Wanneer twee ploegen uit nabijgelegen dorpen tegen elkaar moeten voetballen is dat altijd iets speciaals, want spelers kennen elkaar, zaten op dezelfde middelbare school, komen elkaar tegen in kroegen in de buurt en ook bij andere gelegenheden lopen ze elkaar wel eens tegen het lijf. Als je het dan op een voetbalveld tegen elkaar op moet nemen, wil je natuurlijk bij een volgende ontmoeting niet afgezeken worden als je kansloos verloren hebt. In derby’s worden daarom steevast de beste beentjes voorgezet. Het is mede daarom dat ik zo dol ben op derby’s. Zaterdag moest DVV’09 in Dirksland aantreden tegen Stellendam, dat hemelsbreed een kilometer of tien verderop ligt. Het was een wedstrijd waar ik absoluut bij moest zijn. De vonken zouden ervanaf spatten. Het zou een strijd op het scherpst van de snede worden, een wedstrijd waarbij spelers er vol op klappen en tegenstanders letterlijk door de lucht vliegen.
Maar zo bleek het niet te gaan. Een wedstrijd met bloed aan de paal werd het nooit. Op het veld ging het er tamelijk tam aan toe en scheidsrechter Patrick de Meyer uit het verre Terneuzen had een makkelijk middagje. Het enige tumult was af en toe te horen vanuit de dug-out van Stellendam, waar trainers Dennis en Robin Bredius zoals gebruikelijk hun manschappen luidkeels naar de juiste posities dirigeerden. Die bevlogenheid van de gebroeders Bredius is hartverwarmend; ik heb er eerder al eens een column over geschreven.
Maar ik was niet naar Dirksland gereden om Dennis en Robin te horen brullen. Ik wilde Joost van der Veer, het talent van de thuisploeg, weer eens aan het werk zien en diens ploegmakkers Jurgen van Bergen, Bart Jelle van Dam, Pim Groense en Mike Stoop en al die andere gasten waar trainer John Kleijn al jaren mee bezig is. Of de geslepen vos Arie Bravenboer aan de andere kant, aanvoerder Melvin Heerschap, vleugelaanvaller Nino Wielaard en Michael Mettrop, jongens van Stellendam die op elk moment iets beslissends kunnen doen. Dat zat er zaterdag allemaal niet in. Joost van der Veer lag aan de ketting, aan de andere kant van het veld kon Arie Bravenboer ook geen potten breken en alle andere spelers kwamen ook nauwelijks uit de verf. Veel te genieten was er dus niet en als de strijd dan ook nog eens uitblijft, sta je eigenlijk ietwat teleurgesteld een wedstrijdje te bekijken.
Was er dan helemaal niets te genieten? Ja, natuurlijk wel. Elke wedstrijd gebeurt er wel iets dat je opvrolijkt. Dat was ook bij DVV’09-Stellendam het geval. Zo maakte de piepjonge Justin Grinwis van Stellendam een bekeken goal in de verre hoek, nadat hij eerder al slimme passjes van zijn voeten had laten vertrekken. En de gelijkmaker van Joost van der Veer na een corner van Joeri Boshoven, waarbij hij koppend hoog uittorende boven alles en iedereen, mocht er ook zijn. Maar het absolute hoogtepunt van de wedstrijd was toch de actie van Stellendaminvaller Joep de Geus, luttele minuten nadat hij op het veld verschenen was.
Eerder had hij al een kwartier warm gelopen met een big smile op het gezicht. Stralend liep hij telkens voorbij de plek waar ik stond, alsof hij dolblij was dat hij in mocht gaan vallen. Nadat de wissel een tiental minuten voor tijd dan eindelijk had plaatsgevonden, werd hij meteen vlak voor de middenlijn aangespeeld. Hij zette aan voor een rush naar voren, maar kwam na een paar meter David de Berg tegen, de robuuste back van DVV’09, die vol het duel aanging. Joep, een kilo of 20 minder zwaar en zeker 10 centimeter kleiner dan zijn tegenstander, kwam als winnaar uit de strijd. Nog geen halve meter verder stuitte hij alweer op een noeste verdediger. Ditmaal was het Mitchel Tdlohreg, ook een tamelijk krachtige en lichamelijk sterke speler die er eveneens met ware doodsverachting vol in klapte. Joep trok zijn poot niet terug. De botsing was heftig en toen de stofwolken opgetrokken waren lagen er twee geblesseerde DVV-verdedigers op de grond en had Joep met de bal aan de voet een vrij veld voor zich. Maar arbiter Patrick de Meyer had al gefloten en presenteerde Joep een gele kaart voor onbesuisd spel. Dat was zwaar overdreven. Die kaarten had hij net zo goed kunnen geven aan die twee DVV-spelers, die nu gekwetst op de grond lagen.

Joep is geboren in 2005 en was de allerjongste speler op het veld. Dat hij in die twee duels als winnaar uit de strijd kwam, zonder in mijn ogen iets ongeoorloofds te doen, was iets wat ik prima kon waarderen. Als zo’n jong ventje tot zoiets in staat is, zit het wel snor met zijn inzet, beleving, strijd en passie. Joep maakte dus bij mij een hele goede beurt . Van mij mag hij elke week vanaf het begin meedoen en dan nog het liefst met die brede lach op zijn gezicht, de lach die hij toonde tijdens het warm lopen.