Over een paar maanden wordt hij 40. Het lichaam wordt wat stroef, na elke wedstrijd voelt hij steevast pijntjes, maar Sanin Stupac voetbalt nog altijd in een eerste elftal. Dit seizoen bij Egelantier Boys, de club waar hij eerder al actief was. Hij traint nog altijd twee keer in de week en samen met een boel vrienden staat hij op elke zaterdagmiddag op het veld. Spits is hij en het scoren is hij nog altijd niet verleerd. In de thuiswedstrijd tegen Blijdorp, een paar weken geleden, scoorde hij vier keer. Wij hebben contact met Sanin opgenomen omdat we van hem willen weten waarom hij ‘op zijn oude dag’ nog altijd in een eerste elftal voetbalt en ook hoe het er aan toe gaat bij Egelantier Boys. Bij hem thuis aan de koffietafel, bij een bakje koffie en een lekker taartje, vertelt hij alles wat we willen weten.
Je voetbalt nu bij Egelantier Boys. Bij welke andere clubs heb je in voorgaande jaren gevoetbald?
Sanin: ‘Zoveel andere clubs heb ik eigenlijk niet gehad. Ik ben altijd tamelijk honkvast geweest, omdat ik hechtte aan een vertrouwde omgeving, waar de sfeer prettig was. Als dat het geval was, bleef ik meestal meerdere jaren bij een club. Ik ben begonnen bij ODC, dat na een naamsverandering Spaland werd. Dat is nu opgegaan in Kethel Spaland. Bij Spaland kwam ik als 15-jarige al in het eerste elftal en daar voetbalden spelers die hoog gevoetbald hadden en waarvan ik heel veel geleerd heb. Dick Sparrenboom bijvoorbeeld. Ik heb een jaar bij VFC gevoetbald, met Peter van Gestel ben ik vervolgens naar SCO’63 gegaan, waar ik ook nog een jaar in de eerste klasse heb gevoetbald. En daarna was het altijd COAL of Egelantier Boys.’
Waarom Egelantier Boys dit seizoen?
Sanin: ‘Ik had het bij COAL goed naar mijn zin en het voetballen op zondag, bij clubs ver weg in Brabant, was geen enkel probleem. Voetballen in Brabant is leuk, bij heel veel ploegen gaat het er gemoedelijk aan toe. Daarom ben ik dus niet weg gegaan. Maar na vorig seizoen was het bij COAL niet helemaal duidelijk hoe de selectie er uit zou gaan zien. Veel jongens twijfelden of ze zouden blijven. Ik heb veel vrienden bij COAL, maar ook bij Egelantier Boys. Die bij Egelantier Boys vroegen of ik bij hen kwam voetballen. Omdat het nog altijd niet duidelijk was bij COAL, heb ik toen voor mezelf de knoop doorgehakt en ben naar Egelantier Boys gegaan.’
En zijn die jongens die twijfelden alsnog bij COAL gebleven of zijn ze naar andere clubs vertrokken?
Sanin: ‘Ze zijn bijna allemaal gebleven en ze hebben met Fouzi Mesaoudi dit seizoen een prima trainer, dus ik had net zo goed bij COAL kunnen blijven, haha. Maar ik zit nu bij Egelantier Boys en dat is ook een fijne club. Vroeger heb ik er ook al een aantal jaar gevoetbald, dus het voelt vertrouwd, zeker ook omdat ik samen voetbal met vrienden. Maar dat deed ik bij COAL ook, haha. We delen het voetbalcomplex aan de Schulpweg met Pretoria. Zij trainen op dinsdag en donderdag en voetballen op zondag. Wij voetballen op zaterdag en trainen op maandag en woensdag. We voetballen in de Vierde Klasse en staan er op de ranglijst niet al te best voor. Vroeger zou ik me daar druk over maken, tegenwoordig laat ik het veel meer gaan. Niet dat ik niet wil winnen, maar om dat te doen, heb je wel elf spelers nodig.’
