Afgelopen seizoen zat Eelko van der Linde als trainer 22 competitiewedstrijden op de bank bij FIOS, dat uitkwam in de vierde klasse C van Zuid I. Veel overwinningen werden er niet gevierd. Slechts vier keer stapte FIOS met een zege van het veld, eenmaal werd er gelijk gespeeld. Alle andere wedstrijden werden verloren. Omdat er ook in Zuid komend seizoen een vijfde klasse komt, degradeerden er maar liefst zes ploegen rechtstreeks en daar was FIOS bij. Dat stond eigenlijk al voor de winterstop vast, want het gat naar de veilige zesde plek was toen al heel groot. Het was het eerste seizoen van Eelko als trainer bij FIOS, nadat hij eerder als trainer al bij SNS werkzaam was geweest. Als je al voor de winterstop bijna zeker weet dat je club gaat degraderen, hoe houd je dan de moed erin als trainer? En bij je spelers? Hoe motiveer je hen? Waar train je op? En hoe denken de beleidsbepalers van FIOS hier over? We vragen het allemaal aan Eelko, die uitgebreid op alles ingaat.
Hoe ben je als trainer bij FIOS terecht gekomen?
Eelko: ‘Ik ben bijna drie jaar trainer geweest van SNS, maar op het einde van de rit was het niet leuk meer. Niet dat er iets mis was op de club, verre van dat, SNS is een heel leuke vereniging, waar ik nooit problemen heb gehad, maar er kwamen op het einde heel weinig spelers trainen. Ik heb dat een tijdje aangekeken, hoopte dat het weer zou aantrekken, maar dat gebeurde niet. Soms stond ik maar met een paar man op het veld. Ik kreeg er steeds minder plezier in en op het laatst ging ik zelfs met tegenzin naar de trainingen. Toen heb ik bij het bestuur van SNS kenbaar gemaakt dat ik het op die manier niet meer zag zitten en mijn contract vroegtijdig op wilde zeggen. Dat was een wedstrijd of vijf voor het einde van de competitie. Ik had de rit nog wel af kunnen maken om zo mijn centjes te krijgen, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik moet het wel naar mijn zin hebben en dat was op het laatst niet meer het geval bij SNS. Niet veel later las ik op VoetbalRotterdam dat FIOS een nieuwe trainer zocht. Ik heb toen Jan Hagens gebeld, toen nog assistent-trainer bij FIOS. Via hem kwam ik in contact met Stefan Baan, in die dagen nog de technische man bij FIOS. Tegenwoordig is hij voorzitter, maar dit terzijde.’
Wat gebeurde er na die contacten?
Eelko: ‘Ik werd uitgenodigd voor een gesprek. Met twee andere trainers is er ook gesproken en niet veel later werd ik gebeld dat er een tweede gesprek met mij volgde. In dat gesprek waren we er vrij snel uit. Ik werd aangesteld als nieuwe trainer van FIOS.’
Hebben ze jou naderhand nog verteld waarom de keus op jou gevallen was?
Eelko: ‘Een aantal seizoenen achter elkaar hadden ze met Hans de Rover en nadien nog een jaar met John van Leeuwen trainers uit de buurt van Rotterdam en die hadden spelers uit hun netwerk overgehaald om bij FIOS te komen voetballen. FIOS wilde een andere weg inslaan. Ze wilden terug naar de basis. Voetballen met zoveel mogelijk jongens uit het dorp, weer herkenbaar zijn. Ons kent ons. Daarom wilden ze een trainer die er ook zo instond, iemand uit de buurt en zo kwamen ze bij mij uit.’
Wat voor selectie trof je aan toen je begon?
Eelko: ‘Zes basisspelers waren er weg. Twee waren gestopt, twee waren naar DVV’09 vertrokken en twee jongens uit Rotterdam hadden ook afscheid genomen. Dat is een flinke jas die je uitdoet. Vanaf het begin waren de verwachtingen niet hoog. Het bestuur had gezegd dat het eerste elftal eigenlijk vanaf de grond opnieuw opgebouwd moest worden, met veel jonge jongens. ‘Het eerste jaar hopen we te overleven met die versterkte degradatieregeling’, zo hadden ze mij verteld en de bedoeling was om daarna stapjes voorwaarts te maken. Als trainer kreeg ik daar te tijd voor. Druk werd er niet opgelegd.’
Hoe verliep de voorbereiding?
Eelko: ‘We speelden in Nieuwe-Tonge een toernooi met NTVV, Flakkee en NOAD’67 uit Sint-Philipsland op Tholen. Dat ging eigenlijk best goed. We verloren de finale op strafschoppen. In de oefenwedstrijden daarna hebben we dingen uitgeprobeerd, gekeken wie waar het beste tot zijn recht kwam. Ook dat ging niet verkeerd. ga je eigenlijk met vertrouwen de bekerwedstrijden in, maar tegen Bolnes gingen we gigantisch op onze bek. We verloren toen met 10-0. Dan weet je meteen je plaats weer.’
En dan ga je de competitie in en verlies je de eerste vier wedstrijden. Hoe houd je dan de moed erin?
