Met een schat aan ervaring in de voetbalsport én het onderwijs is docent arbitrage bij de KNVB en fluitist Luis Duarte iemand, die als het nodig is durft om de vinger op een zere plek te leggen. Door dat te doen legt iemand het bedenkelijke in een bepaalde zaak bloot. En weet dit persoon de zwakke punten in een plan te duiden.
Luis Duarte is in het voetbalwereldje een bekend gezicht. Hij is inmiddels 49 jaar, getrouwd met Jaschenka en vader van dochter Yarah en is na 22 jaar voor de klas te hebben gestaan in het basisonderwijs en praktijkonderwijs sinds één jaar opleider pedagogische tact bij NIVOZ.
Zijn relatie met het voetbal begon bij DCL. “Ik ben bij DCL als tweedejaars D-speler begonnen te voetballen. Heb vervolgens – denk ik – tot mijn 26/27ste gespeeld bij diverse clubs als Spartaan ’20, DCV, Zwart-Wit ’28, CVV, Smitshoek, Transvalia en Pretoria. Vanwege problemen met mijn enkels, wat mij al enkele jaren parten speelde, stopte ik met voetballen. Aangezien de kilo’s eraan vlogen besloot ik dat ik weer iets moest gaan doen. In mijn studietijd werkte ik bij de MC Donald’s en organiseerden we zaaltoernooien. Tijdens één van deze toernooien kwamen twee scheidsrechters niet opdagen en heb ik die dag dus gefloten. Eén van de aanwezige scheidsrechters zei die dag tegen me dat ik moest gaan fluiten. Ik heb dat toen niet serieus genomen, ook omdat ik zelf voetbalde en mezelf dat niet als KNVB-scheidsrechter dat zag doen, maar daar heb ik achteraf wel spijt van.”
Hij legt dat uit. “Als ik nu kijk wat de arbitrage me allemaal gebracht heeft ben ik toch ook benieuwd wat er nog meer mogelijk geweest was. Ook heb ik toen ik bij Spartaan ’20 in de jeugd speelde daar jeugdwedstrijden gefloten. Uiteindelijk toen ik zelf niet meer kon voetballen heb ik, wel mede door deze ervaringen, besloten om in het najaar van het seizoen 2004/ 2005 de BOS-cursus te gaan volgen en vervolgens floot ik in februari 2005 mijn eerste wedstrijd voor de KNVB.”
Hoe het was om deze te fluiten wakkert het enthousiasme over de arbitrage bij hem weer aan. “Mijn eerste wedstrijd was bij Barendrecht en als ik me het goed kan herinneren was dat Barendrecht O13- SC Botlek O13. Het was die dag echt genieten op het veld. Een heerlijke wedstrijd en twee ploegen die gewoon lekker wilden voetballen. Voor mij was de kers op de taart dat ik door Barendrecht gevraagd werd of ik op het internationale jeugd toernooi van Barendrecht wilde fluiten.”
Volgens Duarte is ‘het voetbal gewoon een geweldig spelletje!’. “En ik ben bang dat we dat vergeten zijn, dat het een spel is waar we voor ons plezier naartoe gaan. Clubs, staf, spelers, maar zeer zeker ook wij als scheidsrechters willen gewoon een goede wedstrijd neerzetten. Alleen zie ik de maatschappij verharden en een klein groepje lieden zorgt ervoor dat je dat helaas in het voetbal ook terugziet. En zij hebben moeite om zelf in de spiegel te kijken en te zien wat zij allemaal veroorzaken. Ik kan echt genieten van twee ploegen die samen vol op een sportieve manier met elkaar de strijd aangaan en iedereen – staf, spelers en publiek – gewoon positief bijdraagt aan het mooie spel dat voetbal is. En gelukkig zie ik nog genoeg van deze wedstrijden. Maar als je na een weekend leest wat er bijvoorbeeld zelfs bij jeugdwedstrijden gebeurt, dat scheidsrechters – zelfs jeugdige scheidsrechters van 16 jaar – belaagd worden en tieners die in de Kuip tijdens hun werk moeten vluchten. Daar schrik ik echt van. Het gaat om een voetbalspel en dan vraag ik me af of men wel weet wat er zich allemaal op deze wereld afspeelt.”
Hij vervolgt. “Er zijn oorlogen, er is honger, er zijn mensen die echt ziek zijn, mensen die ’s ochtends naar hun werk of school gaan en niet meer thuiskomen enzovoorts. En dan maken wij ons veel te druk om een voetbalspel. In mijn ogen is het de omgekeerde wereld: supporters die boos worden omdat de politie staakt, dat een politieagent dus bij het nieuws moet gaan uitleggen waarom ze staken. De vraag die gesteld zou moeten worden is: ‘Waarom hebben we in hemelsnaam politie nodig bij een voetbalwedstrijd?’.”
