Ik heb me ongelofelijk vermaakt naar aanleiding van alle berichtgeving over het afscheid van Bram van Polen. De gedurende zijn gehele betaald voetbal carrière voor PEC Zwolle uitgekomen speler, die altijd dicht bij zichzelf is gebleven. En daardoor ook één van de duizenden supporters van zijn eigen club is geworden.
Van Polen is iemand die nooit een blad voor de mond heeft genomen. En was mede daardoor ook een voor journalisten prettig te benaderen persoon. Hij gaf ook een kijkje in zijn privéleven, dat door drie vrouwen wordt beheerst. Zijn echtgenote omschreef hem als een zorgzame en gedreven papa. Aan zijn twee jonge dochters kon je goed zien dat zij zowel van hun moeder als van hun vader wat hebben meegekregen. Met het nodige lef lieten zij langs en op het speelveld van zich zien goed om te kunnen gaan met alle aandacht. Maar zij lieten ook merken dat Van Polen de hoofdrolspeler van zijn afscheidswedstrijd tegen FC Twente was.
Het fenomeen clubliefde. Toebedacht aan sporters die hun gehele loopbaan bij één en dezelfde vereniging actief zijn geweest. Je vindt ze overal. Maar in het profvoetbal zijn ze misschien op twee handen te tellen. Bij de amateurs zijn lidmaatschappen van zeventig en zelfs tachtig jaar of meer geen uitzondering meer. Zo was ik onlangs op een receptie waar een oud-collega arbiter maar liefst 85 jaar lid was van zijn eerste en enige voetbalclub. Vijfentachtig jaar! Zelf was hij 92.
Hij vertelde mij – nadat hij door de nieuwe voorzitter die zelf net veertig was geworden was gehuldigd werd – over de ‘goeie ouwe tijd’. Waarin voetballen voor strijd maar ook saamhorigheid zorgde. Hij werd lid in 1939, vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, die hij – omdat zijn vader instructeur was bij de Nederlandse luchtverdediging en na de overgave niet meer in overheidsdienst mocht werken – niet intens heeft beleefd. Onder de rook van Gouda, waar het alleen in de Hongerwinter nijpend was, groeide hij op. En ook al lag de competitie gedurende een aantal jaren stil: er werd toch regelmatig als verzetje een partijtje gespeeld. Ook al konden kinderen tijdens de bezetting niet alles doen wat ze graag hadden willen doen: hij ontsprong de dans meestal als het ging om luidruchtig naderend geweld. “Het was ook op een gegeven moment vrij normaal dat we tegen de Duitsers een balletje trapten. Er zaten niet allemaal slechte bij”, zo vertelde hij.
Na de oorlog werd de competitie hervat. En kon hij wekelijks doen wat hij leuk vond. Totdat hij een blessure kreeg waardoor zelf voetballen niet meer aanbevolen werd. En toen pakte hij de fluit op om in plaats daarvan anderen te kunnen laten spelen. Hij was toen 32. En hield dat vol tot z’n 72ste.
Veertig jaar scheidsrechter zijn. Ik herkende dat gevoel. Het leverde hem de zilveren speld op van de KNVB. Hij wel. Die heb ik nooit gehad. Maar dat is iets wat mij niet boeit. Het valt mij op dat deze hoofdzakelijk worden toegekend aan arbiters die verbonden zijn of geweest zijn aan de COVS en een lange staat van dienst hebben of hebben gehad. Ik ben alleen in mijn beginjaren lid geweest van de COVS. Maar daar ben ik van afgestapt toen ik erachter kwam dat er zo links en rechts vanuit dat vriendenclubje van toen mensen naar voren geschoven werden om in aanmerking te komen voor promotie. Heb ook gemerkt dat zij rapporten kregen die ze eigenlijk niet waard waren. Als je lid was, dan kon er wel wat. Dus werd er wat geritseld. Daar ben ik wars van.
Pieter werd terecht geëerd. Daar geen misverstand over. En de COVS is door de jaren heen ook veranderd. Dat ook op zeker. Gelukkig maar. Trouwens, misschien is af en toe een wedstrijdje blazen ook wel wat voor Bram van Polen. Als geen ander kent hij de ins and outs van het spelletje. Net als bijvoorbeeld Geert den Ouden dat in onze regio heeft gedaan. En Dick Jol wat langer geleden dat deed. Het scheidsrechterskorps kan nog wel een mannetje of 5000 gebruiken namelijk.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.