Hij werkt als assistent al voor het vijfde jaar samen met hoofdtrainer Peter Wubben bij Spijkenisse en die samenwerking is bijzonder innig. Ze zijn lang niet altijd twee handen op één buik, maar ze vullen elkaar prima aan en de som van hun samenwerking is altijd een speelplan en een opstelling waarover ze het beiden eens zijn. Maar daar gaat veel werk en overleg aan vooraf, want Davey van Velzen legt het accent meer dan Peter op de verdediging. Steeds meer mag Davey doen, maar zaterdag tijdens en na de wedstrijd tegen Terneuzense Boys moest hij even niks van Peter Wubben hebben en bewaarde de nodige afstand, ook om de rust in zichzelf te bewaren. De laatste 10 minuten van de wedstrijd tegen Terneuzense Boys zat hij daarom niet meer naast Peter op stoeltjes naast de dug-out, maar aan de andere kant, op een kratje waar de drankflessen inzitten. Wubben was namelijk finaal uit zijn stekker gegaan toen Terneuzense Boys door een paar domme acties van zijn eigen spelers op 1-1 kwam en hij voorzag dat de wedstrijd uit handen gegeven ging worden. ‘Door dat soort fouten gaan wij nooit kampioen worden’, foeterde hij hardop. Davey van Velzen, zijn onafscheidelijke assistent, eentje waarmee lief en leed gedeeld wordt en elke wedstrijd grondig wordt voorbereid, zat naast hem op een stoeltje langs het veld en was bij die 1-1 ook enige tellen uit het lood geslagen. Maar Davey reageerde meer ingetogen, hoewel je kon zien dat hij ook zat te balen.
Ook in de rust in de kleedkamer, een kwartiertje later, was Davey rustig. Hij had gezegd dat Peter Wubben maar even afstand moest bewaren. De hoofdtrainer was er dan ook niet bij toen hij de spelers nog eens wees op wat er vooraf afgesproken was. De speelwijze die hij en Peter voor het vertrek uit Spijkenisse de spelers voorhielden zat logisch in elkaar. De verwachting was dat de thuisploeg op hun knollenveld fysiek voetbal zou gaan spelen en alles ging doen om Spijkenisse uit hun spel te halen en dat zou maar op één wijze succesvol tegemoet getreden kunnen worden: lange ballen op Jeffrey Duijnstee, de rest aansluiten en opkomende middenvelders en backs die vanaf de zijkanten voorzetten zouden afleveren.
‘Wij zijn voetballend een betere ploeg dan zij en daarom gaan we winnen’, besloot Peter Wubben het tactisch praatje dat hij en Davey de spelers voorgelegd hadden en waarbij Peter Wubben de opmerking maakte dat Davey de wedstrijd benaderd had alsof er tegen Real Madrid gevoetbald moest worden. Het tekent de gedrevenheid van de 29-jarige Davey, die hoopt ooit eens hoofdtrainer op dit niveau te worden en liefst nog hoger. Niet voor niets heeft hij zich wederom aangemeld voor de opleiding Voetbalcoach 4, de voormalige UEFA-A. Twee jaar geleden had hij dat ook al eens gedaan, maar toen was hij door de KNVB afgewezen, omdat hij ervaring zou missen. Tot zijn grote vreugde is hij ditmaal wel toegelaten tot de cursus, die juni 2024 zal gaan starten.
Wat ervaring betreft was de uitwedstrijd tegen Terneuzense Boys een goede les, eentje die hij als hoofdtrainer later ook nog wel eens zal gaan meemaken. Heb je er alles aan gedaan om je spelers duidelijk te maken hoe de tegenstander bestreden moet gaan worden, blijkt dat in eerste instantie alles uitkomt zoals je dat voorspeld hebt en dan glipt plots alles uit handen. Wat er zaterdag allemaal in Terneuzen gebeurde, daar zal Davey later nog vaak met afgrijzen aan terug denken. Het eerste kwartier was er nog niets aan de hand. Na 7 minuten stond er al 0-1 op het scorebord, toen Julièn Gret aarzelend optreden achterin bij de boys uit Terneuzen genadeloos afstrafte en vijf minuten later schoot diezelfde Gret op de paal, na terugleggen van spits Jeffrey Duijnstee. Spijkenisse voetbalde die eerste minuten exact op de wijze waarop Davey en Peter Wubben dat gevraagd hadden. Maar toen speelde Mauro Daviraz terug op zijn keeper Ragip Ozrak. Vorige week tegen SHO had Ragip nog twee penalty’s gestopt, maar nu ging hij hopeloos in de fout. Hij liet zich de bal ontfutselen en een paar tellen later lag die in zijn doel. Peter Wubben ontplofte en riep dat er vooraf verteld was op dit slechte veld niet terug te spelen op de keeper. Vanaf dat moment ging alles mis wat er mis kon gaan. De uitgestippelde speelwijze werd geen moment meer uitgevoerd. De 2-1 net na rust van alweer spits Miroslav Peric sprak boekdelen. Peric, die een week eerder tegen Sparta AV al drie keer gescoord had, stond moederziel alleen toen hij de bal kreeg, geen Spijkenisser bij hem in de buurt. Het werd van kwaad tot erger. Spijkenisse had een totale off-day. Ballen kwamen niet meer aan, de ene verkeerde keus na de andere volgde en hoewel er veelvuldig gewisseld werd, werd het spel er nooit beter op, hoewel die ene vloeiende aanval wel degelijk een treffer van Enver Bezemer opleverde, maar door de scheidsrechter Danny van Helden op advies van de grensrechter van de thuisploeg geannuleerd werd. Eén keer creëerden de spelers daarna nog een grote kans, toen Jeffrey Duijnstee de bal doorkopte en Julièn Gert voor doelman Dominique Pijpelink verscheen. Een doelpunt leverde dat niet op, want Juul haalde niet de treffer over. Zo verloor Spijkenisse uiteindelijk met 2-1 en liep Davey met een gezicht als een oorwurm het veld af. Een half uur later stond hij nog vol ongeloof het hoofd te schudden. ‘Gelukkig heb je als je thuiskomt je dochtertje Sophie nog. Kun je weer een beetje vrolijk worden’, troostte ik hem. ‘Die ligt allang op bed als ik thuiskom’, antwoordde Davey. Ook dat nog! Ik had zaterdag wel met hem te doen.