Af en toe bezoek ik een voetbalvereniging in de regio van mijn woonplaats. Omdat ik het toch niet laten kan af en toe de geur van gras op te snuiven dat vermengt wordt met het zweet van voetballers en de arbitrage. Soms letterlijk, soms figuurlijk. Want mijn reukvermogen wordt anders op de proef gesteld als het groen niet echt maar kunst is. Moet bekennen dat wat je opsnuift in het laatste geval niet te harden is. Zeker als het weer (weer) warm is.
Enkele weken geleden bekeek ik een tweetal wedstrijden bij een club in de polder, vlakbij de Merwede. Een standaard match tussen mannen, voorafgegaan door een ontmoeting tussen het eerste vrouwenelftal. Een vereniging met vrij veel jeugdteams, een stuk of zes heren- en twee damesteams. Bij de jeugd spelen zeven meisjesselecties. Vrij uniek voor een leefgemeenschap bestaande uit enkele duizenden inwoners.
De vrouwen speelden tegen een gedreven elftal uit Sliedrecht, waar vrij veel talenten in rondlopen. Kregen ook aardig klop. Men wist één keer te scoren, maar de gasten maakten er maar liefst twaalf. En daar zaten beauty’s tussen. Zonder seksistisch te willen zijn waren de twee keer 45 minuten zeer welbesteed. Wat verder nog opviel was een talentvolle scheidsrechter. Ze was pas 18 jaar, maar hanteerde de fluit alsof ze ermee geboren was. En stond haar mannetje waar dit van haar werd verlangd. Ik kende haar nog niet, maar ze bleek de jongste dochter te zijn van een oud-collegascheidsrechter die ik een aantal keren heb meegemaakt tijdens trainingen bij de scheidsrechtersvereniging. Ze had het niet van een vreemde dus. Haar vader praatte me na haar wedstrijd even bij. Was gestopt vanwege knieproblemen en zijn dochter had het nu van hem overgenomen. Was geslaagd bij de KNVB vereniging-scheidsrechtercursus en zal begin september van dit jaar opgaan voor de vervolgcursus om ook voor de bond te gaan fluiten.
Bij de mannen trad een door de KNVB aangestelde scheidsrechter aan die – toen ik me wat verder daarin verdiepte – begonnen was in 2002 en toen 51 was. Had jarenlang gevoetbald en daarna de trainerscursus gevolgd. Maar had van dat laatste na een jaar of vijftien genoeg en wilde het spelletje op een andere manier gaan bekijken.
Ik moet zeggen dat ik altijd respect heb voor wat collega-arbiters presteren. Maar soms heb ik daar ook mijn twijfels over. Beide teams gingen er volledig voor en irritaties ontstonden toen de bedrieglijk kwiek ogende scheidsrechter maar niet de middenstip uitkwam. Behalve bij corners of vrije trappen in de buurt van de zestien bleef hij op zo’n twintig tot 25 meter van de achterlijn staan. Anders kon hij het allemaal niet meer belopen.
Het was aan de discipline bij beide teams en begeleiding te danken dat het niet uit de hand liep. Maar na afloop van de in gelijke cijfers beëindigde clash waren de reacties eensgezind. Niet positief, zachtjes uitgedrukt.
Ik nam voordat ik weer naar huis ging de tijd om er een aantal aan te horen. Kort samengevat vond een overgrote meerderheid dat men op hun niveau arbiters verdiende die een goede conditie hebben, van achterlijn tot achterlijn moeten kunnen mee sprinten en posities in kunnen nemen waardoor ze zelf spelsituaties goed kunnen blijven beoordelen. Daar was, en ik was het met hen eens zonder dat in woord of gebaar te bevestigen, deze ontmoeting geen enkele sprake van. Het ging nu om een derde klasse wedstrijd. Meerdere malen hoorde ik het woord ‘leeftijdsgrens’. Men vond 55-60 jaar de limiet. Als net 60-jarige bezorgde me dat wel een gevoel van dus-net-niet-te-oud zijn. Maar ik fluit alleen nog bij gelegenheden. En ik ken collega’s die ouder zijn dan ik maar nog prima dat niveau en zelfs nog (veel) hoger aankunnen.
Eén speler kwam met de juiste opmerking waar het feitelijk aan schort. ,,Scheidsrechters worden tegenwoordig te weinig beoordeeld. Krijgen zelden nog te horen of ze het nog goed genoeg kunnen. Of ze misschien op een lager niveau, of beter helemaal niet meer kunnen gaan fluiten.”
Hij heeft volkomen gelijk. Daar moet de KNVB veel meer aandacht aan schenken. En wat aan gaan doen. Anderzijds weet ik dat wekelijks maar 10% van de 32000 wedstrijden door KNVB scheidsrechters wordt gefloten. Dat de KNVB graag minimaal 5500-6000 gediplomeerde arbiters wil inzetten. Dat het aantal rapporteurs sterk is teruggelopen, net als het aantal begeleiders.
Men moet het dus wellicht nog jaren doen met wat er aan wijn in het vat zit. Ook al is een deel ervan verzuurd. Een nieuw initiatief vanuit de scheidsrechters zelf, in de regio Westland, dat onlangs is gestart juich ik van harte toe. Maar als de KNVB dit niet voldoende ondersteunt én het niet landelijk overneemt en uitzet dan zal uiteindelijk het meest positieve signaal verstommen. Laat dit niet gebeuren, mensen.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.