In zijn werkzame leven bekleedt hij een functie binnen de dienstbare organisatie die Politie Nederland heet. Daarover wijdt ‘Buitenspel’ zich niet uit. Wel over de hobby die Jacques van Schooneveld uitoefent. Al jaren fluit hij met veel plezier ‘zijn wedstrijdjes’. En wie het wereldje van de arbitrage een beetje volgt weet dat Van Schooneveld er zoveel lol in heeft dat hij – ogenschijnlijk met het grootste gemak – er vele tientallen per seizoen uit weet te persen.
Zoals veel andere collega’s is ook hij eerst actief voetballer geweest. “In 1970 ben ik lid geworden van de KNVB, omdat ik bij RV en AV Sparta door de ballotagecommissie was aangenomen in de jeugdopleiding. Dit werd een paar jaar later de eerste voetbalschool van Nederland. Van mijn 9de tot mijn 22ste heb ik bij Sparta gevoetbald in de hoogste jeugdteams en vanaf mijn 14e jaar ook prachtige wedstrijden gefloten. Na mijn periode bij Sparta, ben ik vanuit de amateurs waar ik toen in speelde, op uitnodiging van collega’s op de werkvloer naar de Rotterdamse Politie Sportvereniging Hermandad gegaan. Daar heb ik elf jaar het doel van het eerste verdedigd in de 4de en 3de klasse KNVB. Toen waren er nog geen 3de en 4de divisie-indelingen. Toen ik gestopt was heb ik na een jaar, nog een seizoen bij vv Alexandria Zaterdag 1 gespeeld op verzoek van de trainer, die ook bij de politie werkte. Hij zocht wat ervaring in de as…. Dat was een leuk seizoen in de hoofdklasse van de RVB.”
Ook Van Schooneveld rolde net als dit bij veel collega’s het geval was bij toeval het scheidsrechtervak in. “Toen ik 14 was, was ik samen met Ronald Lengkeek (topscorer aller tijden van Sparta en destijds mijn teamgenoot) leider van een E-team waar mijn broertje in speelde. Voor aanvang van een vroege wedstrijd bleek er geen scheidsrechter te zijn…. We keken elkaar aan en ik zei ‘als jij vanmiddag zorgt dat ik geen ballen krijg, ga ik wel fluiten….’ Want die jongens naar huis sturen was voor mij geen optie. Ik vond het zo leuk en kreeg dermate goede commentaren, dat ik sindsdien ook ben blijven fluiten. In februari komend jaar hoop ik gezond 64 te worden. Dus ik ben net begonnen aan mijn 50ste seizoen als scheidsrechter.”
Hij maakte door de jaren heen veel veranderingen mee in het voetbal. “Verschillen tussen toen en nu bij de spelers vind ik vooral de betrokkenheid bij het team. Nu zijn er elf of meer spelers. Wij speelden bij Sparta met één team, we gingen voor en met elkaar door het vuur en als er een medespeler flink werd aangepakt, dan nam een ieder in het team het voor die persoon op. Op een nette wijze, door meer inzet te tonen. We moesten ook allemaal zelf onze spullen verzorgen en er was geen ouder die onze tas droeg. Kijk nu eens bij de pupillen en junioren hoe het er daar soms aan toegaat.”
Terugkijkend op zijn jeugdtijd komen er prettige herinneringen bovendrijven. “Onze leider vanaf de C-jeugd was de in Rotterdam en omstreken zeer bekende ‘Ome’ Toon Nijsen. Bij de eerste wedstrijd onder zijn leiding maakte hij duidelijk, dat discipline en groepsgevoel heel belangrijk was. Commentaar op de leiding of gemopper op elkaar werd niet getolereerd. Een van onze spelers reageerde toch op een arbitrale beslissing en werd er direct door hem uitgehaald. We moesten met tien man verder. Hij zei: ‘Kijk mannen, dit doe je je team aan als je eruit gestuurd zou worden…’ We hadden de wedstrijd verloren en onze les geleerd!”
Inmiddels fluit Van Schooneveld al vijf seizoenen in Jeugd B. “Ik heb het genoegen gehad daarvoor circa tien seizoenen in jeugd A gefloten te mogen hebben. Fantastisch! Daarvoor zat ik in het seniorenvoetbal en heb het daar tot de 1ste klasse gebracht. In de tijd dat Egbert Hadders van Scheidsrechters op Maat, waar ik ook graag mijn matches voor fluit, daar ook blies. Toen was daarboven alleen de hoofdklasse, vervolgens het betaald voetbal.”
Van Schooneveld is doorgaans zeer te spreken over de vrijwilligers die hij bij voetbalclubs ontmoet. “De ontvangst in het jeugdvoetbal is zeer wisselend, maar over het algemeen goed te noemen. Meestal vriendelijke mensen, maar steeds vaker zie je bij clubs dat men ‘commissiewerk moet doen als bijdrage’ en dan tref je soms mensen die – met goede wil – echt niet weten wat er gebruikelijk is bij het verwelkomen van arbiters. Voor de contacten met trainers/leiders van teams heeft het digitale wedstrijdformulier een negatieve werking gehad, want we treffen elkaar zelden nog na de wedstrijden in de bestuurskamer.”
