Paar weken geleden in het nieuws. “Amsterdam doet met liefde mee met ‘gewoon geld geven’. Honderden arme gezinnen krijgen 150 euro extra per maand. ‘We onderzoeken wat dat doet voor hun gezondheid, toekomstperspectief en levenskwaliteit. Want we weten dat armoede veel stress veroorzaakt’, aldus de verantwoordelijk wethouder.”
Diverse andere gemeenten volgden. Ze zijn allemaal gemotiveerd om de sociaal zwakkeren een extra financiële impuls te geven. “Ze moeten weer mee gaan doen met de rest van de maatschappij. Ze hebben dezelfde rechten en plichten en zullen door dit bedrag in staat zijn om zich beter te voelen.”
Ik wist niet wat ik las. Ik doe iets compleet verkeerd. Werk keihard, verhoudingsgewijs voor een schijntje ten opzichte van een werkloze met een huisvrouw en twee kinderen. Zij krijgen toeslagen waar je als werkende van kunt dromen. En kunnen bij gemeenten aankloppen voor gratis sportvereniging- of cultuurclublidmaatschappen, lagere gemeentelijke belastingen, voordeelpassen waar je goedkoper mee kunt shoppen bij gerenommeerde winkels zoals C&A, Hema, Kruidvat, Trekpleister en Hans Anders én voor hoge kortingen voor uitjes in de schoolvakanties. Ik doe er naar verwachting 9 jaar over om een loonsverhoging van 150 euro per maand netto bij elkaar te zwoegen. En zij krijgen het: zomaar! Achterover leunend.
Afijn, sommige sportverenigingen krijgen ook van gemeenten voor deze doelgroepen een zak met geld. Omdat het zo ongelofelijk gezond is om te bewegen. Die sportclubs worden er niet rijk van hoor, bezweert een aantal bestuursleden meteen. Het is om de voor deze doelgroepen te maken kosten op te kunnen vangen, opdat zij er niets op ‘verliezen’. Ik ken twee clubs in de hoofdstad die respectievelijk van 260 en 350 jeugdleden zijn gegroeid naar 375 en 490 in een jaar. Los van de uitdagingen die men heeft op het vlak van beschikbare kaderleden en sportvelden is men ook blij met de groei van de gemeentelijke subsidie voor deelnemende jeugdleden. Per kind krijgt men een x-bedrag. Dubbel kassa dus.
Je kunt het niet (altijd) aan de kinderen zien wie ‘zo’n kind’ is, want op het veld lijken ze allemaal op elkaar. Maar neem van mij aan dat ouders onderling dat wel weten. En dat erover gemord wordt is ook een feit.
Ik geloof in gelijke kansen voor iedereen. Ben zelfs een groot voorvechter daarin. Maar ik heb een apart gevoel van binnen sinds ik weet dat er door overheden openlijk over en mee wordt gediscrimineerd. Het ‘iedereen is gelijk’ is dus één grote farce.
Had ik al verteld dat er bepaalde doelgroepen zijn, die alles van dit en zelfs veel meer gratis van de overheid krijgen? Nee, hè? Ook daar vind ik wel wat van. Maar nu even niet.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.