Hij is als trainer aan zijn vierde seizoen bezig bij NSVV, voor het eerst als enige hoofdtrainer. De voorbije drie seizoenen stond hij samen met Peter Broekman aan het roer, maar nu beslist Michael Nijssen alles alleen. Hij is bezig aan zijn laatste voetbaljaar bij NSVV, want Michael gaat de opleiding voor Voetbal Coach 4 volgen, de voormalige UEFA-A. In het kader van die opleiding zal hij volgend seizoen stage gaan lopen bij Smitshoek, waar Edwin de Koning de scepter zwaait. Waarom hij besloten heeft de VC4-opleiding te gaan volgen en waarom hij NSVV gaat verlaten, daar willen we alles van weten. En ook hoe het tot nu toe gaat bij NSVV, want dat presteert dit seizoen na het kampioenschap vorig jaar en dus promotie naar de eerste klasse verrassend goed. Hoe verklaart hij dat? Gespreksstof genoeg dus, waar Michael graag voor aanschuift.
Laten we beginnen met het terugtreden van Peter Broekman aan het einde van vorig seizoen. Peter is de man waarmee jij de voorbije drie jaar samen trainer was bij NSVV en samen ook alles beslisten. Waarom doen jullie het dit seizoen ook niet meer samen op die manier?
Michael: ‘Omdat Peter niet meer de jongste is en meer tijd aan zijn gezin wilde besteden en daarom wilde stoppen. Hij is meer dan 20 jaar trainer geweest bij onder meer Maasdijk, MVV’27, VDL en ook twee periodes bij NSVV, waarvan drie jaar dus samen met mij. Hij vond het nu wel genoeg. Hij wil zijn vrije tijd op een andere manier gaan doorbrengen, meer tijd samen met zijn vrouw doorbrengen. Onlangs ben ik met hem nog een hapje gaan eten en hij heeft van zijn besluit om te stoppen geen spijt. Op een trainingsveld staan met het weer van de laatste maanden, dat miste hij niet, zei hij. Hoe hij dat gaat ervaren als het weer beter wordt, dat weet ik niet. Ik vond het in ieder geval wel jammer dat Peter stopte, want we hebben drie seizoenen op een heel prettige manier samengewerkt, met het kampioenschap van vorig jaar als mooie bekroning. Hij is dus wel gestopt op een hoogtepunt, dat moet ik hem nageven. En naast het feit dat we drie jaar geweldig hebben samengewerkt hebben wij er ook een hele goede vriendschap aan over gehouden en dat is misschien nog wel het mooiste van die periode.’
Dat betekent dat jij bij NSVV alleen verder moest. Of heb jij, of de club, toen overwogen iemand anders naast je te zetten?
Michael: ‘Nee. Ik bleef bij NSVV, dat had ik al in een vroegtijdig stadium aangegeven. Na het besluit van Peter om te stoppen is het altijd de bedoeling geweest, zowel van de club als van mij, dat ik de enige hoofdtrainer zou worden. Ik heb trouwens wel iemand naast me. Dat is Peter van Vugt, mijn assistent. Hij is van IFC gekomen, waar hij assistent was van Ron Timmers. Dit seizoen is hij dat dus hier, bij NSVV.’
Wat hebben jullie na het kampioenschap van vorig jaar dit seizoen in de eerste klasse als doel gesteld?
Michael: ‘Dat hebben we af laten hangen van wat de spelers wilden. Vorig jaar was dat totaal anders. Toen hebben we als staf vanaf het allereerste moment verkondigd dat er maar één doel was, namelijk kampioen worden. We hadden al een paar jaar bovenin meegedraaid, maar voor kampioenschap kwamen we steeds net iets tekort en in de nacompetitie is het ook nooit gelukt om het stapje hoger te maken. Daarom moest het vorig seizoen echt eens gaan gebeuren. We wilden hoe dan ook kampioen worden. Dat vertelden we de spelers en dat brachten we steeds ook naar buiten. Arie Kruithof, onze voorzitter, hield nog een slag om de arm en wees op de uitschakeling door Wieldrecht in de nacompetitie een jaar eerder en zelfs ook op de uitschakeling door Groote Lindt in de finale van de nacompetitie van vijf jaar geleden, maar daar hadden wij geen boodschap aan. Wij wilden kampioen worden. Die druk legden we ons op’
Dat is dus goed afgelopen, want jullie werden inderdaad kampioen.
