Afgelopen zaterdag wilde ik naar Meeuwenplaat – ’s-Gravendeel gaan, de topper in de vierde klasse E, maar die dag lag ik hondsberoerd in bed. Geen voetbal gezien dus. En dat was jammer, want gezien de 5-3 eindstand was er veel te genieten geweest. Al in de vooravond werd ik op de hoogte gebracht van het een en ander van die wedstrijd en in die berichten werd telkens genoemd dat de thuisploeg drie penalty’s mocht nemen en dat die alle drie feilloos door Niels Versteege benut werden. Zondag, toen het weer ietsjes beter ging met me, heb ik flink rondgebeld en nog veel meer informatie gekregen en kon ik me zo ook prima verplaatsen in hetgeen Jimmy Waasdorp, de keeper van de bezoekers, meegemaakt moet hebben.
De eerste keer dat scheidsrechter Yusuf Durgunsu de bal op de stip legde was na een tamelijk onschuldig duel, vijf minuten nadat de bezoekers via Ryan Aarnoudse op 0-1 voorsprong gekomen waren. Terwijl Niels Versteege zich klaar maakte om die strafschop te gaan nemen, moeten er in het hoofd van Jimmy allerlei gedachten rond geflitst hebben. Een paar weken eerder, in een midweekse wedstrijd tegen Papendrecht voor de Bet City Cup had hij in de reguliere tijd namelijk een penalty gestopt en in de strafschoppenserie die uiteindelijk bepaalde welke club een ronde verder zou gaan, deed hij dat nog eens dunnetjes over. In korte tijd had Jimmy dus naam gemaakt als penaltykiller en dat nadat hij bij de start van dit seizoen bij ’s-Gravendeel niet eens als eerste keeper begonnen was. Dat was Ricardo Bakker. Maar die ging in de voorbereiding een paar weekjes naar Mexico op vakantie en kampte daarna met een liesblessure. Als man of the match tegen Papendrecht was Jimmy een meer dan perfecte vervanger en tegen Meeuwenplaat stond hij dus weer onder de lat. ‘Ga ik die bal pakken? Moet lukken. Tegen Papendrecht kon ik dat toch ook’, moet hij tegen zichzelf gezegd hebben.
Niels nam een aanloop en schoot de bal in de rechter benedenhoek. Jimmy was kansloos. Kan gebeuren. Als een strafschop goed genomen wordt, heb je als keeper weinig kans.
Tien minuten later lag de bal weer op de stip. Vanaf korte afstand kreeg Robbie van de Weg een bal tegen zijn arm geschoten. In de Eredivisie wordt in zulke gevallen vaak een penalty gegeven en arbiter Durgunsu besliste ook zo. Wederom was het Niels Versteege die de bal opeiste. ‘Schiet hij de bal in dezelfde hoek, of gaat hij iets anders doen. Hij zal wel hetzelfde doen’, moet Jimmy gedacht hebben. Niels schoot de bal inderdaad in dezelfde rechter benedenhoek en Jimmy dook de goede kant op. Hij raakte de bal nog aan, maar kon de goal niet voorkomen.
In minuut 56, bij een tussenstand van 3-2 floot de scheidsrechter voor de derde keer in de wedstrijd voor een strafschop. Volkomen terecht ditmaal. Jimmy was bij het uitlopen in botsing gekomen met een tegenstander, met een derde strafschop als logisch gevolg. Hij zag dat Niels Versteege voor de derde keer plaats nam achter de bal. ‘Dezelfde hoek gaat hij niet meer doen. Dat heeft hij al twee keer gedaan. Ik ga voor de andere hoek’, zo besliste Jimmy toen Niels zijn aanloop nam. Hij wist natuurlijk niet dat Niels eerder dit seizoen tegen Rozenburg een strafschop gemist had. Die was tegen de paal geëindigd. Na afloop had hij een gesprek met assistent-trainer Wesley van Gils, die hem op het hart drukte voortaan voor een vaste hoek te gaan. En een vaste hoek was het, ook die derde keer. Jimmy dook naar de linker hoek en de bal verdween alweer in de rechter benedenhoek.
Drie keer een penalty precies op dezelfde manier nemen. Klasse van Niels, dat hij ’t zo doet. Had ik daar maar in levenden lijve bij aanwezig kunnen zijn! Zo vaak gebeurt het namelijk niet dat een ploeg drie pingels meekrijgt in een wedstrijd en dat één en dezelfde speler die alle drie op exact dezelfde manier benut. Knap van Niels, ik zei het al. Maar vanaf thuis op de bank had ik met terugwerkende kracht toch wel een beetje te doen met Jimmy Waasdorp. Eentje had hij er wel mogen pakken van mij. Een keer zat hij er dichtbij. Hij raakte die bal nog met de vingertoppen. Helaas voor hem was dat niet genoeg. Als ik erbij was geweest had hij van mij na afloop een bemoedigend schouderklopje gekregen. Dat geef ik hem nu maar op deze manier.