Duarte ziet zijn bezigheden met betrekking tot het voetbal als een verrijking. “Voetbal heeft mij echt al heel veel mooie dingen gebracht. Ik heb veel mooie mensen mogen ontmoeten. Zij leven voor hun club en dragen op hun manier een steentje bij aan de maatschappij. Maar ik vraag me wel eens af waar het allemaal onder de noemer ‘emotie’ allemaal naartoe gaat? Gelukkig zie ik en ben ik nog regelmatig onderdeel van wedstrijden waar iedereen op een respectvolle manier met elkaar omgaat. Want we maken allemaal fouten. Ik streef ieder weekend naar de perfecte wedstrijd. Ik heb die wedstrijd nog nooit gehad en hij zal nooit komen ook. Wat we nodig hebben, is het besef dat we elkaar met z’n allen keihard nodig hebben.”
Duarte is nu vooral bezig met de ontwikkeling van de arbitrage. “Als docent arbitrage verzorg ik verschillende cursussen en bijscholingen op het gebied van arbitrage. Dat gaat van de verenigingsscheidsrechter tot aan de SOI en het opleiden van coaches. Daarbij ben ik ook coach TTBV, het talententraject betaald voetbal bij de KNVB. Als coach begeleid ik mijn ‘coachee’ in zijn/haar eigen persoonlijke ontwikkeling. De coachee staat daarbij centraal. Ben dan ook altijd nieuwsgierig naar de persoon achter de scheidsrechter en samen gaan we op zoek naar zijn/haar kracht en vervolgens naar hetgeen waarop hij/zij zich wil ontwikkelen. Uiteindelijk – met de juiste mentaliteit en inzet) – helpen de coachees zichzelf verder. Als coach ga je het gesprek aan, zij moeten open staan voor feedback, filteren wat bij hun past, wat ze kunnen gebruiken en de keuze maken wat ze ermee gaan doen. Uiteindelijk gaat het om hun carrière en niet om mij als coach.”
Duarte vindt ondersteuning en opleiding van arbiters vanuit de KNVB belangrijk. “Niemand kan alles alleen en alleen daarom is die ondersteuning en zijn de opleidingen een pre. Het fluiten is een ervaringssport en daar heb je anderen bij nodig. En niet alleen de KNVB is daarbij belangrijk, maar zeer zeker ook de scheidsrechtersverenigingen. De begeleiding, bijeenkomsten en gesprekken met collega scheidsrechters hebben echt bijgedragen in mijn ontwikkeling als scheidsrechter.”
Hij vindt dat de scheidsrechtercoördinatoren voor iedere vereniging goud waard zijn. “Men onderschat hoeveel werk men dient te verzetten om ten eerste alle wedstrijden te bemannen en deze scheidsrechters te begeleiden. Vorige week donderdag ben ik toevallig nog bij SHO geweest, zij hadden in het kader van de ‘Week van de scheidsrechter’ een avond georganiseerd voor belangstellenden van de verenigingen in de Hoeksche Waard. Een avond waar men bezig is met hun eigen ontwikkeling, maar vooral ook het gesprek met elkaar aan te gaan en hun ervaringen te delen. En ik mocht deze avond verzorgen, supertof!”
Duarte heeft positieve verwachtingen van de nieuwe richtlijn dat spelers, trainers/coaches en bankzitters niet meer met de arbiters mogen praten, iets dat alleen is voorbehouden aan de aanvoerders. “Het EK heeft al bewezen dat de nieuwe richtlijn een positief invloed heeft op het vele commentaar en het sprinten in de richting van de scheidsrechter. In mijn ogen begint het allemaal met wederzijds begrip, het besef dat we allemaal fouten maken, het in de ander kunnen verplaatsen en dat we niet alleen onze spelers, ploeggenoten in bescherming moeten nemen. Maar ook dat de scheidsrechter daar onderdeel van is. En natuurlijk mogen we het erover hebben, als wij als scheidsrechter een fout maken. De vraag is op welk moment we dat gaan doen en de manier waarop.”
Betaald voetbalfluitisten kunnen positief bijdragen aan situaties die ook kunnen plaatsvinden in het amateurvoetbal. “In algemene zin zeg ik: ‘Goed voorbeeld doet volgen’. Maar we moeten ook beseffen dat het betaald voetbal en het amateur voetbal niet één op één met elkaar te vergelijken zijn. Net zoals in het amateurvoetbal de scheidsrechters in de B-categorie met andere omstandigheden te maken hebben als de scheidsrechters in de A-categorie. En dit dus ook niet helemaal met elkaar te vergelijken is.”
