Terug op hun ‘oude nest’ bij Zwartewaal, de club waar ze vroeger ook al voetbalden, hebben ze een geweldig seizoen achter de rug. De broers Danny (36 jaar) en Ferry van der Spuij (30) wonnen met hun ploegmakkers de tweede periode, na onder meer een serie van negen overwinningen op rij. Ongekend voor Zwartewaal, dat altijd een klein, onbeduidend clubje was geweest met in een seizoen vaak meer nederlagen dan overwinningen. Maar dit seizoen was alles anders. Alle Zwartewaalspelers hebben hun club op de kaart gezet en Ferry en Danny hadden daar een groot aandeel in. Door de behaalde periodetitel mochten ze nacompetitie gaan spelen voor een plek in de derde klasse. In de eerste ronde wonnen ze met 2-0 van PPSC en pas in de halve finale van de nacompetitie kwam er een einde aan de flow. Ze werden uitgeschakeld door Zwammerdam dat met 5-1 won. Met Ferry en Danny kijken we terug op het zojuist afgelopen seizoen. Hoe hebben ze dit alles ervaren? Kijken ze met een tevreden gevoel terug op het seizoen of had er misschien nog wel meer ingezeten? En hoe kijken ze uit naar komend seizoen? Eén ding is zeker: veel tegenstanders zullen met een ander gevoel wedstrijden tegen Zwartewaal gaan voetballen.
Vertel om te beginnen eens waarom zoveel oud-spelers van Zwartewaal dit jaar terug zijn teruggekeerd?
Danny: ‘Daar heeft bestuurslid Bjorn Hoek een heel groot aandeel in gehad. Voetballen kan hij eigenlijk niet, maar hij ligt wel aan de basis van de terugkeer van heel veel spelers die hier vroeger hebben gevoetbald. Dat begon eigenlijk bij Ferry thuis, onder het genot van een biertje. Ik was daar ook bij.’
Ferry: ‘Wij voetbalden alle twee bij GHVV’13. Ik zou na dat seizoen eigenlijk stoppen om marathons te gaan lopen en misschien wel ultralopen. Ik zat zelfs te denken om aan triatlons te gaan deelnemen, maar Danny heeft dat toen uit mijn hoofd gepraat. Hij vond dat ik dit over een paar jaar ook altijd nog kon gaan doen en hij wilde dat ik samen met hem terugkwam naar Zwartewaal. Hij had zijn ja-woord aan al die club gegeven en hij heeft mij omgeluld dat ook te doen, om het zo maar te zeggen.’
Danny: ‘Vanaf dat moment is het balletje gaan rollen. ’Als jullie terugkeren bij Zwartewaal, kom ik ook’, zei Bart Rollof. Op een feestje haalden we Thierry de Jong over om ook naar Zwartewaal te komen en daarna kwamen ook Ramon de la Haye, Michael van Maurik, Rowan van Heijst en nog een paar anderen. ‘Vijfde klasse of niet, we komen’, zeiden de meesten, omdat het toen nog niet helemaal zeker was of Zwartewaal wel een vierdeklasser zou blijven, want zo goed stonden ze er op dat moment niet voor. Maar Zwartewaal wist zich te handhaven en zo begonnen we dit seizoen met veel spelers die hier vroeger ook al gevoetbald hadden.’
Dus de verwachtingen waren hooggespannen aan het begin van het seizoen?
Ferry: ‘We hadden ingezet op een plek bij de eerste vijf en we gingen na een fijne voorbereiding met een goed gevoel de eerste competitiewedstrijd in, uit bij SC Botlek. In de rust stonden we met 1-0 voor, maar in de tweede helft was het een stuk minder. We verloren die wedstrijd met 3-1.’
Danny: ‘Dat kwam vooral omdat onze jonge trainer Leroy Visser in de rust, bij die 1-0 voorsprong, een paar spelers wisselde. Maar dat was een keuze die verkeerd uitviel. Er was helemaal geen aanleiding om te wisselen, want in de eerste helft was alles goed gegaan. We hebben dat later nog eens doorgesproken met Leroy, die met die wissels en de uiteindelijke nederlaag een wijze les had geleerd.’
Hoe ging Leroy met jullie kritiek om?
Ferry: ‘Leroy is een fijne vent, een goede trainer ook. En hij staat helemaal niet boven de kritiek die hij na die nederlaag tegen Botlek van ons gekregen heeft. Hij luistert naar zijn spelers, waarvan er veel al heel veel jaartjes voetballen. Maar Leroy neemt zelf de beslissingen. En die worden door ons allemaal gerespecteerd.’
