In alle jaren dat Sparta Rotterdam uitkomt in de Eredivisie is het de eerste keer dat een tegenstander landskampioen kan worden. In 2005 was Sparta wel betrokken in een kampioensduel tegen Heracles Almelo, maar dit was een niveautje lager in de toenmalige Jupiler League. De medailles en de schaal lagen klaar op Het Kasteel om uitgereikt te worden aan Heracles, maar het feest ging niet door omdat Sparta zorgde voor een week uitstel.
Vandaag lukte het niet om het feest voor de kampioen uit te stellen. PSV is dit seizoen de absolute uitblinker van de Eredivisie en kroonde zich vandaag tot de terechte landskampioen.
Sparta-trainer Jeroen Rijsdijk begon met bijna dezelfde elf namen als vorige week tegen FC Volendam. Er was één wijziging en dat was een basisplaats voor Camiel Neghli. Dit ging ten koste van Shunsuke Mito, die nam op de bank plaats. Een dunbezaaide reservebank met vijf veldspelers en twee keepers.
PSV ging voortvarend van start en het was duidelijk de insteek om met een vroege voorsprong het kampioenschap al vroegtijdig te claimen. Maar PSV leek ietwat nerveus en de schaal bracht een beetje spanning in de Eindhovense benen. Metinho profiteerde in de 8e minuut door Sparta op voorsprong te schieten. En daar bleef het qua mogelijkheden niet bij. Eerst ging Benitez bijna de fout in door een terugspeelbal volledig verkeerde in te schatten en daarna viel de bal net niet goed genoeg bij het uitverdedigen bij PSV. Het gaat te ver om te zeggen dat Sparta na twaalf minuten op 0-3 had kunnen staan, maar als het echt efficiënt was geweest had dit zomaar realiteit kunnen zijn.
Het duurde tot de 20e minuut, en een aantal twijfelachtige arbitrale beslissingen van Dennis Higler, totdat Jerdy Schouten genoemd werd als doelpuntenmaker en PSV op gelijke hoogte bracht. De statistici zouden het doelpunt later op naam van Said Bakari schrijven. Het was wel het startsein voor de thuisclub om gas te gaan geven. Nadat de nervositeit van de ploeg afviel scoorde PSV in de 26e minuut de 2-1 na slecht verdedigend werk van Djevencio van der Kust. De linksback die de laatste weken in positieve zin opviel verloor de bal aan Luuk de Jong en hij bediende Bakayoko.
En toch werd het weer even spannend toen Koki Saito vlak voor het half uur weer de gelijkmaker achter Benitez schoot. De Japanse vleugelaanvaller stonde vogelvrij en kreeg een beetje hulp van Boscagli waardoor de bal in het doel vloog. Het gezegde dat kampioenswedstrijden vaak saai zijn kwam vandaag niet uit met vier doelpunten binnen een half uur. In het laatste kwartier voor rust was PSV logischerwijs het meest gevaarlijk en had het volop balbezit. Sparta moest het hebben van een sporadische counter, maar stond vooral met de rug tegen de muur.
In de 57e minuut gebaarde Dennis Higler dan de bal gespeeld werd door een PSV’er, dat resulteerde in een noodgedwongen wissel van Camiel Neghli omdat de bal niet gespeeld werd door Tillman, maar de enkel wel van de Sparta-aanvaller. Die kon niet verder en werd vervangen door Shunsuke Mito.
In de 67e minuut scoorde Boscagli de 3-2 na een heel fraaie vrije trap. Mike Eerdhuijzen was hem kwijt nadat een slim lobje van Veerman over de gereedstaande muur werd geplaatst. Het Philips Stadion kwam ineens tot leven nadat het 67 minuten acteerde als een stiltecoupé van een intercity. Het zullen de kampioenskrimbels zijn geweest die voor wat nervositeit zorgden bij het Eindhovense publiek.
Sparta was in het laatste kwartier niet bij machte om nog voor een gelijkmaker te gaan en PSV was tevreden met de stand waardoor de wedstrijd naar het laatste fluitsignaal kabbelde. De 4-2 van Jordan Teze zorgde voor de definitieve beslissing. Dit ging na een prachtige assist van Ricardo Pepi.
De felicitaties zijn voor PSV dat het 25e landskampioenschap gaat vieren. Sparta speelt volgende week zondag de uitwedstrijd bij FC Utrecht en gaat dan verder in de strijd om een plaats in het linkerrijtje.
Sparta Rotterdam: Nick Olij, Said Bakari (88. Sergi Rosanas), Bart Vriends (88. Rick Meissen), Mike Eerdhuijzen (88. Tijs Velthuis), Djevencio van der Kust, Jonathan de Guzman (88. Charles-Andreas Brym), Camiel Neghli (57. Shunsuke Mito), Metinho, Tobias Lauritsen, Pelle Clement, Koki Saito.
