Anderhalf jaar geleden brak hij zijn kuit- en scheenbeen net boven de enkel. Er volgden twee operaties, maar voetballen is er voor de 33-jarige David Keijzerwaard, bijna 15 jaar middenvelder bij OHVV, niet meer bij. Bij zijn club is hij nu de technische man, maar het voetballen mist hij nog altijd. Hoe hij de afgelopen anderhalf jaar beleefd heeft, hoe hij in zijn nieuwe rol te werk gaat, wat hij vindt van de twee achtereenvolgende degradaties van OHVV, hoe het samenstellen van de selectie voor komend seizoen gegaan is; het zijn allemaal dingen die we van David willen weten. Daar wilde hij graag aan meewerken. Openhartig geeft hij antwoord op alle vragen.
Beschrijf eens de situatie waarin je die zware blessure opliep.
David: ‘Het was uit bij Excelsior’20, maart 2023. Vlak voor tijd ging ik een kopduel aan met een tegenstander. Bij het neerkomen bleef mijn voet hangen op het ongelijke veld en precies op dat moment viel die speler bovenop mijn enkel. Daardoor brak ik zowel mijn kuitbeen als mijn scheenbeen, allebei net boven de enkel. Ik ben twee keer geopereerd, maar heb nu nog altijd pijn. Bij het fietsen en bij het hardlopen bijvoorbeeld. Voetballen zit er tot mijn grote spijt niet meer in. Daar heb ik het wel heel erg moeilijk mee gehad en het is nu nog altijd pijnlijk als ik erover vertel.’
Je hebt vele, vele jaren bij OHVV in het eerste elftal gevoetbald. Heb je heel je voetballeven bij die club doorgebracht?
David: ‘Nee. Ik ben op jonge leeftijd wel bij OHVV begonnen, maar omdat de jeugdafdeling heel erg klein is en de club niet voor elke leeftijd een team had, ben ik als D-spelertje naar Nieuwenhoorn gegaan. Daarna heb ik vijf jaar bij SVVSMC in Schiedam gevoetbald. Onder meer in de B’s, dat toen landelijk voetbalde en waar Marco Jalink mijn trainer was. Ik voetbalde in dat elftal samen met jongens als Wesley Werner en Koen Speelman. Heel leuk allemaal en ook erg serieus. We trainden drie keer in de week en op zaterdag speelden we tegen ploegen als Fortuna Sittard. In het laatste jaar van de A’s kon ik bij SVVSMC doorschuiven naar de selectie, maar ik heb toen voor Spijkenisse gekozen. Daar heb ik mijn tweede seizoen bij de A’s doorgebracht en voetbalde toen samen met onder meer Julièn Gret, Sevket Kasaroglu en Mike den Ouden. Toen ik senior werd, ben ik naar OHVV teruggegaan, waar ik meteen in het eerste elftal terechtkwam. Net negentien was ik toen.‘
Dat betekent dat je bij OHVV bijna 15 jaar in het eerste elftal hebt gevoetbald. Is er bijgehouden hoeveel wedstrijden je hebt gespeeld?
David: ‘Nee, jammer genoeg niet. Maar dat moeten er heel veel geweest zijn, ook al omdat ik zelden of nooit geblesseerd was.’
Die blessure kwam er jammer genoeg toch. Zo erg zelfs dat je gedwongen was om te stoppen met voetballen. Hoe heb je dat verwerkt?
David: ‘Om te moeten stoppen met voetballen was heel erg. Daar heb ik het erg moeilijk mee gehad, want ik was van plan bij OHVV nog vele, vele jaren in het eerste elftal te blijven voetballen. Maar die beenbreuken zetten daar een streep door. In het kader van de revalidatie ben ik toen gaan zwemmen. Gewoon baantjes trekken om te herstellen. Maar dat was zo leuk, dat ik in het zwemmen een nieuwe bezigheid heb gevonden. Ik ging steeds vaker zwemmen en zelfs aan wedstrijden meedoen. Open water zwemmen. Van de Brouwersdam naar Renesse bijvoorbeeld. Of van Vlissingen naar Zoutelande. Maar die wedstrijd werd jammer genoeg afgelast omdat er te veel wind was. In dat soort dingen kan ik mijn ei kwijt tegenwoordig, maar veel liever was ik blijven voetballen. Maar dat zit er helaas niet meer in.’
Binnen de club heb je al snel een andere rol op je genomen.
David: ‘Dat klopt. Ik ben Cor van de Loosdrecht gaan helpen. Cor was bij OHVV de technische man en al in het seizoen dat ik geblesseerd raakte, ben ik hem gaan helpen. Dat betekent dat je bij andere verenigingen gaat scouten om te kijken of je er spelers kan vinden die bij OHVV willen gaan voetballen. Afgelopen seizoen ben ik dat nog veel vaker gaan doen, zeker toen Cor zijn functie neerlegde omdat zijn zoon Dylan bij SC Botlek ging voetballen.’
Technische man worden van OHVV. Hoe was dat?
