek wel alsof zijn ploeggenoten dachten ‘zoek het maar uit’. Met de minuut zag je Smally hopelozer kijken. Spijkenisse kwam voor rust geen moment in de wedstrijd, niet alleen omdat Smally weinig ondersteuning kreeg, maar ook omdat de passing van bijna alle Spijkenissespelers slordig was. Met een 1-0 achterstand werd de kleedkamer opgezocht en die tussenstand was de juiste afspiegeling van wat wij op de tribune hadden gezien.
In de tweede helft verwachtten alle aanwezigen een getergd Spijkenisse, dat de bakens zou gaan verzetten, maar aan het spelbeeld veranderde niet veel. Smally deed nog altijd zijn best, hij kreeg nu iets meer ondersteuning van zijn ploegmakkers, maar Spijkenisse kon nog altijd weinig potten breken. Dat veranderde pas toen trainer Peter Wubben aanvallend ging wisselen en de ploeg meer va banque ging spelen. Nieuwenhoorn werd steeds vaker achteruit gedrongen en Spijkenisse werd de bovenliggende partij. Twee minuten voor tijd viel de dikverdiende gelijkmaker. Het was invaller Thom Kleij, die zwaar onder druk, de bal langs zijn eigen keeper Mike van de Wijngaart knalde en daarmee voor de eindstand zorgde. Het was de eerste keer dat ik Smally Lake zag lachen in de wedstrijd.
Gelukkig voor hem is de winterstop nu aangebroken en kan hij thuis, op de bank onder een warm dekentje, nog beelden terugkijken op zijn mobieltje over zijn wedstrijden met Sint Maarten in een tropisch zonnetje. Ik wil wel warme chocolademelk voor hem komen maken.