
Soms heb je ergens herinneringen aan, waarvan je weet dat deze zijn zoals lichten, die nooit uit zullen gaan.
In 1981 floot ik voor de beker een voetbalwedstrijd tussen twee A1 junioren teams uit Dordrecht West en Rotterdam Noord. Ik was zelf nog maar net 17 en liep die dag dus tussen 22 leeftijdsgenoten. Had voor mijn verjaardag een gloednieuwe Sony Walkman gehad en onder meer een tape van de elpee ‘Face Value’ van Phil Collins meegenomen.
Moest met de trein naar Dordt. Destijds een hele onderneming vanuit Leerdam. Eén of andere idioot van NS had besloten net in dat weekend werkzaamheden uit te laten voeren aan de railinfrastructuur dat toen al werd uitgevoerd door de toen nog onder de spoorwegen vallende werkmaatschappij van ProRail. Railbouw Leerdam had al weken langs het traject tussen Gorinchem en Sliedrecht kilometers rails en kabels klaarstaan om tot uitvoering over te gaan. Ik moest dus een stukje met de trein vanaf Leerdam naar Gorinchem, met de bus verder naar Sliedrecht en weer verder met de trein naar Dordrecht. Van daar was het ongeveer een half uur lopen naar de velden nabij het oude stadion van FC Dordrecht.
Genoeg tijd om naar wat muziek te luisteren. Wat mij vooral bijbleef was het feit dat ik steeds maar weer hetzelfde nummer aanhoorde en terugspoelde. Een song met een melodie en ritme die aanstekelijk waren. En niet meer uit het hoofd te bannen bleek.
Tijdens de wedstrijd betrapte ik mezelf erop dat ik daardoor wel heel relaxt mijn metertjes liep en ook een soort van doof was voor commentaar van alles en iedereen om mij heen. Niet dat er veel aanleiding voor was, hoor. Maar het was net alsof ik in twee verschillende werelden tegelijk actief was.
Achteraf vertelden wat spelers en begeleiders van de teams me dat zij mijn manier van fluiten wel aardig vonden. Liet me niet gek maken, veel doorspelen waar dat kon en greep in waar nodig was. En dat met een uitstraling van een zeer ervaren arbiter. Ik moest daar eerst wel om lachen. De einduitslag 4-4, waarna de thuisploeg de strafschoppen net iets beter nam, was voor de statistieken.
Had het zelf toch wat anders beleefd maar deze kritiek kon ik wel hebben. Had mijn beide benen onder mijn lijf vandaan gespurt en hier en daar het idee dat ik wel eens wat gemist had. Maar toen ik achteraf mijn rapport van de KNVB thuis ontving vielen mijn wenkbrauwen op mijn knieën van verbazing. Had een 9,6 gekregen.
Liep daarna een week met mijn neus in de wolken. Of beter geschreven: ik zweefde in de lucht. Passender dan dit kan als je het vergelijkt met dat lied bijna niet.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.