In 1992 werd ik door de KNVB aangesteld om het restant van een gestaakte wedstrijd uit te laten spelen. In de 69ste minuut van deze wedstrijd in de eerste klasse van zondag-standaardelftallen sloeg de vlam in de pan tussen supporters van beide ploegen. Het was al vanaf van de eerste balaanraking mis.
Tijdens de eerste ontmoeting waren twee spelers ernstig geblesseerd geraakt van de thuisploeg, die voor de terugwedstrijd te gast was op het sportpark in Dordrecht. Beide spelers hadden plaats genomen in de dug out van hun team en maakten al voorafgaand aan de wedstrijd denigrerende opmerkingen naar toeschouwers van de gastheren. De toenmalige arbiter van dienst bleek niet op de hoogte van wat eerder gebeurd was en onderkende daardoor ook niet welke spanning er reeds heerste.
Het ging goed tot aan de tiende minuut in de tweede helft, toen er een aanslag werd gepleegd op één van de spelers van de thuisploeg. Er kwam publiek het veld in gerend en de scheidsrechter legde het spel tijdelijk stil. Na de hervatting was de sfeer grimmig, zowel binnen als buiten het veld. En amper een kwartier later ontaardde het wederzijds gemene spel in een complete veldslag tussen spelers en supporters.
Toen ik mocht aantreden, op een neutraal veld, was ik net de dag ervoor 29 geworden. Had er totaal geen behoefte aan om het feestje dat mij nog te wachten stond te laten verpesten. De KNVB had naar aanleiding van de ongeregeldheden waar ik over schreef maar liefst vijf spelers en begeleiders van de thuisploeg en vier spelers en de verzorger van de gasten geschorst. Deze waren alle ook uitgesloten van deze wedstrijd. Beide clubs waren beboet. En publiek werd de toegang ontzegd tot de opnieuw ingeplande match.
Om het vuurtje echter niet opnieuw te laten oplaaien bleef ik vooral rustig en onthield ik me van elk commentaar vooraf. En concentreerde me op wat komen ging.
Ik controleerde de spelerskaarten conform de reglementen voorafgaand aan de wedstrijd, wenste iedereen succes en vooral een sportieve en gezellige wedstrijd toe en gaf op een droge manier aan dat ik best wel hield van een lekker potje stevig voetbal.
Ik zag bij beide teams een voorzichtig glimlachje bij diverse spelers op het gezicht. Een enkeling gniffelde.
Ik startte met een scheidsrechtersbal in de buurt van de middenstip. De stand was nog gelijk: 0-0. Maar binnen twee minuten scoorden de gasten uit een vrije trap van een meter of twintig. Mooi in de rechterbovenhoek geschoten. Daarna was het alleen nog maar eenrichtingsverkeer. De doelman van de bezoekers hield echter alle ballen tegen, of kansen werden op eigen kracht net gemist.
Tot de laatste minuut. Een vlak daarvoor ingevallen speler van de thuisploeg werd vlakbij de hoekvlag op links gehaakt en ik floot voor een directe vrije trap. De linkshalf van de gastheren koos positie om de bal voor te gaan zetten. Hij raakte de bal helemaal verkeerd. En gleed uit. De bal draaide met veel effect eerst een stuk richting de zestienmeterlijn om vervolgens met een ongelofelijke curve op het doel af te gaan. En daalde als een komeet richting aarde. De keeper was kansloos.
En ik floot meteen af voor het einde.
Beide teams bleken tevreden met de uitslag en schudden elkaar de hand. Zoals het hoort. En na afloop dronk men gezamenlijk een frisje of biertje. Ook zoals het hoort.
Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.