Anderhalve week geleden stond er op VoetbalRotterdam een klein berichtje over Emo van Dijk. Na zeventien jaar heeft Emo besloten zijn bestuursfunctie bij Rijsoord neer te leggen. Veel regels omvatte het berichtje niet. Vanzelfsprekend bedankte de club hem voor bewezen diensten en prijst hem om zijn inzet, zijn warme persoonlijkheid en zijn humor en haalde ook nog aan dat Emo’s hart lag bij de selectie en dat hij met spelers, trainers en de leden van de staf altijd warme contacten heeft gehad. Maar dat is voorbij. Emo van Dijk is vanaf nu geen bestuurslid technische zaken meer en ook geen lid van de TC.
Hem kennende moet hij er heel wat nachtjes over geslapen hebben, voordat hij de euvele moed verzameld had om zijn medebestuursleden van zijn besluit op de hoogte te brengen. Misschien heeft hij er zelfs een paar nachten niet van geslapen, want hoewel hij geen geboren Rijsoordenaar is en dus geen Kraai, is voetbalvereniging Rijsoord diep in zijn hart gaan zitten en is hij meer dan de helft van zijn leven bijzonder actief geweest voor zijn club, waarvan de laatste zeventien jaar dus als bestuurslid.
Op deze plaats wil ik Emo in het zonnetje zetten, want al die jaren dat hij de technische zaken voor zijn rekening heeft genomen, is het voortvarend gegaan. De club pendelde als een soort Volendam tussen de eerste klasse en de hoofdklasse en veel verloop van spelers was er in die jaren niet. Jongens als Mike van Gool, Desly de Wolf, Marco Nijssen, Khalid Rahli, Barry de Groot en nog een groot aantal anderen, die allemaal door Emo naar Rijsoord werden gehaald, voetbalden er een fiks aantal seizoenen en werden opgenomen in de voetbalfamilie die Rijsoord is. Het zijn Emo’s eigen woorden in een interview dat ik met hem had in juli 2022, toen Rijsoord vanuit de hoofdklasse weer eens een stapje terug had gedaan naar de eerste klasse. Dat seizoen had zijn club met 10-0 verloren van Rijnvogels en met 12-0 van ARC. Daar was hij toen nog een beetje ontredderd van. ‘Verliezen kan, maar nooit met zulke cijfers. We haalden er zelfs teletekst mee’, zei hij toen, nog altijd een beetje overstuur.
Sindsdien is het van kwaad tot erger gegaan met zijn club. Er volgden nog twee degradaties. In drie jaar tijd vanuit de hoofdklasse in één ruk naar de derde klasse. Die neergang moet bij Emo heel hard aangekomen zijn, maar hoe teleurstellend het uitblijven van successen ook was, dat moet voor hem niet de doorslag zijn geweest het bijltje erbij neer te leggen. Nee, dat moet een andere oorzaak hebben. Ik meen te weten wat dat is.
Sinds de coronatijd vertrekt er bij Rijsoord na elk seizoen een groot aantal spelers en om de selectie voor een komend seizoen telkens weer op peil te brengen, daar gaan ontzettend veel uurtjes inzitten. Veel te veel naar de zin van Emo, die ook een familieman is en veel vrije tijd met zijn kinderen en vooral met zijn kleinkinderen wil doorbrengen.
De voorbije jaren heeft Rijsoord altijd voorrang gekregen. Heel veel tijd ging op aan de club, trainers vertrokken om allerlei redenen voortijdig, spelers werden geen blijvertjes en dat had niets met geld te maken, want zoveel werd er niet betaald bij Rijsoord, ook niet toen de club nog een hoofdklasser was. Als een groot deel van de aangetrokken spelers in de voorbije jaren nou blijvertjes waren geworden, zoals bijvoorbeeld Mike van Gool dat ooit geworden is, dan was Emo wellicht nooit gestopt als technische man van de club. Maar de drie degradaties op rij en het vertrek elk jaar weer van veel spelers is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Zijn werk voor de club was nog net geen trekken aan een dood paard, maar het had wel iets van water naar de zee dragen. ‘Waar doe ik het voor’, moet hij zich ongetwijfeld afgevraagd hebben, zeker toen in de loop van het vorig seizoen weer een aantal spelers hun spullen inleverde. De laatste jaren liep Emo toch wel rond met een zorgelijke frons in het gezicht. Zijn besluit om te stoppen moet welhaast een opluchting geweest zijn voor hem.
Met de club lijkt het intussen de toch goede kant op te gaan. Weliswaar start Rijsoord komend seizoen voor het eerst in bijna 30 jaar in de derde klasse, maar het overgrote deel van de vrij jeugdige selectie is de club trouw gebleven. Samen met trainer Johan Versluis, die ook gebleven is, moet de weg terug omhoog gevonden worden. Emo zal daar geen invloed meer op hebben. Hij heeft samen met Gerard Sluimers de selectie nog wel samengesteld, maar vanaf nu staat hij als toeschouwer en als supporter langs de kant. Maar als de club zijn advies nodig heeft, zal hij dat altijd geven, want een Rijsoordman zal hij altijd blijven.
Zeventien jaar lang heeft Emo zijn ziel en zaligheid in de club gelegd. Hij heeft veel mooie jaren meegemaakt, maar de laatste paar jaar moet het met al die trainerswisselingen, het vertrek van spelers en het gebrek aan resultaten slopend zijn geweest. Ik denk dat de accu leeg is bij Emo. Daarom hoop ik dat hij komend seizoen als supporter vaak mag juichen. En ook dat hij veel met zijn kleinkinderen kan optrekken, zodat die zorgelijke frons voorgoed van zijn gezicht verdwenen is als ik hem weer eens tegenkom. Het is hem gegund.