Hoe bedoel je dat?
Sanin: ‘Bij ons in de selectie zit best wel een aantal goede voetballers. We hebben dus genoeg kwaliteit in huis, maar veel ploeggenoten hebben er niet alles voor over. Ze komen niet altijd trainen. En als je niet komt trainen zonder daar een goede reden voor te hebben, dan zit je zaterdag op de bank, zo beslist onze trainer Edin Cehajic. Daar heeft hij wel gelijk in, vind ik. Ikzelf ben er elke training en zou graag zien dat iedereen er ook altijd is. Maar dat doen ze jammer genoeg niet allemaal. Ik kan niet in hun agenda’s kijken, ik kan en wil niemand dwingen, maar vind het wel jammer. Als iedereen komt trainen, zouden ze fitter zijn en zouden we hoger op de ranglijst staan. Dat weet ik zeker. Maar het is goed zo, hoor. Ik mopper niet. Ik wil niet negatief overkomen. Het is, zoals het is. Voetballen is het allerleukste dat er is, ook op deze leeftijd nog en ik laat mijn plezier door niets en niemand vergallen. En de derde helft vergoedt ook veel. Dan blijven we allemaal hangen en is het heel gezellig. Dat is voor mij ook heel veel waard.’
Je bent bijna veertig. Gaat het lichaam nog niet protesteren bij twee keer in de week trainen en voetballen op zaterdag?
Sanin: ‘Na wedstrijden voel ik wel pijntjes. Dan merk ik dat ik niet meer de jongste ben. Maar ik ben best wel fit hoor. Misschien ben ik een paar kilootjes te zwaar, maar ik ben van plan om als het beter weer wordt door de week een paar keer te gaan hardlopen. Want ik wil zo lang mogelijk blijven voetballen. Bij Egelantier Boys of bij COAL, dat is me eigenlijk om het even. Maar voetballen is veel te leuk om nu al te stoppen. En in een lager elftal gaan voetballen wil ik niet. Het is voetballen in een eerste elftal of stoppen, maar ik ben nog niet van plan dat laatste te gaan doen.’
En als je over een paar jaar wel gaat stoppen, wat dan?
Sanin: ‘Ik blijf in ieder geval actief in de voetballerij, maar wat ik ga doen, dat weet ik nog niet. Ik twijfel nog. Ik train nu mijn zoontjes bij COAL en dat is leuk om te doen. Misschien word ik wel trainer. Maar scheidsrechter worden lijkt me ook wel iets. Ik heb altijd heel veel respect gehad voor scheidsrechters, ook nu nog op dit niveau. Om dat zelf te gaan doen, lijkt me leuk. We zien wel wat het wordt. Eerst nog een paar jaartjes voetballen.’
Tot slot: hoe kijk je terug op al die jaren dat je gevoetbald hebt?
Sanin: ‘Bij al mijn clubs heb ik het prima naar mijn zin gehad, ik heb er overal goede vrienden aan overgehouden en overal kom ik nog graag, maar misschien had ik achteraf gezien toch eens een uitstapje moeten maken naar clubs die hoger speelden. Dat ene jaar in de eerste klasse met SCO’63 smaakt achteraf wel naar meer. Wij hadden toen een heel hecht team. Er speelden toen bij ons eigenlijk helemaal niet zo veel goede voetballers, maar de onderlinge band en met de mentaliteit, daar was niks mis mee. En dan rendeer je als spits ook veel meer. Bij andere, hoger spelende clubs zou dat misschien ook wel het geval geweest zijn. Maar die stappen heb ik nooit gezet, omdat ik hechtte aan sfeer, aan vertrouwde omgevingen. Spijt is een groot woord, maar soms vraag ik me zelf wel eens af wat er gebeurd zou zijn als ik die stap wel had gezet.’
Topper!
Hoogtepunt was natuurlijk Praag 🙂