En dat is iets wat de aimabele leidsman, die de komende maanden ook regelmatig te zien is op de velden voor de wedstrijden van de cups die door Voetbal Rotterdam worden georganiseerd, toch wel mist. “Vorig seizoen staat mij een wedstrijd voor SOM, de kwartfinale van de VR-cup voor O23 teams tussen vv Barendrecht en SC Feyenoord mij bij. Het seizoen ervoor had ik twee keer de JO19 van deze clubs tegen elkaar gefloten en veel spelers waren nu ook weer present. Het was een spetterende, goede en sportief gezien ‘op het randje ‘ wedstrijd met zeer veel, enthousiast meelevend publiek. Van beide kanten kreeg ik na afloop veel erkenning voor mijn prestatie als arbiter en ik heb nog steeds contact met enkele spelers en de beide coaches. Daar is sport voor bedoeld.”
Vanuit het verdere verleden staat Van Schooneveld nog een andere wedstrijd in goede zin bij. “De ‘World Police and Firegames’ in 2022 in Rotterdam was ook, inclusief de spijkerharde finale tussen een Engels en Braziliaans team, een prachtige ervaring. Net als de drie keer dat ik de O23-finale gefloten heb van de VPR-cup.” Voorbeeldig pakt hij zijn taak steeds serieus op. “Want elke wedstrijd is een uitdaging omdat er altijd twee ploegen op het veld verschijnen, die graag willen winnen. Welke klasse dan ook, van JO7 tot 35+ en van MO11 tot dames eredivisie. Ik zorg dat ik daar altijd klaar voor sta.”
Met zijn jarenlange ervaring heeft hij ook diverse richtlijnen zien veranderen. Hij heeft wel een mening over de nieuwe richtlijn dat spelers, trainers/coaches en bankzitters niet meer met de arbiters mogen praten, iets dat alleen is voorbehouden aan de aanvoerders. “Ik hoop op zoveel mogelijk eenduidig optreden van de arbitrage, met de BVO-scheidsrechters als voorbeeld. Als zij het goed uitdragen wordt het voor de overige scheidsrechters makkelijker. Laten zij het liggen, dan zijn wij de ‘zeurpieten’. Overigens aan de amateurscheidsrechters ook de taak om het te handhaven, want anders is de scheids van volgende week uiteraard ‘de zeurpiet’. Ik heb inmiddels tijdens de eerste wedstrijden en toernooien gemerkt dat men meer met voetbal en minder met de arbitrage bezig is…. Er is meer rust in-en om het veld. Dat geldt ook voor de richtlijn in het betaald voetbal met betrekking tot het gooien van voorwerpen van achter de afrasteringen of van de tribunes op het speelveld. Lijkt me logisch. Er zijn al teveel verschillen tussen het betaald voetbal en het amateurvoetbal, waardoor veel mensen niet meer weten wat de richtlijnen en de regels zijn.”
Omdat hij nog altijd veel jeugdwedstrijden leidt kan hij kijkend naar de algemene invoering van de pilot met betrekking tot de zelfpass, het indribbelen of intrappen, de vijf minuten tijdstraf en het vliegend wisselen daar wel diverse voordelen voor het voetbal uithalen. “Ook al heb er nu nog geen praktijkervaring mee, denk ik dat het spel wel sneller kan worden daardoor. Mogelijk moeten we daardoor naar twee scheidrechters op één wedstrijd, zoals bij het hockey. Wat betreft de tijdstraf ben ik al jaren daar een groot voorstander van. Als teams ineens met negen man staan, dan houdt het wangedrag snel op.”
Over wangedrag gesproken. “Een jaar of 25 geleden ben ik een keer mishandeld tijdens een wedstrijd in Rotterdam. Neergeslagen door een speler, ligt daar ineens de 2 meter grote scheids languit op de grond. Ik heb vier weken niet kunnen werken vanwege nek- en concentratieklachten. De speler is later aangehouden en berecht. Ook de KNVB heeft hem fors gesanctioneerd en hij heeft mij een forse schadevergoeding moeten betalen. Toch had ik dat liever niet meegemaakt….”
Het was een voorval om liefst te vergeten. Maar Van Schooneveld wil – positief ingesteld zoals altijd – een ándere gebeurtenis juist graag inlijsten. “In mijn derde seizoen in Jeugd A werd ik nummer één van de ranking. Dat leverde me de beslissingswedstrijd om het landskampioenschap van de C1-junioren op tussen PSV en Ajax, bij DSO in Zoetermeer. Een grote happening met ongeveer 1500 toeschouwers en twee doelpunten uit door mij gegeven voordeelsituaties. Dat was genieten.”
Nu 63, en dan nog zo vaak fluiten. Dit seizoen verwacht Van Schooneveld ook een heuse mijlpaal te bereiken. “Dit seizoen verwacht ik de 5000ste wedstrijd te kunnen leiden. Dat is niet iets, dat aan veel arbiters is vergeven. Om in vorm te blijven wandel de ik tegenwoordig regelmatig in-en om de duinen. Dat doe ik al sinds de coronatijd. In een goed tempo waardoor je fit wordt in lijf en hoofd. Verder fluit ik liever dan dat ik train. Dit seizoen hoop ik gezond te blijven, want ik besloot het vorige seizoen met een vervelende voetblessure. Het zou fijn zijn om me te handhaven in Jeugd B, diverse mooie wedstrijden voor Scheidsrechters op Maat te mogen leiden en te genieten van een sportief seizoen.”
Oud-amateurscheidsrechter en sportcolumnist Egbert Egberts gaat wekelijks op zoek naar bijzondere verhalen van vrijwilligers, zoals arbiters en clubmensen, of gebeurtenissen in het voetbal voor VoetbalRotterdam. En doet daar op een luchtige manier verslag van in ‘Buitenspel’.