In mei dit jaar werd hij de laan uitgestuurd bij Kethel Spaland. Daarover is al genoeg gezegd en geschreven en daar willen we het met Ben niet meer over hebben. Wel willen van hem weten hoe hij de voorbije zeven maanden zonder club doorgekomen is. Negen seizoenen achter elkaar was hij hoofdtrainer, na eerder al als jeugdtrainer gewerkt te hebben en nu zit hij zeven maanden thuis. Hoe is hij die maanden doorgekomen? Heeft hij het trainer zijn gemist? Gaat het weer kriebelen? Wil hij weer trainer worden? Of heeft hij andere plannen? Ben trekt er ruim een uur voor uit om onze vragen te beantwoorden.
Hoe is het met je?
Ben: ‘Als trainer kom je allemaal een keer aan de beurt om ontslagen te worden, zeggen ze toch altijd? Nou, dat is mij nu dus ook overkomen. Op het moment waarop ik die mededeling te horen kreeg, was dat niet leuk en dat zeg ik nog voorzichtig. Het kwam hard aan en ik heb het daar best wel moeilijk mee gehad. Maar nu zijn we zeven maanden verder en ik moet zeggen dat ik die afgelopen maanden prima doorgekomen ben. Ik had zeeën van tijd en kreeg toen pas in de gaten hoe vaak ik eigenlijk altijd van huis weg ben geweest toen ik trainer was.’
Wat heb je gedaan?
Ben: ‘Heel veel tijd besteed aan mijn vrouw en aan mijn zoontje. Veel leuke dingen met hen gedaan. En ik ben actief gaan sporten, ik heb mijn golfvaardigheidsbewijs gehaald en sinds mijn ontslag heb ik geen druppel alcohol meer gedronken. Ik ben 14 kilo afgevallen.’
Alleen omdat je gestopt bent met drinken?
Ben: ‘Nee, niet alleen daarom, haha. Ik ben gaan padellen, ga een paar keer in de week naar de sportschool en in de middagpauze van mijn werk wandel ik elke dag een half uurtje in de buurt. Ik voel me prima nu en fit. En ik ben ook geestelijk uitgerust, want als trainer was ik in gedachten altijd bezig met mijn elftal. Op zondag zat ik zelfs opgenomen beelden te bekijken van de wedstrijd van een dag eerder en aan de hand daarvan trainingsvormen op te stellen.’
Wanneer ging je het trainer zijn echt missen?
Ben: ‘Dat duurde wel een paar maanden, want ik had het thuis prima naar mijn zin. Maar dan ga je op zaterdag weer naar wedstrijdjes kijken in de buurt. Daar begint het dan mee. En van het een komt het ander. Een paar weken geleden heb ik Harry Akkermans gevraagd of ik een week mee mocht lopen met hem bij zijn nieuwe club DVV ’09.’
Waarom kom je dan bij Harry Akkermans uit?
Ben: ‘Omdat ik hem al heel lang ken. Toen ik bij Zwaluwen jeugdtrainer was, was hij daar hoofdtrainer. Daarna zijn we elkaar altijd blijven volgen en ook zakelijk hebben we wel eens contact gehad. Regelmatig drinken we een bak koffie met elkaar, dus het was eigenlijk niet meer dan logisch dat ik bij hem uitkwam.’
Wat was de bedoeling van dat weekje meelopen bij DVV ‘09?
Ben: ‘Als een vlieg op de muur te bekijken wat er gebeurde. Van nabij volgen hoe Harry te werk ging, hoe hij de trainingen deed en hoe zijn spelers daarop reageerden. Allemaal om voor me zelf te bepalen of ik dat ook weer zou willen in de nabije toekomst.’
Hoe was die week bij DVV ’09?
Ben: ‘Heel erg leuk. Ik werd erg gastvrij ontvangen door Wim Groenendijk, de penningsmeester van de club en van Harry mocht ik overal bij zijn. Ik was niet die vlieg op de muur, maar meer een mug in de kamer, haha. Ik constateerde al snel dat de mentaliteit van spelers van Goeree-Overflakkee toch wel anders is dan in deze contreien, iets wat ook weer mooie inzichten geeft. Toen ik op de allereerste dag de spelers vertelde wat ik kwam doen, stonden ze al te trappelen om te gaan trainen. Ik heb mijn praatje kort gehouden, haha. De week is omgevlogen en ik vond het oprecht heel leuk om alles van zeer nabij mee te maken. Ik ga daar een gevolg aan geven. Vorige week heb ik een gasttraining gegeven bij een lager elftal GLZ/Delfshaven, het elftal van een jongen die ik kende en binnenkort ga ik in de keuken kijken bij Hakan Copur, die trainer is van MVV ’27.’
Het begint dus weer te kriebelen?
Ben: ‘Inderdaad, maar of ik binnen afzienbare tijd trainer ga worden, dat weet ik nog niet. Dan moet er in ieder geval iets leuks voorbijkomen. Ik ben niet de grote trainer die ze maar moeten bellen als ze een nieuwe trainer nodig hebben, uiteraard ga ik mezelf ook oriënteren op een club die bij me past.’
Wat voor club zou dat moeten zijn?
Ben: ‘Een club die mij als trainer de tijd geeft om te bouwen. Ik beschouw mezelf meer als een trainer voor de langere termijn, voor een proces, dan een trainer voor succes op de korte termijn. Ik houd er van om bij clubs met jongens van de eigen jeugd aan de slag te gaan en die in te passen in het eerste elftal. Het mooiste van trainer zijn is dat je met een groep mensen aan het werk bent om je elftal beter te maken, om je spelers beter te maken. Ga ik dat allemaal weer willen, zo vraag ik me af. Dan moet het allemaal wel als kans aan me voorbijkomen. Of ga ik nog een jaartje op dezelfde voet verder? Veel aandacht voor thuis is ook heel lekker en dat is me zeker goed bevallen de afgelopen periode. Mijn zoontje gaat volgend jaar naar school en ik ben dan op woensdag vrij. Misschien is dat een ideale gelegenheid om UEFA A te gaan doen. Ooit wilde ik daarmee beginnen, maar de coronatijd gooide toen roet in het eten. Misschien pak ik die draad weer op. Dat kan ook. Ik ben er gewoon nog niet uit. Binnenkort ga ik trouwens wel het gesprek aan bij een club, die met mij contact heeft opgenomen.’
En hoe denken ze daar thuis over?
Ben: ‘Mijn vrouw weet dat trainer zijn mijn grote hobby is en ze gunt mij dat pleziertje ook. De voorbije maanden hebben we wel duidelijk gemaakt dat ik daarin niet door moet slaan. Als trainer moet je de momenten uitkiezen om dingen voor je elftal te bedenken. Je hoeft er niet 24 uur per dag en zeven dagen in de weken mee bezig zijn. Daarin was ik toch wel doorgeslagen. Mijn zoontje kon nog maar net praten toen hij zich hardop afvroeg of pappa alweer naar de club moest. Ik zal daarin veel beter moeten doseren. Die les heb ik in ieder geval geleerd.’