Van alle sportbonden en hun sponsoren wordt tegenwoordig gevraagd om mee te werken aan de ontwikkeling van een duurzame samenleving. Toen ik begon met fluiten maakte niemand zich nog zorgen om het milieu. Laat staan of je je bekommerde over de toekomst van onze planeet aarde.
Je ging met de Kreidler brommer, met de Volkswagen Kever of Ford Taunus, Leylandt/DAF lijnbus of Mat 64 dieseltrein naar voetbalwedstrijden toe en maakte je nooit druk of wat voor uitstoot dan ook. Je at onderweg een patatje met mayo uit een plastic bakje en dronk een halve liter Pepsi cola uit een dito wegwerpbeker met dito rietje. En snoepte uit een dito zakje RedBand de lekkerste winegum sleutels en gooide alle verpakkingen weg in een bak waar ‘Laat niet als dank…’ op stond. En je keek niet op als er iets uit viel als de bakken uitpuilden. Want, alles werd zonder blikken of blozen opgeruimd door de gemeentereinigingsdiensten, die zich toen nog niet druk maakten over arbo-voorwaarden. Boa’s bestonden toen nog niet en de lokale Bromsnor hief z’n vingertje alleen maar op als je kattenkwaad uithaalde. Het was een mooie tijd, eind jaren zeventig, gevolgd door de prachtige sportieve en muzikale jaren tachtig in de vorige eeuw.
In die jaren spaarde ik ook allerlei voetbalplaatjes. Had boeken vol van clubs uit de Nederlandse en Europese competities én van allerlei EK en WK landenteams. Had ze trots in speciale kasten met glazen deurtjes uitgestald, met daarbij een aantal verzamelde relikwieën die ik had meegekregen bij clubs waar ik zelf namens de KNVB als arbiter actief mocht zijn. Zie soms op Facebook van collega scheidsrechters foto’s van hun spaarwoede voorbijkomen. Ik was niet de enige die deze tik had, gelukkig.
Ook vandaag de dag zijn spaaracties met voetbalplaatjes nog heel succesvol. Alles natuurlijk om zoveel mogelijk omzet te genereren van producten waarbij je deze kunt verkrijgen. Het gaat om geld, meer geld en nog meer geld.
En daar wringt ook een beetje de schoen als het gaat om toen en nu. Toen gooide je het afvalmateriaal achteloos op straat, of als je iets meer nadacht en de tijd nam om dat te doen stopt je het in een openbare afvalbak. En ruimde de lokale straatveger en bakkenleger de zooi weer netjes op. Het was toen ook nog een zeer gerespecteerd vak. Vaak uitgevoerd door mensen die hun lagere of middelbare school niet hadden afgemaakt en die toch een belangrijke en gewaardeerde rol speelden in onze samenleving.
Ergens tussen 2000 en 2005 keerde het tij en werd meer gehandhaafd op het veroorzaken van rommel op straat. Het vak van ambtelijk straatveger was overgenomen door lui die werkten voor gemeentelijke of regionale reinigingsdiensten. Zij haalden ook het wekelijkse huisvuil op. Het werd een ondankbaar beroep, want niemand groette deze lieden meer. Zeker niet toen er vanwege de impopulariteit van het vak ook mensen van ver het vuile werk mede moesten gaan opknappen. Mensen van wie politici als Wilders, Baudet, Eerdmans en Van Haga steeds maar blijven beweren dat ze hier niet thuis horen.
Vandaag de dag kun je op toerbeurt voetbalplaatjes (of soortgelijke gadgets) scoren bij Appie, Plus, de lokale Coöp of Jumbo. Supermarkten die het allemaal hoog in de bol hebben van duurzaam ondernemen en bewust omgaan met milieu(on)vriendelijke verpakkingen maar geen flikker doen aan de hoeveelheid afval die hun voetbalplaatjesacties opleveren.
Deze vind je namelijk net als vroeger overal op straat terug. Sprak vorige week zo’n lullo van een ondernemer aan, die naar zijn mening gevraagd over dit feit de schuld van dat probleem bij de verzamelaar van de voetbalplaatjes neerlegde. ‘Die kan de papierwikkeltjes toch netjes zelf opruimen?‘.
Tuurlijk.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.