Mijn Spaans is niet zo goed. Als ik tijdens een meerdaags voetbaltoernooi in het Baskenland – waar ik destijds meerdere malen actief was als voetbalscheidsrechter – na afloop van de eerste, tweede en derde speeldag een biertje wilde bestellen of een snack wilde kopen dan kreeg ik het al Spaans benauwd. Het kan verkeren. Dankzij één man heb ik in tijdsbestek van nog geen drie weken wel een honderdtal nieuwe woorden geleerd in die taal: Luis Rubiales.
Twee woorden kwamen wel heel vaak voorbij toen ik de afgelopen tijd naar de Spaanse media keek en luisterde, omdat ik al een aantal jaren om verschillende redenen geïnteresseerd was in wat deze omhoog gevallen sportbestuurder allemaal uithaalde in het Spaanse voetbal. ‘Yo también’. Eerst dacht ik dat dit een naam was van een bekende Spaanse persoonlijkheid. Verstond ook eerst ‘Jo Tambiején’, wat na even googlen een hit opleverde in de Franse taal. De naam van een Franse sportjournalist, die toevallig in de jaren zeventig van de vorige eeuw gedurende een vijftal jaren in Nederland heeft gewerkt als correspondent voor enkele vooraanstaande kranten, zoals ‘l Equipe en Le Parisien. Maar deze Jo had niets van doen met waar het nieuws in de tegenwoordige tijd vooral over ging.
Rubiales is als voorzitter van de Spaanse voetbalbond omstreden vanaf het moment dat hij Angel María Villar opvolgde. Villar werd overigens later veroordeeld vanwege voor de rechtbank bewezen duistere zaakjes. Een van Rubiales’ eerste daden was het ontslag van de geliefde bondscoach Julen Lopetegui, twee dagen voor het WK 2018 in Rusland. De trainer/coach had, zonder de voorzitter van de bond te informeren, een contract getekend bij Real Madrid. Dat hij daar na het WK zou beginnen tolereerde Rubiales niet. Hij vond dat hij en hij alleen bepaalde wie wat kon en mocht doen. Het leidde tot een hoop commotie, maar Rubiales hield zijn poot stijf. Rubiales kreeg ook kritiek vanwege de verkoop van de Spaanse Supercup, die nu wordt gespeeld in Saoedi-Arabië, omdat de Spaanse voetbalbond daar grof geld voor betaalt. Een bedrijf van voormalig FC Barcelona-ster Gerard Piqué kreeg 24 miljoen euro voor bemiddeling tussen Saoedi Arabië en de bond. Rubiales gaf als commentaar dat er een lastercampagne tegen hem was opgestart. ,,Het zou zelfs kunnen dat ze op een dag een zak cocaïne in de kofferbak van mijn auto leggen”, liet hij weten op de vraag van een verslaggever.
Na het WK vrouwenvoetbal in Australië en Nieuw Zeeland maakte de bondsvoorzitter veel tongen los, door de Spaanse aanvoerder van het kampioensteam vol op de mond te zoenen. Uit enthousiasme, uit gepaste vriendelijkheid, zonder kwade bedoelingen. Althans, dat beweerde hij. Gevolgd door andere verklaringen, zoals dat de betreffende speelster het graag had gewild en dat er sprake was van wederzijdse instemming. Geen berouw, want hij zag er geen enkel probleem in. Ook al had de betreffende voetbalster Jennifer Hermoso al vlak voor het bewuste moment van het ‘bekken’ al een kus op de wang gehad, wat hij daarna deed was dus vooral door haar gewild.
En dat lijkt een beetje op het gedrag van een narcist. Iemand met een persoonlijkheidsstoornis, die wordt gekenmerkt door een overdreven gevoel van eigenwaarde, een sterke behoefte aan bewondering en een laag inlevingsvermogen. Anders geformuleerd: diegene stelt zichzelf centraal en vindt dat zij/hij bewondering verdient. En de ‘ander’ heeft het vaak gedaan, als iets wat gedaan of gebeurd is niet zomaar wordt geaccepteerd.
Er was, volgens Rubiales, geen enkele sprake van een gevalletje ‘Yo también’. De Spaanse term voor ‘Me too’, dus. En als dat onverhoopt wel zo zijn geweest, dan was hij wel het slachtoffer daarvan. Hij alleen. En hij heeft het niet van een vreemde want zijn moeder geloofde volop in zijn onschuld. Zo, dat ze zelfs in hongerstaking ging om ervoor te zorgen dat haar zoon van alle blaam gezuiverd zou worden.
Deze man moet behandeld worden. Want zijn persoonlijkheidsstoornis zorgt ervoor dat hij een gevaar is voor de samenleving. Iemand die blind is voor z’n eigen gedrag en anderen daarmee kwetst, zodat zij op een zodanige manier beschadigd raken dat ze niet meer kunnen of willen functioneren in dezelfde omgeving waarin de betreffende narcist verblijft, hoort uit die omgeving te worden gehaald. Ter bescherming. Opdat hij anderen niet meer kan beschadigen. Totdat hij doorkrijgt dat hij feitelijk zichzelf ook beschadigt.
Tot zover. Hopelijk heeft men het spoedig weer over voetbal. In Spanje, en daarbuiten. En laat men elkaar in zijn of haar waarde.
Columnist Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat of wie hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.