Michael: ‘En niet meer dan terecht. Alle drie de periodes vorig seizoen eindigden wij bovenaan.’
Maar maak je verhaal eens af: wat is dit jaar het doel?
Michael: ‘Zoals ik daarnet al zei hebben we dat van de spelers laten afhangen. Natuurlijk hadden we met de staf vooraf onderling al een doel gesteld, maar op de eerste bijeenkomst met de spelersgroep hebben we hen gevraagd op te schrijven welk doel zij zelf hadden.’
En? Wat was hun doel?
Michael: ‘In ieder geval directe handhaving en zo hoog mogelijk eindigen, met liefst nog een periodetitel erbij. Daar waren we heel blij mee, want zelf hadden we ons als staf dit doel ook gesteld. Mooi dus dat de spelers er ook zo over dachten. Kijk, we hadden ook kunnen stellen dat we voor handhaving zou gaan. Maar dat vind ik toch iets te gemakkelijk. Dan ga je snel achteroverleunen en het te makkelijk opnemen, denk ik. Daarom ligt de lat hoog. Ik zie veel liever dat we een heel seizoen lang op onze tenen moeten lopen en dat we er samen met de spelers het maximale aan doen om er zoveel mogelijk uit te halen en zo te werken aan een doel dat spelers zelf hebben gesteld. Op die manier kan je spelers ook wijzen op dat zelf gestelde doel en de daarbij behorende afspraken als het een keer wat minder gaat.’
Zijn er ten opzichte van vorig seizoen veel wijzigingen in de selectie?
Michael: ‘Dat viel wel mee. Er zijn vier spelers vertrokken en we hebben er vier nieuwe jongens bij gekregen, waarvan er drie basisspelers zijn. Al met al denk ik wel dat we er sterker op zijn geworden, zeker in de breedte.’
Train je nu anders dan in de vorige seizoenen?
Michael: ‘Toch wel. De nadruk ligt nu nog meer op het fysieke. Op conditie en uithoudingsvermogen dus. We zijn niet de beste ploeg in de eerste klasse en we hebben niet de beste spelers, maar je moet natuurlijk wel punten halen. Daarom moet de conditie optimaal zijn. Vanaf de start van de voorbereiding hebben we daar heel veel aandacht aan besteed, eerst door alle spelers uitvoerig te testen. Daar hebben we een professionele organisatie voor ingehuurd, die bij alle spelers de snelheid mat bij sprints over 20 en 30 meter en bij slaloms, opnam hoe hun hartslag was en ook hoe hun herstel was na inspanningen. Daar werden we veel wijzer van, want op basis van de gegevens die we zo tot onze beschikking kregen, konden passende trainingen opgesteld worden om de conditie en het uithoudingsvermogen een heel seizoen op peil te houden. Ook nu nog besteden we daar trouwens veel aandacht aan. Elke dinsdag komt Hans van der Hart loop- en krachttrainingen doen met de spelers. Hans is afkomstig uit de atletiekwereld. Niet alle spelers zien hem elke dinsdag graag komen en niet alle jongens vinden dit leuk, maar het werk dat onder Hans geleverd wordt, zorgt er wel voor dat we 90 minuten lang kunnen blijven gaan in wedstrijden en ook in de extra tijd. En dat levert ons ook iets op.’
Wat dan?