Danny: ‘Het is echt niet zo dat wij de baas zijn. Leroy is de baas. Maar er is wel regelmatig onderling overleg. Als aanvoerder krijg ik van hem regelmatig de vraag voorgelegd wat ik van iets vind.’
Geef eens een voorbeeld.
Danny: ‘In de thuiswedstrijd tegen Abbenbroek was onze vaste rechtsback er niet omdat hij die dag moest werken. De trainer wilde daarom onze linksback Sander van der Ven als rechtsback opstellen en Patrick Peters als de linksback. Hij vroeg aan mij wat ik daarvan vond. Sander is een goede linksback. Op die plek is hij van grote waarde. Als je die op de rechtsbackpositie opstelt, haal je hem uit zijn kracht. Ik vertelde Leroy dat ik Sander liever als linksback in de ploeg had en dat hij Patrick Peters als rechtsback op moest stellen. Als centrale verdediger zou ik dan iets meer op de rechtse kant gaan spelen, om Patrick zo te ondersteunen. Het is heerlijk om met Leroy over zulke dingen te praten en ik vind het heel leuk dat hij mijn adviezen niet in de wind slaat.’
Na een aarzelende seizoenstart ging het plots heel goed, met negen overwinningen op rij en een gewonnen periodetitel. Hoe kwam dat?
Ferry: ‘Omdat we in die periode vaak in dezelfde opstelling konden spelen. Voor die tijd kampten we met veel blessures en daar komt nog bij dat veel jongens in de continu zitten. Maar vanaf de wedstrijd tegen Rockanje waren we vrij compleet. Lucas van der Ven was er die wedstrijd voor het eerst in lange tijd ook weer bij. Voor de wedstrijd had hij in de groepsapp nog gezegd dat we niet in paniek moesten zijn, want hij ging weer meedoen. ‘Vanaf nu gaan we alles winnen’, schreef hij erbij. We wonnen met hem in de ploeg de ene wedstrijd na de andere en iedere keer weer herinnerde hij ons in de groepsapp met duimpjes en poppetjes aan hetgeen hij gezegd had, vlak voor de wedstrijd bij Rockanje. We wonnen negen wedstrijden op rij.’
Danny: ‘Toeval of niet. De eerste keer dat Lucas er weer niet bij was, in de laatste competitiewedstrijd tegen ZBVH, verloren we voor het eerst sinds lange tijd.’
En daarna gingen jullie de nacompetitie in. Waren de verwachtingen hooggespannen?
Danny: ‘Eigenlijk niet. Na die nederlaag tegen ZBVH had ik er toch wel een beetje de ziekte in. Ik ben bloedfanatiek en wil altijd winnen. En als je dan ineens met 6-2 van ZBVH verliest, dan hakt dat er bij mij toch wel in. Dan vraag ik mijn medespelers hoe dat komt. Sommige jongens vertellen dan dat ze het toch wel moeilijk vinden om week na week op de toppen van hun kunnen te moeten presteren. Ik zit anders in elkaar, maar heb er wel vrede mee wat ze zeggen. Ik snap dat ook. Als dat zo is, moet je niet in de derde klasse gaan voetballen, want dan moet je echt elke week op de toppen van je tenen lopen.’
Ferry: ‘En toch is dat het doel dat ik blijf nastreven. Met deze groep en met de jongens die erbij gaan komen, moet het mogelijk zijn om derdeklasser te worden. Komend seizoen moeten we echt voor de promotie gaan. En als dat lukt, dan stop ik. Honderd procent zeker is dat, want je moet op je hoogtepunt stoppen, vind ik. Dan ga ik aan ultralopen meedoen.’
Danny: ‘Daarom was het toch wel jammer dat we de halve finale van de nacompetitie met 5-1 verloren van Zwammerdam, dat eigenlijk helemaal niet zo’n goede ploeg is. PPSC, waartegen we in de eerste ronde van de nacompetitie voetbalden en die we met 2-0 versloegen, was een veel betere ploeg. Tegen PPSC konden we het opbrengen, tegen Zwammerdam was het jammer genoeg een stuk minder. De 5-1 was geflatteerd, maar wel verdiend voor Zwammerdam. Volgend seizoen moet de lat hoger. Ik hoop dat alle medespelers het dan wel kunnen opbrengen. Niet dat ze het weggegeven hebben op het laatst, dat zeker niet. Maar af en toe had het wel een stapje meer kunnen zijn. We moeten ons spiegelen aan Vierpolders. Dat was vroeger ook een klein, onbeduidend clubje. Maar een jaar of vijf, zes geleden promoveerden ze naar de derde klasse en ze handhaven zich telkens probleemloos. Ik hoop dat we dat met Zwartewaal ook voor elkaar kunnen krijgen.’