Eelko: ‘Je weet eigenlijk al een beetje dat je aan het einde van de rit waarschijnlijk een van de degradanten bent. Maar je houvast als trainer is wel de inzet en de motivatie van de spelers. Daar had ik helemaal niets over te klagen. Petje af voor de jongens dat ze er een hele competitie voor zijn blijven gaan, hoewel er weinig gewonnen werd. Ze waren er elke training bijna allemaal en niemand die een stapje minder zette. Omdat ik best wel een smalle selectie had, moest ik regelmatig beroep doen op jongens van het tweede elftal of van de Onder 17, die al een wedstrijd hadden gevoetbald. Als ik hen vroeg of ze naar het eerste wilde komen als ze klaar waren met hun eigen wedstrijd, dan kwamen ze, terwijl ze zelf bijvoorbeeld in Ooltgensplaat gevoetbald hadden en wij die middag naar Burgh Haamstede moesten. Maar ze kwamen! Geweldig is dat, vind ik.’
Hoe komt het dat die jongens zo zijn?
Eelko: ‘Omdat ze allemaal iets voor de club willen doen. FIOS is een dorpsclub, met heel veel mensen die voor de club leven. Mijn voetballers zijn ook zo en daarom is het zo leuk werken hier als trainer, ook al win je weinig. Tegen die versterkte degradatieregeling konden wij niet opboksen, goedbeschouwd wisten we dat op voorhand al. Met Duiveland, SKNWK en ZSC’62 had je al drie goede ploegen. Tel daar Herkingen’55 bij op omdat die elk seizoen wel bij de bovensten eindigt en dan zijn er nog maar twee plekken over om niet te degraderen. Maar dat betekent natuurlijk niet dat wij iets weggegeven hebben. Elke wedstrijden was er strijd, inzet en beleving, maar we kwamen gewoon kwaliteit te kort. Niet vreemd gezien onze piepjonge ploeg. Maar op wil, inzet en ook doorzettingsvermogen hebben wij toch vier wedstrijden weten te winnen. We zijn dan wel gedegradeerd, maar toch kijk ik met trots terug op dit seizoen. Hopelijk kunnen we komend seizoen in de vijfde klasse vaker winnen.’
Wat zeg jij dan op trainingen en in de wedstrijdbesprekingen tegen je spelers?
Eelko: ‘Dat het niet erg is dat ze fouten maken. Dat fouten er zijn om van te leren. Daar trainen we ook op, om die fouten zoveel mogelijk te vermijden. Veel passen en trappen, openen en bijsluiten, proberen de boel voetballend op te lossen en niet een bal blind wegschieten. Het vergt tijd om hen dit bij te brengen, maar die tijd is er. Het bestuur legt geen enkele druk op, ook nu niet na de degradatie. Het gaat erom dat we nu al bezig zijn om iets te bouwen voor over een paar jaar. Als onze spelers straks iets ouder zijn, als ze meer ervaren zijn en geleerd hebben van de gemaakte fouten, dan zie ik de toekomst toch wel met vertrouwen tegemoet, ook nu we gedegradeerd zijn. Daarom wil ik dat de spelers positief blijven en zich in blijven zetten. Daar hoef ik trouwens niet bang voor te zijn, want ik weet nu al dat ze ook volgend seizoen weer hun uiterste best gaan doen. Daarom heb ik het zo goed naar mijn zin hier. Ik hoef niet bij een hoger spelende club trainer te zijn. Ik ga nooit de UEFA B-opleiding doen. Ik voel me thuis bij clubjes als FIOS en eerder al SNS. Ik ben hier eigenlijk niet alleen trainer van het eerste elftal, ik probeer er voor heel de club te zijn. Ik heb wedstrijden gefloten van jeugdploegen, ik heb de dames getraind en ik ga op zaterdag ook vaak kijken bij de JO 15, de JO 17 of de dames. FIOS is een prima vereniging en het is nog steeds leuk, ook als je niet veel wint. Hopelijk winnen we komend seizoen iets vaker, dat zou helemaal mooi zijn.’
Hoe ziet je selectie eruit komend seizoen? Gaan er veel jongens weg?
Eelko: ‘Joris en Niels Buijs vertrekken en Jack Robbemond zal niet meer in de selectie zitten, maar is wel stand-by voor als we te weinig spelers hebben. In hun plaats komen Xavi Steijn, een keeper van het tweede elftal van Heerjansdam, Dylan Dijkman komt van de Onder 19 van de Jonge Spartaan, Brian van der Schaaf komt van het tweede van DBGC en Marcus Hubers komt van het derde van DVV’09. En er komen vier, vijf jongens door vanuit de Onder 17, een gecombineerd jeugdelftal van Den Bommel en FIOS. Op papier zijn we dus iets breder geworden en mogelijk kunnen we volgend seizoen een stapje maken. Op 3 augustus beginnen we weer. Dan hebben we weer het toernooi met Flakkee, NTVV en NOAD’67 en de oefenwedstrijden, thuis tegen SPS en Smerdiek liggen ook al vast. Ik kijk er nu al naar uit.’
Tot slot: speel je dan weer in Zuid?
Eelko: ‘Als het aan mij ligt worden we in dezelfde klasse ingedeeld met SNS, WFB, Melissant, NTVV, Flakkee. Dat zijn net als wij allemaal vijfdeklassers en van Goeree-Overflakkee afkomstig. Dan heb je lekker veel derby’s. Ik hoop echt dat we bij elkaar in dezelfde klasse komen. Dat mag ook in Zuid zijn, want voetballen in Zuid is echt heel leuk. Na elke wedstrijd blijven ploegen heel vaak hangen. Niemand gaat meteen terug naar huis, ook de uitspelende vereniging niet. In de kantines is het anderhalf uur na het einde van de wedstrijd nog steeds druk. Dat is ook heel leuk.’