Michael: ‘Tegen Sliedrecht maken we in de laatste minuut de winnende treffer, tegen Terneuzense Boys scoren we ook in de laatste minuten en winnen daardoor die wedstrijd, tegen BVCB maken we in blessuretijd gelijk en ook tegen XerxesDZB en Spijkenisse pakken we drie punten omdat we het een hele wedstrijd lang vol kunnen houden. We staan nu vrij ver bovenin, maar dat is niet vanzelfsprekend. Dat is omdat we keihard werken, omdat de conditie goed is en ook omdat we een paar spelers hebben die het verschil kunnen maken. En omdat we een heel hechte groep hebben, waarvan 85 procent van de spelers hier in de jeugd gevoetbald heeft. Het mooie is ook dat spelers hier niet betaald worden en zelfs contributie moeten betalen. Ze krijgen wel puntengeld, maar dat geld wordt in een potje gestopt en gaat dan naar een bijdrage voor het trainingskamp, voor de spelersbus naar verre uitwedstrijden, voor een kratje bier na de wedstrijd of naar nieuwe voetbalschoenen. In een interview eerder in de krant heb ik gekscherend wel eens gezegd dat we campingelftal op niveau zijn en dat is ook zo, zeker als je het afzet tegen veel andere ploegen in onze klasse. Daarom is het zo mooi dat we goed presteren. ’
Op het moment van spreken staan jullie vijfde. (Na het gelijkspel tegen Nieuw-Lekkerland achtste, red.) Had je daar vooraf op gerekend?
Michael: ‘Gehoopt wel, maar de eerste twee competitiewedstrijden gingen helemaal niet zo voortvarend. De eerste wedstrijd verloren we van Papendrecht en de week daarna verloren thuis met 6-0 van Nieuw-Lekkerland. Dat was op de dag dat er in het dorp de jaarlijkse Wijnroute was, in Numansdorp een groot feest. Ik ben die avond thuis gebleven, omdat ik wist dat iedereen zou beginnen over onze povere start in de eerste klasse. Ik zou weinig biertjes krijgen, vermoedde ik. Als je die twee wedstrijden gewonnen had, dan had ik nergens hoeven te betalen, haha. Gelukkig ging het daarna beter. Ik ben tevreden met de punten die we nu hebben, al blijft het gat naar onderen best nog klein. Zo is het verschil tussen plek 3 en plek 9 slechts 5 punten. De verschillen in deze klasse zijn heel klein en blijven dat ook. Iedereen kan van iedereen winnen.’
Je gaat volgend seizoen UEFA-A doen, een opleiding die nu Voetbal Coach 4 heet. Je was al toegelaten om dat dit seizoen te kunnen doen. Waarom ben je toen niet begonnen?
Michael: ‘Omdat ik heel laat te horen kreeg dat ik tot die opleiding toegelaten was. Dat kwam door de WK in Qatar, waar veel KNVB-mensen bij aanwezig waren. Ik had eerder al toegezegd bij NSVV trainer te blijven en als ik de cursus dit jaar wel gedaan zou hebben, had ik een stageplek bij een club in de Vierde Divisie moeten hebben of hoger. Dat zou dan betekenen dat ik niet verder kon bij NSVV. Daarom heb ik, met instemming van de KNVB, de deelname aan die opleiding een jaartje opgeschort. Volgend seizoen doe ik de opleiding wel. En dan ga ik stage lopen bij Smitshoek, waar Edwin de Koning trainer is. Samen met Richard van Cappellen, die zeven jaar trainer was van Spirit, word ik assistent. Edwin de Koning is een collega op mijn werk, dus dat ik stage bij hem kon gaan lopen was zo geregeld, haha.’
Waarom wil je die cursus trouwens gaan doen?
Michael: ‘Omdat ik de ambitie heb om ooit trainer te zijn van een club in de Vierde Divisie of hoger. Het is niet zo dat ik koste wat koste naar een club van dat niveau moet gaan, bij veel clubs op een lager niveau kun je als trainer namelijk ook goed je ei kwijt, maar als zo’n kans komt, wil ik hem wel kunnen pakken. Daarom dus die cursus.’
Hoe denken ze daar thuis over? Ben je straks nog minder vaak thuis dan nu.
Michael: ‘Mijn vriendin komt ook uit de voetbalwereld. Voorheen filmde ze de wedstrijden en maakte daar samenvattingen van die op de website van de club verschenen en die ik dan ook weer kon gebruiken om spelers iets uit te leggen. Sinds anderhalf jaar hebben we een dochtertje, dus op de voetbal doet ze nu een stuk minder. Maar ze is er elke uit- en thuiswedstrijd nog wel met de kleine. Ze snapt dat ik de cursus wil gaan doen en steunt me daarin. Ze vindt het goed. En daar prijs ik me heel gelukkig mee.’