Een late aanstelling door de KNVB bij een beslissingswedstrijd tussen de nummer voorlaatst van de eerste klasse en de nummer twee van de tweede klasse zaterdag op neutraal terrein in het toen nog vrij poldereske Zwijndrecht is mij altijd bijgebleven.
Het was 1986, begin juni. De weekenddienst moest een grieperige collega vervangen door iemand die al wat ervaring had met het leiden van wedstrijden op dat niveau. Maar de wens van de begeleider van de talentengroep sprak de wens uit dat dit wel aan iemand van zijn selectie moest worden toebedeeld. Hij schoof mij naar voren omdat ik naar zijn bescheiden mening ‘ertoe in staat zou moeten zijn om dat kunstje wel te kunnen klaren’. Dezelfde woorden gebruikte Gerard, die de boodschap aan mij mocht overbrengen.
Op een granaatworp van de spoorlijn Dordrecht – Rotterdam vormde het verouderde voetbalcomplex het ideale decor om met het hoofd in de wolken én met de voetjes in de met grassprieten bedekte klei even te ontsnappen aan de drukte en de waan van de dag. Ik had toen verkering met een jongedame die zelf voetbalde bij VV Vuren. Samen waren we met de boemel van Leerdam naar Dordt gereisd en daar overgestapt op een lijnbus van West Nederland, die vlakbij het sportcomplex halteerde.
Ruim anderhalf uur voor de aanvang van de match aangekomen bij de bestuurskamer en me daar netjes voorgesteld hebbend aan de voorzitter van de organiserende vereniging, de afdelingssecretaris van de KNVB, de scheidsrechtercoördinator van de bond en een begeleider van de scheidsrechtersvereniging uit die contreien was het wachten op mijn twee assistenten, toen nog grensrechters genoemd. En op de twee clubs.
Beide vlaggenisten kwamen uit Rotterdam. Collega scheidsrechters, die voor de gelegenheid aan de zijlijnen mochten bewegen. Ton en Bertus, zelf oud-voetballers en geboren in 1954 en 1959. Ik voelde me, geboren in 1964, echt nog een broekie. Ook zij hadden hun ‘vrouwen’ meegenomen. Met dat verschil dat zij gehuwd waren en ik nog een beetje her en der friemelde.
Nadat bestuursleden van beide teams zich hadden gemeld en de beide trainers en hun elftalleiders even kennis hadden gemaakt met de bobo’s en het arbitrale trio begon voor ons de wedstrijdvoorbereiding echt. Nadat we tijdens het omkleden met elkaar alvast wat wedstrijdzaken bespraken en ons alvast inpraatten op hoe we ons zouden opstellen in de meest voorkomende situaties zorgde Ton voor de administratieve afhandeling en namen Bertus en ik daarna even door of alles compleet was om de spelerskaartcontroles uit te voeren.
Ik vond het wel netjes om dat met z’n drietjes te doen, opdat beide teams en hun begeleiders allemaal even onze gezichten hadden gezien. Even daarvoor hadden we ongeveer vijftien minuten verbruikt om een warming up te doen. Toen had ik al wat mensen begroet en wat handjes geschud van betrokkenen.
Normaliter houd ik even een kort praatje waarin ik aangeef dat ik aanbevelingen met betrekking tot de leiding liefst via de aanvoerder laat plaatsvinden, best begrip kan opbrengen voor emotionele uitingen, mits deze netjes en respectvol blijven én doorgaans pas fluit als er geen voordeel mogelijk blijkt. Niet wetend dat vele jaren later het ‘wait and see’ (‘wacht en besluit’) de algemene richtlijn voor de arbitrage zou worden. Vond het toen al wel wat hebben dat voetballers proberen net zo lang door te voetballen totdat het echt niet meer kan en je als scheidsrechter fluit voor gemaakte overtredingen als er geen sprake meer kan zijn van voordeel. Het komt het spel ten goede. Mits men het wel sportief houdt. Anders moet je een andere zienswijze gaan gebruiken. Ik sloot beide contactmomenten af met een succeswens aan de teams en gaf aan hen voor de opkomst weer te zien.
De ontmoeting trok zo’n 2500 toeschouwers dus de entourage was ook sfeervol. De drie dames hadden van de organisatie een speciaal plekje toegewezen gekregen en hadden goed zicht op alles op en rondom het veld. Toen we met beide elftallen het gras betraden werd er gejuicht en gejoeld. Na de gebruikelijke plichtplegingen won de eersteklasser de toss en verkoos men de aftrap.
