Voor de buitenwacht is het opvallend en misschien ook wel een beetje vreemd dat vijfdeklasser Simonshaven voor het tweede achtereenvolgende seizoen twee hoofdtrainers heeft, te weten Bjorn Jeurissen en John van Leeuwen. Op basis van gelijkheid zijn ze samen bezig bij de club die vorig seizoen op een haar na promotie naar de vierde klasse misliep. Voor ons werpt die twee-eenheid een aantal vragen op. Is één trainer niet genoeg voor Simonshaven? Hoe komt het dat Bjorn en John samen de kar trekken? Wat is de taakverdeling? Wie is verantwoordelijk voor welk onderdeel of doen ze alles samen? En hoe lang gaan ze in deze constructie nog door? Allemaal vragen waar we graag antwoord op willen hebben. Dat is geen enkel probleem. Voor een donderdagavondtraining trekken Bjorn en John er een klein uurtje voor uit om elke vraag uitgebreid te beantwoorden en dat stellen we erg op prijs.
Toen Peter Hoek na vijf seizoenen afscheid nam bij Simonshaven, moest de club natuurlijk een nieuwe trainer hebben. Hoe zijn ze bij jullie uitgekomen?
Bjorn: ‘Dat begon er eigenlijk mee dat Jan Huizenga, de voorzitter van Simonshaven, bij mij een balletje opgooide. ‘Is het niks voor jou om trainer van Simonshaven te worden’, zo vroeg hij. Ik heb hier jarenlang in het eerste elftal gevoetbald en was gezien mijn leeftijd me inmiddels wel aan het afvragen of ik daar wel mee door moest gaan. Die vraag van de voorzitter deed meteen elke twijfel wegnemen bij me. ‘Waarom niet’, zo beantwoordde ik zijn vraag voor mezelf. Maar ik had op dat moment nog geen trainerspapieren, dus als ik trainer van Simonshaven zou worden, dan zou daar wel een oplossing voor gevonden moeten worden.’
En toen kwam John van Leeuwen in beeld. Waarom hij?
Bjorn: ‘Omdat hij de benodigde trainerspapieren wel heeft, maar ook omdat hij al meer dan achttien jaar mijn collega is. We zitten samen in hetzelfde kantoorkamertje, onze bureaus staan tegen elkaar aan. Je begrijpt dat we het tijdens ons werk heel vaak over het voetbal hebben en vaak zijn we het eens met elkaar als we iets bespreken. Dus toen voorbijkwam dat ik trainer kon worden van Simonshaven, maar een gediplomeerde trainer naast me moest hebben, was er voor mij eigenlijk maar een optie: alleen John en niemand anders.’
Waarom niemand anders?
Bjorn: ‘Omdat ik John door en door ken en het prima met hem kan vinden. Hij heeft als trainer al heel veel clubs gehad en heeft dus heel veel ervaring. Ervaring die hij mij over kan brengen. Ik wist honderd procent zeker dat we een klik zouden hebben als we samen Simonshaven zouden gaan trainen, want bij Rijnmond Hoogvliet Sport, Neptunus Schiebroek en IJsselmonde, clubs waar ik als speler ooit actief was, is John mijn trainer geweest. En dat is me heel goed bevallen.’
Waarom hapte jij toe, John?
John: ‘Mijn laatste club was FIOS in Achthuizen. Een bijzonder leuke en gezellige vereniging, waar ik met plezier heb gewerkt, maar het wel gezien had, vooral omdat er geen perspectief is dat de club ooit hogerop kan. Er zijn bij de club gewoon geen voetballers genoeg om het niveau op te krikken. Daar is niks mis mee, maar ik wilde na een jaar toch wel iets anders. Daarbij kwam dat de afstand van huis naar Achthuizen op Flakkee me ook wel een beetje begon tegen te staan. Ik was dus toe aan een nieuwe club en de vraag van Bjorn om hem bij te gaan staan bij Simonshaven, kwam dus precies op tijd. Ik heb geen tel na hoeven denken, heb meteen toegezegd dat ik hem zou gaan helpen.’
En zo werden jullie dus de twee hoofdtrainers van Simonshaven. Hoe is jullie taakverdeling?
Bjorn: ‘Eigenlijk doen we alles samen, op basis van gelijkheid. Maar John is niet alleen een van de twee trainers, hij is ook mijn mentor. Hij heeft als trainer heel veel ervaring opgedaan en daar kan ik alleen maar veel van leren. Bovendien kon ik voor de trainerscursus stage lopen bij Simonshaven en was John dus ook op dat vlak mijn directe mentor en studiebegeleider. Onze samenwerking was ook daarom perfect.’
Geef eens een voorbeeld.
