Lang heb ik erover nagedacht over wie deze column moest gaan. Moest ik Joël de Windt nemen, de nummer 14 van Excelsior’20, die met zijn enorme voetbalschoenen maat kano over het veld denderde en af en toe op de vierkante meter verrassend leuke dingen deed? Die qua fysiek wel een heel klein beetje leek op Kylian Mbappé? Of moest het gaan over Tim Oppong, de rechter flankaanvaller van SC Botlek, die een hele wedstrijd met het gezicht van een oorwurm over het veld liep?
Ik besloot het maar af te laten hangen van de ontwikkeling van de wedstrijd en kwam uiteindelijk toch uit op Tim, die aan de basis stond van de overwinning van thuisploeg Botlek. Tim is een wonderlijke voetballer, die niet snel tevreden is. Over zichzelf, bedoel ik dan. Als er in het begin van de wedstrijd niet veel lukt bij hem, dan zie je meteen de ergernis van hem afspatten. Je ziet hem dan denken dat hij een waardeloze voetballer is, die na de wedstrijd tegen zijn trainer gaat zeggen dat hij abrupt stopt met voetballen.
Zaterdag op het kunstgrasveld zat Tim geen moment in de wedstrijd. Hij leed veelvuldig balverlies, verloor bijna elk duel en na een kwartier liep hij al met de schouders gebogen en met het hoofd naar beneden, alsof hij toen al wist dat het vandaag helemaal niks zou worden. Treffend voorbeeld was een inworp die ploegmaat Jorge Fernandes in zijn richting gooide. Tim stond met zijn standbeen net niet goed en liet de bal prompt over de zijlijn lopen. Hij haalde zijn schouders op en met zijn gezicht op onweer beende hij terug. Nee, als hij tijdens een wedstrijd niet lekker in zijn vel zit, is Tim niet de meest vrolijke gozer van de bende.
Hoe anders kan het zijn als hij wel in goeden doen is. Niet dat hij dan schaterlachend over het veld dartelt, maar het plezier spat er dan wel af. Zaterdag, in de competitiewedstrijd tegen Excelsior’20 spatte er geen druppel plezier af. Heel de wedstrijd lang vond hij zich rijp voor een wissel, zo leek het wel. Zijn trainer Ed Ridderhof liet hem staan. Want Tim Oppong is een speler, die vanuit het niets een wedstrijd kan beslissen. Vorig seizoen was hij de clubtopscorer en dat betekent dat hij wel degelijk van grote waarde kan zijn voor zijn ploeg. Zaterdag was hij dat uiteindelijk ook weer, hoewel het daar heel lang niet naar uitzag. Tot vlak voor tijd had ik hem nog niet kunnen betrappen op geslaagde acties en zo te zien vond Tim dat ook en toen ineens gebeurde het. Rechts in het zestienmetergebied van Excelsior’20 kreeg hij de bal aangespeeld met geen tegenstander in de buurt. Alle tijd had hij om te kijken wat hij ging doen en de oplossing die hij vond, nadat hij nog snel even een toegesnelde verdediger uitgekapt had, deed de wedstrijd kantelen. Tot dan toe stond het 1-1 en waren de bezoekers uit Schiedam voetballend misschien wel de iets betere ploeg, maar zij hadden geen Tim Oppong in hun gelederen.
Tim stuurde een akelig precieze bal tot op de centimeter nauwkeurig naar de inkomende Jardel Lenselink aan de andere kant van het strafschopgebied en die knalde droogjes de 2-1 binnen. Dat was in minuut 87 en het zou voor de thuisploeg nog veel mooier worden. En weer had Tim een groot aandeel in het doelpunt. Hij kaatste de door Mo Waad aangespeelde bal vloeiend terug naar Mo en plots stond het 3-1. Luttele tellen later floot scheidsrechter Nadal Jongeneel voor de laatste keer.
Het was de eerste overwinning van de thuisploeg dit kalenderjaar en wie denkt dat Tim Oppong met zijn twee assists met een brede smile op zijn gezicht het veld afstapte, heeft het mis. Nog altijd boos op zichzelf dat er in de voorafgaande 90 minuten zo weinig gelukt was bij hem, zocht hij met een lang gezicht de kleedkamer op. Ik ken heel veel spelers met geen greintje zelfkritiek. Tim Oppong is het andere uiterste. Die vindt zichzelf al snel niet goed en dat straalt hij best wel vaak uit. Zaterdag was hij niet bepaald de beste speler van het veld, maar een klein lachje had er toch wel vanaf gekund toen hij het veld afstapte.