Het spel verplaatste zich gedurende de eerste helft snel heen en weer. Met kansen voor beide teams, die door de doelmannen prima werden geweerd. Met 0-0 zochten we allemaal de kleedkamers weer op en bespraken we wat spelmomenten met elkaar. Bertus gaf aan af en toe wat commentaar te krijgen van wat toeschouwers aan de tribunezijde. Maar dat gebeurde met de nodige humor. Geen lelijke taal. Het was niet nodig om daarvan melding te maken bij de organisatie, vond hij.
In de tweede helft gingen beide clubs los. In de 47ste minuut viel de 1-0, in de 53ste minuut tekende de opponent voor de gelijkmaker. En in kadans viel de 2-1 in de 59ste minuut en de 2-2 in de 65ste minuut. Toen de 3-2 in de 71ste minuut viel hield ik er al rekening mee dat de 3-3 eventueel zou kunnen worden gescoord in de 77ste minuut. En zowaar: dat gebeurde ook. Hoe voorspelbaar de tweede periode ook leek te worden, er werd daarna echter niet meer gescoord. Toen ik na negentig minuten en twee minuten blessuretijd affloot moest er om een beslissing te forceren verlengd worden.
Kort spraken Ton, Bertus en ik even over het vervolg. Het kon alle kanten nog op. Na een nieuw toss-moment verkoos de tweedeklasser te willen draaien, om in de tweede helft van de verlenging richting het eigen publiek te kunnen spelen. Toen er zonder dat was gescoord aan dat moment kon worden begonnen was het alsof de spelers een adrenalineshot kregen toegediend.
In de 106de, 109de en 115de minuut vielen de 3-4, 3-5 en 3-6. Waarna de strijd beslist leek. Maar de eersteklasser gaf zich nog niet gewonnen. In de 117de en 118de minuut vielen de aansluitingstreffers waarna de tweedeklasser met de rug tegen de spreekwoordelijke muur werd gedrukt. Toen de speeltijd bijna verstreken was gaf ik aan dat er nog drie minuten door gevoetbald moest worden.
In minuut 122 brak de rechtsbuiten van de eersteklasser door de defensie van de tegenstander heen, slalomde het strafschopgebied binnen en werd gehaakt. Ik kon niets anders besluiten dan voor een penalty te fluiten.
Het zorgde voor wat rumoer achter de afrasteringen maar de ordediensten hadden de supporters prima in de zak. Ik gaf ook aan beide aanvoerders aan dat de reguliere speeltijd voorbij zou zijn zodra de strafschop genomen was en de bal eventueel terug het veld in zou komen. Ik zou direct affluiten.
De spanning was om te snijden. Terwijl de nemer van de penalty zich opmaakte voor de uitvoering ervan liet ik nog even aan de doelman weten dat hij zich pas mocht bewegen als de bal genomen was. Met een bevestigende knik gaf hij aan daarmee akkoord te zijn en mij restte de controle van de posities aan de rand van het zestienmeter gebied.
Ik kon het sein geven zodat hét moment van euforie of gedeelde hoop kon plaatsvinden.
Met een katachtige reactie dook de keeper de bal uit z’n doel en duwde ‘m tot hoekschop. Het was meteen voorbij. Terwijl de spelers van de degraderende eersteklasser één voor één op de grond neervielen was het feest bij de tweedeklasser. Hun publiek nam ook meteen bezit van het veld, terwijl toeschouwers van de verliezende ploeg al snel het hazenpad verkozen.
Toen we de wedstrijdzaken hadden afgerond was er na de douchebeurt gelegenheid om gezellig na te praten in de bestuurskamer. Daar was een warm buffet geregeld zodat we nog geruime tijd met elkaar tot afronding van de dag konden komen. Mijn vriendin vertelde me op de terugweg naar huis het een hele fijne dag gevonden te hebben. En daar best nog wel veel meer met mij van te willen meemaken.
Dat dingen in het leven anders kunnen lopen wist ik natuurlijk op dat moment wat dat betreft nog niet. Dat gebeurde uiteindelijk ook. Een jaartje later was het tussen ons uit, floot ik wekelijks op andere locaties mijn wedstrijden en ging er van tijd tot tijd een andere jongedame met me mee. Je kunt in het leven wel eens wat verliezen, maar als je positief gestemd bent dan valt er ook genoeg te winnen.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.