Terugkijkend naar je eigen verleden als arbiter zijn er wel dingen gebeurd die hij het liefst niet meer ziet voorkomen. “Ik heb, laten we het gelijk afkloppen, zelf op het veld gelukkig nooit excessen meegemaakt. Het ergste wat ik meegemaakt heb, is wat supporters roepen als je het veld afloopt. Dat zijn scheldwoorden en uitspraken met betrekking tot mijn huidskleur.”
Maar verder staan er volgens Duarte vooral gedenkwaardige momenten op het netvlies gegrift. “Ik heb het geluk gehad dat ik echt mooie wedstrijden heb mogen fluiten, zowel in het beachsoccer als op het veld. Zo heb ik met beachsoccer een EK in Lissabon mogen fluiten en ik heb familie daar wonen. Zij zaten samen met mijn moeder (die was toen op vakantie) op de tribune. Maar de mooiste wedstrijd blijft Jodan Boys- Kozakken Boys in het seizoen 2012-2013 in de toenmalige Topklasse. Alhoewel de uitslag (4-0) dat niet doet vermoeden, was dit een wedstrijd die heel de tijd heen en weer ging met kansen over en weer. De spelers die voor iedere bal gingen en de strijd echt fel maar vooral sportief was. Alle acties waren op de bal gericht. Echt, er was zoveel wederzijdse respect: spelers naar elkaar toe en respect naar de arbitrage. In die wedstrijd kon ik ook bepaalde overtredingen laten gaan. Iedereen accepteerde dat, waardoor het spel alleen maar nog sneller ging. Wij als arbitrage kregen na die wedstrijd veel complimenten. Maar de spelers hebben die wedstrijd echt gemaakt en daar kan ik als liefhebber echt van genieten.”
Na een tussenperiode is hij met zijn alweer ruim twee seizoenen aan het fluiten. “Om mijn conditie op peil te houden train ik daarvoor. Dit doe ik individueel en wanneer ik kan ben ik ook bij de Rotterdamse Scheidsrechtersvereniging actief.”
Hij vindt dat het onderwijs van nu met betrekking tot de samenwerking met de sportwereld nog een lange weg te gaan heeft. “Ik ben van mening dat daar echt nog veel te winnen is. We hebben daarvoor de politiek nodig. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld het project ‘Lekker Fit’ wegbezuinigd. Je ziet alleen daardoor al dat niet op elke school de kinderen minimaal twee keer in de week 45 minuten gymmen. Hoe het ook kan laat onder meer Ruud Vogel van de Beatrixschool in Pendrecht zien. De leerlingen van de scholen in Pendrecht krijgen daar na schooltijd de mogelijkheid om met allerlei verschillende sporten kennis te maken en deze te beoefenen.”
Vanuit zijn vakgebied ziet hij een belangrijke betekenis voor de maatschappij bij het praktijkonderwijs liggen. “De rol en vooral de waarde van het praktijkonderwijs is eigenlijk niet in woorden uit te drukken. Als je ziet hoe leerlingen daar kunnen opbloeien. Het systeem op de basisschool is zo ingericht – vooral gericht op de resultaten en scholen worden daarop afgerekend – dat ze aan allerlei voorwaarden moeten voldoen, waar hun talenten juist niet liggen. Om te zien en ervaren wat er met leerlingen gebeurt als ze achter hun talenten komen is onbetaalbaar en geeft niet alleen de leerling een boost, maar ook de docent.”
Politiek Den Haag kan wat hem betreft één en ander verbeteren als het gaat om de integratie van kansarme c.q. jongeren met een rugzakje als het gaat om deelname aan maatschappelijke initiatieven zoals sport. “Ik weet toevallig dat iemand in Den Haag onlangs belast is met het bevorderen van de breedtesport in de wijken. Hij is onlangs ook in Pendrecht gaan kijken hoe ze dat daar aanpakken en gaat dit binnenkort in Den Haag presenteren. Ik hoop dat men dan gaat beseffen hoe belangrijk dit is voor het plezier en welzijn van onze kinderen.”
Duarte wil jongeren graag iets meegeven met het oog op het feit dat op maatschappelijk vlak georganiseerd sporten voor hen van het grootste belang is. “Het maakt niet uit of je gaat sporten en/of fluiten. Door iets als dit te gaan doen vul je je eigen rugzak met ervaringen die niemand je meer afpakt. Verder groei je als persoon, ben je onder de mensen en door het sporten werk je ook nog eens aan je gezondheid. Ik zeg win- win. Dóen!”
Oud-amateurscheidsrechter en sportcolumnist Egbert Egberts gaat wekelijks op zoek naar bijzondere verhalen van vrijwilligers, zoals arbiters en clubmensen, of gebeurtenissen in het voetbal voor VoetbalRotterdam. En doet daar op een luchtige manier verslag van in ‘Buitenspel’. Reageren mág!