David: ‘Omdat de club twee jaar achtereen degradeerde, werd het steeds moeilijker om spelers te bewegen bij ons te komen voetballen. OHVV heeft een eerste elftal, maar daarachter zit verder niks. Geen Onder 23, geen tweede elftal en ook geen jeugdelftallen in de hogere leeftijdscategorieën. Dat betekent dat je ieder jaar op zoek moet naar spelers van buitenaf om je selectie aan te vullen. Dat heb ik voor komend seizoen vooral samen met trainer Peter-Marcel Nauta gedaan en daar gaat enorm veel tijd inzitten. Buiten de trainingsavonden zijn we daar vele uren per week mee bezig geweest. We hadden ongeveer drie gesprekken op een avond, zes, zeven weken achter elkaar. En als je dan met een speler er meteen uit bent, is dat zo erg nog niet. Maar veel spelers vroegen extra bedenktijd, ook al omdat het toen nog niet zeker was of we ons in de vierde klasse konden handhaven . En die bedenktijd werd vaak nog eens overschreden omdat spelers nog steeds twijfelden. Slapeloze nachten kreeg ik ervan, omdat ik me steeds vaker begon af te vragen of we wel een volwaardige selectie bij elkaar konden krijgen. Hele gesprekken daarover heb ik met mijn vader gevoerd. Die is voorzitter van OHVV en vertelde mij dat het wel goed zou komen, want twintig jaar geleden was het al hetzelfde verhaal. En de jaren daarvoor ook al. En dit zal altijd zo blijven, voorspelde hij.’
Wat heb je spelers in gesprekken verteld? Wat heb je hen als OHVV te bieden?
‘David: ‘Dat er hier een hele grote kans is dat ze in een eerste elftal gaan voetballen, dat ze zich dan in the picture kunnen spelen bij clubs van een hoger niveau en dat ze bij OHVV ook een reiskostenvergoeding en een paar centjes extra kunnen krijgen. Maar echt niet meer de hoofdprijs zoals een aantal jaren geleden. Wat dat betreft heeft ook OHVV een stapje terug moeten doen. Maar we hebben via VoetbalRotterdam al een trainingskamp in Düsseldorf vastgelegd. Dat is toch ook iets om naar uit te zien, denk ik. Uiteindelijk is het gelukkig gelukt om een goede groep spelers bij elkaar te krijgen. Veel jongens zijn gebleven, waaronder ook talentvolle jongeren zoals Tobias Smith en Xander Le Paire. Om die jongens voor OHVV te behouden, dat was de eerste insteek van ons. Ook oudere spelers als Jimmy Baks , Bryan van der Laan, Mark van der Meijden en Jereld Paskald zijn gelukkig gebleven. Daarnaast zijn we gaan kijken naar spelers die vroeger bij OHVV in de jeugd hebben gevoetbald, zoals Cees-Jan Nobel en mijn broer Mathijs. Die keren bij OHVV terug. En dan hebben we ook een aantal jonge spelers van Nieuwenhoorn kunnen overhalen bij ons te komen voetballen. De broertjes Daan en Thijs Oostrijck, Viggo Otte, Rick Kleij, Riccardo Wijsbroek en Jesse van Burg, allemaal vrienden van elkaar en die samen besloten hebben bij OHVV te komen voetballen. Daar ben ik heel erg blij mee. Jammer genoeg heeft Arie Bravenboer inmiddels besloten toch niet bij ons te blijven. Over de reden daarvan wil ik verder niet uitweiden, maar het vertrek van Arie is weer minder leuk, want dat scheelt zeker 20 doelpunten per seizoen. Maar de groep die er nu staat, 23 man sterk, daar heb ik het grootste vertrouwen in. Peter-Marcel Nauta heeft al gezegd dat hij eindelijk weer lekker kan trainen. Vorig seizoen waren er vaak heel weinig jongens op de training, nu zijn ze er telkens bijna allemaal.’
Is het doel met die deels vernieuwde selectie zo snel mogelijk terug te keren in de vierde klasse of ben je er al blij mee dat alle nieuwe spelers na komend seizoen bij OHVV willen blijven voetballen?
David: ‘Dat is wel een hele goede, gewetensvolle vraag. Natuurlijk zou promotie superleuk zijn en dat is ook wel de insteek van ons allemaal, maar ik denk dat ik dan toch kies voor het behoud van al die jonge, talentvolle spelers die er nu bijgekomen zijn. Die spelers moeten we aan ons kunnen binden. Het zou heel leuk zijn als ze jaren bij ons blijven voetballen. Misschien creëer je dan wel een sneeuwbaleffect en komen er daarna nog meer talentvolle spelers bij. Dat zou heel mooi zijn. Verder richten wij ons ook op de nieuwbouw, die momenteel plaatsvindt in het dorp. Oudenhoorn is klein, maar mogelijk zorgt die nieuwe wijk voor nieuwe aanwas voor de club. Wij als OHVV moeten daarom actief gaan werven, om jeugdspelers binnen te halen om zo de jeugdafdeling een nieuwe impuls te geven. Wat dat betreft is er veel werk aan de winkel, maar ik denk dat we niet aan een dood paard aan het trekken zijn. OHVV heeft wel degelijk een toekomst, de club staat er financieel heel erg goed voor en de toekomst zie ik dan ook zonnig in. Maar tegelijk realiseer ik me wel dat wij heel veel werk moeten verzetten om de club weer terug in de lift te krijgen. Daar wil ik graag heel veel voor doen, want OHVV is en blijft mijn cluppie.’