John: ‘Bjorn was als voetballer niet altijd de makkelijkste. Maar hij stond er altijd. Hij had de absolute wil om te winnen en zorgde er op het veld altijd voor dat het vuurtje opgestookt werd. Hij kon heel erg emotioneel reageren en daardoor liep hij nogal eens tegen kaarten aan. Vroeger was ik ook zo. Ik kan me dus heel goed verplaatsen in hem. Nu ik een paar jaartjes ouder ben geworden, weet ik dat het beter is dat je rustig blijft. Reageren op scheidsrechterlijke beslissingen heeft bijvoorbeeld geen enkele zin. Als hij fluit voor buitenspel terwijl het dat niet is, draai je dat toch niet meer terug als je als trainer vanaf de bank reageert. En als hij fluit voor een penalty tegen, zal hij daar ook niet op terug komen. Zulke dingen vertel ik tegen Bjorn en ik moet zeggen dat hij op de bank al rustiger is dan in de eerste maanden, haha.’
Bjorn, als je een voetballer in je selectie zou hebben zoals jij vroeger was, hoe zou je daar nu als trainer op reageren?
John: ‘Had ik er maar een paar van zulke voetballers bij! Met onze selectie is het goed werken, maar ik zou er graag een paar straatschoffies bij hebben, voetballers die op het veld het vuur aansteken en andere spelers aansturen. Zulke spelers hebben we jammer genoeg niet. En als ik een speler zou hebben die vaak in zijn emoties schiet, zal ik daar als trainer nooit meteen op reageren, maar dat pas doen als hij weer kalm is. Dat zijn ook de lessen die ik geleerd heb van de periode dat ik voetballer was.
Vorig seizoen liepen jullie op een haar na promotie naar de vierde klasse mis.
Born: ‘Dat klopt. We hebben een prima tweede seizoenshelft gedraaid, waarin we veel wonnen. De tijd dat tegenstanders met 7-0 van Simonshaven wonnen is voorbij. We werden derde, waardoor we de nacompetitie haalden, net zoals een seizoen eerder, toen Peter Hoek en Marco van Diën hier nog de touwtjes in handen hadden. In de finale van de nacompetitie verloren we toen jammer genoeg van Egelantier Boys en vorig seizoen verloren we de finale weer, van Warmunda ditmaal.
Zit zo’n hoge klassering er dit seizoen weer in?
John: ‘Het zal moeilijk worden om de successen van vorig seizoen te evenaren. Drie spelers zijn vorig jaar gestopt. Dat waren jongens met heel veel ervaring, die er altijd stonden. De spelers die er als hun vervangers bij zijn gekomen, zijn zover nog niet. Dus we hebben kwaliteit ingeleverd. En dan missen we in onze selectie ook een kansenafmaker. We voetballen best wel goed, maar we scoren te weinig.’
Dat ligt aan jullie als trainers. Dan moet je maar vaker afwerkoefeningen doen.
Bjorn: ‘Haha. Afwerken op doel doen we vaak, hoor. Maar we blijven weinig scoren. Maar hoe dan ook, we streven wel naar een plek bij de eerste vijf. Dat moet mogelijk zijn. Hopelijk halen we ook weer de nacompetitie.’
Waarom zijn jullie dit jaar trouwens nog steeds samen hoofdtrainer? Een van de twee kan toch ook?
John: ‘Op het eerste gezicht is het misschien wel te veel van het goede. Maar na het eerste seizoen, toen Bjorn de licentie UEFA-C haalde en dit voetbaljaar dus op eigen voet verder had kunnen gaan, hebben we besloten onze samenwerking toch voort te zetten.’
Waarom?
John: ‘Omdat onze samenwerking perfect is. We voelen elkaar heel goed aan, zijn het heel vaak met elkaar eens. Vaak is een blik van de één al genoeg voor de ander. En als er dingen besproken moeten worden en we er op de club samen niet uitkomen, dan zien we elkaar de volgende dag weer op ons werk.’
Bjorn: ‘Deze samenwerking bevalt ons alle twee zo goed, dat we dat nog een flink aantal jaar willen blijven doen.‘
Is dat bij Simonshaven?
Bjorn: ‘Als het aan onze voorzitter ligt wel. Ik zou bij wijze van spreken van hem vandaag nog een contract voor volgend seizoen kunnen ondertekenen. Dat is mooi en daar spreekt veel vertrouwen uit, maar ik wil ook zo snel mogelijk de UEFA-B licentie bemachtigen. Dit seizoen kon ik niet tot de cursus toegelaten worden, omdat je minimaal één jaar hoofdtrainer moet zijn. Volgend seizoen hoop ik wel toegelaten te worden. Stage bij Simonshaven is dan niet meer mogelijk, want dat moet ik dan doen bij een club die hoger voetbalt Hoe dat dan te combineren is als we hier samen nog trainer zouden zijn, daar hebben we nu nog geen zicht op. We willen heel graag samen verder als trainersduo, liefst nog vele jaren. Maar of dat bij Simonshaven is of ergens anders, daar zijn we nog niet uit.’