Hij deed de warming up met een vreemd, zwart dingetje in zijn hand, dat hij regelmatig in zijn mond stak en kort daarna weer in zijn handen had. Het was een bitje, maar er zat een filter op en ook kleine handgrepen. Ik had nog nooit zoiets gezien en toen Murjilsio Wezer, de nummer 16 van Simonshaven, bij me in de buurt was, moest ik natuurlijk de details weten. ‘Dit ding zorgt voor extra zuurstoftoevoer en zo verschijn ik helemaal fit aan de aftrap’, legde hij uit en stak het ding weer in zijn mond. Wonderbaarlijk.
Ik weet dat er voetballers zijn die snus gebruiken, een nicotinehoudend klein zakje dat achter de bovenlip geplaatst wordt en energie schijnt op te wekken. Of ze er harder van gaan lopen en beter gaan voetballen waag ik te betwijfelen; wat ik wel weet is dat snus niet helemaal ongevaarlijk is. Volgens medici is het verslavend en kan een snus-gebruiker er weefselschade van krijgen. Wondjes in de mond genezen minder snel en in het uiterste geval is het zelfs kankerverwekkend. Gevaarlijk spul dus. En toch zie ik die kleine zakjes vaak liggen langs de voetbalvelden, dus worden ze veel gebruikt.
Murjilsio, op de club Murjil genoemd, gebruikt geen snus. Van zijn bitje-met-zuurstoffilter zal hij niet ziek worden. Wat dat betreft is hij dus goed bezig. Of hij er meer energie van krijgt? Of hij door de extra toevoer van zuurstof de pollen uit het gras loopt? In het begin van de wedstrijd lijkt het er wel op. Toen rende hij over het veld, was als rechtsbuiten aanvallend goed bezig en stond hij verdedigend ook zijn mannetje, toen hij op zijn eigen achterlijn Breuklin Almeida de bal ontfutselde. Zou dat bitje van hem dan echt werken? Ik weet het niet, want hoe verder de wedstrijd vorderde, hoe minder hard hij ging lopen. Op sommige momenten, diep in de tweede helft, stond hij zelfs met de handen in de zij toe te kijken, in plaats van in te zakken om zo de bal op te eisen of een extra sprintje te trekken om zo ruimte voor zichzelf en zijn ploeg te creëren.
Als hij niet 90 minuten aan het rennen is, waarom gebruikt hij dat bitje dan? Is het bijgeloof? Krijgt hij er een goed gevoel van? Dan moet hij het blijven gebruiken, want wie ben ik om hem daarover te veroordelen? Murjil moet doen wat hij leuk vindt en zijn bitje is veel gezonder dan snus. Misschien moet hij tijdens wedstrijden, als de bal aan de andere kant van het veld is, dat bitje even snel in zijn mond doen om weer nieuwe energie te tanken. Dat rare bitje past trouwens wel bij hem. Murjil heeft in het verleden wel meer vreemde fratsen uitgehaald. Over het trainingskamp met SC Botlek, een paar jaar geleden in Torremolinos, zal ik verder niet uitweiden. Maar toen hij bij diezelfde club, toen hij net selectiespeler was geworden, op een zaterdagmiddag met een piepklein hondje in een toilettas aan kwam zetten en iedereen vroeg of ze tijdens de wedstrijd die hij ging voetballen op zijn hondje wilden passen, daarvan krab je toch wel achter de oren. Wie verzint zoiets?
En toch kan ik Murjil wel hebben. Zijn wilde haren is hij allang kwijt. Hij heeft een vrouw en twee kleine kinderen en bij vijfdeklasser Simonshaven hebben ze er volgens voorzitter Jan Huizenga een goed spelertje bij. ‘Op dit niveau’, voegt hij eraan toe.
Opvallend is wel dat Murjil in Goes woont. Dat is een kilometer of 85 ver weg, een geschatte reistijd van meer dan een uur! Twee keer in de week komt hij trainen in Simonshaven en op zaterdag speelt hij er een wedstrijd. En hij is altijd op tijd! Toen hij nog in Spijkenisse woonde en bij Simonshaven in de jeugd voetbalde, kwam hij heel vaak te laat. Ik zei toch al dat Murjil zijn wilde haren kwijt is?
Tegen Meeuwenplaat kon hij trouwens niet veel potten breken. Zijn ploegmaten ook niet. De spelers van Meeuwenplaat evenmin. Ze deden allemaal hun stinkende best, Murjil incluis, soms was er een leuke aanval, maar voetballend viel er toch niet veel te genieten. Dat moet je ook niet verwachten als een vijfdeklasser tegen een vierdeklasser voetbalt. En toch was het heel leuk om de spelers te zien strijden voor elke bal en soms iets moois te doen, zoals die poging van Murjil om een hoge voorzet vanaf rechts ineens op zijn pantoffel te nemen. De intentie was geweldig, de uitvoering iets minder.
Simonshaven-Meeuwenplaat was strijd, inzet en als een bal veroverd was, werd hij meteen bij de tegenstander ingeleverd en begon alles weer van voor af aan. Zo’n wedstrijd was het dus. Maar flipperkastvoetbal heeft ook zijn charme. Ik ben blij dat ik erbij geweest ben. En nu weet ik ook dat er minder schadelijke dingen zijn dan snus, die voor extra energie kunnen zorgen. Dankjewel, Murjil.