Zaterdag stond de wedstrijd Vierpolders-Rhoon op het programma. Rhoon boekte de afgelopen week een paar fraaie successen door eerst na strafschoppen derde divisionist Barendrecht uit te schakelen voor de VoetbalRijnmond Cup en daarna op zaterdag Excelsior’20, toenmalig koploper van de derde klasse D, met een 5-2 nederlaag terug naar Schiedam te sturen. Als zo’n ploeg in the winning mood bij je op bezoek komt, ga je er als laagvlieger Vierpolders niet een-twee-drie vanuit dat je gaat winnen. Vierpolders had de laatste drie wedstrijden namelijk verloren en was op de ranglijst afgezakt naar de onderste helft. De verwachtingen bij de ploeg van trainer Arjan Vuik moeten dus niet al te hooggespannen geweest zijn, neem ik aan.
Wat doe je dan als trainer? Het antwoord ligt voor de hand: achterover leunen, compact voetballen en gokken op de counter. En natuurlijk van je spelers eisen dat ze tot het gaatje gaan en zich voor de volle honderd procent inzetten. Wat dit laatste betreft hoeft een trainer bij Vierpolders nooit te wanhopen. Alle spelers stropen de mouwen op als ze het veld betreden. Ze vreten nog net niet het gras op, de doelpalen worden ook niet omvergelopen, maar er wordt met een tomeloze energie gestreden voor elke meter en niemand trekt zijn poot terug. Nou wil ik hiermee niet zeggen dat Vierpolders een verzameling schoppers is, want over de schreef zie je bij die ploeg niemand gaan, hoewel vlak voor tijd middenvelder Paul Santra met twee gele kaarten, dus rood van het veld werd gestuurd. Maar die kaarten waren beide zwaar bestraft, zo veel kwaads had Paul niet in de zin. Maar hij wilde niet van wijken weten en liet zich de kaas nooit van het brood eten.
Zijn ze bij Vierpolders allemaal zo? Of is er ook iemand die een beetje lijn in het spelletje kan brengen, hoor ik u al vragen. De eerder genoemde Paul Santra probeerde dat, nummer 10 Martijn Rollof had af en toe een flitsende actie, invaller Vincent Bieling snoepte aanvoerder Stanley Husen de bal af en scoorde na een flinke sprint de 1-0, maar Sam de Haan kon me het meest bekoren. Sam is een jonge verdedigende middenvelder en aan hem zit toch wel een opmerkelijk verhaal vast. Hij heeft een verleden bij SC Voorne, waar hij samen heeft gespeeld met jongens die nu bij Vierpolders voetballen. Voor zijn studie aan de TU verhuisde hij naar Delft, ging bij Vitesse Delft in het tweede voetballen, maar maakte in de laatste overschrijvingsperiode de overstap naar Vierpolders, om weer samen te gaan voetballen met de jongens waarmee hij dat bij SC Voorne deed. Een basisspeler is Sam bij Vierpolders nooit geworden. Trainer Jan Lecker liet hem af en toe wel eens invallen en ook Arjan Vuik, die in februari trainer werd na het vertrek van Lecker, maakte weinig gebruik van hem.
Zaterdag in de thuiswedstrijd tegen Rhoon stond Sam voor de eerste keer aan de aftrap. Dat was omdat Joris van Driel op skivakantie was geweest en daardoor een week niet getraind had. Van de keus voor Sam moet Arjan Vuik geen spijt hebben gehad. Sam voetbalde alsof hij al tien jaar bij Vierpolders in het eerste voetbalt. Altijd was hij aanspeelbaar, vaak eiste hij de ballen op en telkens wanneer hij die had en naar een ploeggenoot had getransporteerd, bleef hij in beweging om alweer aanspeelbaar te zijn. Het mooiste was dat hij op zulke momenten met zijn handen naar zijn voeten wees, om maar duidelijk te maken dat daar de bal moest komen. Hij maakte ontzettend veel meters en was heel vaak op het juiste moment op de juiste plek om als stoorzender en balafpakker handelend op te treden. Hij had altijd een goed oog voor de organisatie en ontregelde menige aanval van de bezoekers. En als bijvoorbeeld een beweeglijke jongen als Jibbe van Kammen de diepte zocht, rende Sam met hem mee en dichtte dat gaatje. Zo was hij ervoor verantwoordelijk dat Rhoon lange tijd niet gevaarlijk werd.
En toen invaller Vincent Bieling de allereerste keer dat hij aan de bal was meteen de 1-0 maakte, hing er een lange tijd een grote verrassing in de lucht. Er moesten toen nog bijna 20 minuten gevoetbald worden na die goal, maar Sam de Haan en zijn ploegmaten werden zo mogelijk nog onverzettelijker. Natuurlijk ging Rhoon op zoek naar de gelijkmaker en misschien nog wel meer, maar Sam bleef heel vaak in de weg lopen en was nog altijd onvermoeibaar in de weer. De gelijkmaker viel vlak voor tijd. Jeroen Oster stond bij een door Ryan van Dijk getrapte corner volkomen vrij en kon ongehinderd raak koppen. Hoe kon Jeroen zo vrij staan? Had Sam daar niet bovenop moeten zitten? Had hij niet iemand bij Oster moeten neerzetten, Vincent Bieling bijvoorbeeld, zijn directe tegenstander? Ik wil Sam dat doelpunt niet aanwrijven, zeker niet. Maar ook hij had moeten zien dat Jeroen wel erg vrij stond.
Hoe dan ook, trainer Arjan Vuik moet toch een goed gevoel hebben overgehouden aan het optreden van Sam de Haan, die het zo maar eens voor elkaar gekregen kan hebben dat Arjan hem zaterdag uit bij DVO’32 als eerste op zijn lijstje noteert. Volkomen terecht zou dat zijn, vind ik.