In 1982 werd het eerste elftal van het Utrechtse Velox kampioen. Tien jaar later fuseerde de roemruchte club, die jaren eerder onder andere Willem van Hanegem, Han Berger en Ton du Chatinier voortbracht, met buur SVVU. Een aantal jaren later voegde Celeritudo zich bij het tweetal. En vandaag de dag gaat de club schuil onder de naam Omnisportvereniging VSC.
In de jaren, dat de vereniging nog speelde onder de naam Velox liep er op de velden aan de Koningsweg een rasechte Rotterdammer tussen de Domstedelingen. Nadat hij een blessure opliep en voetballen op niveau niet meer zijn ding kon zijn, nam hij zich voor om te gaan fluiten. Hij begon in de afdeling Utrecht, waar ik onder andere actief was. Omdat ik nog in Leerdam woonde, kon ik ook kiezen om richting het westen te gaan, en floot daardoor in zowel de afdelingen Dordrecht als Rotterdam. Maar ook Utrecht behoorde voor mij strategisch tot de mogelijkheden. Daardoor heb ik talrijke clubs én vrijwilligers leren kennen door de jaren heen.
Omdat Theo, zo heette mijn collega, na enige tijd voor zijn werk naar Rotterdam verhuisde, verliet hij de afdeling Utrecht en vervolgde zijn weg op de velden in 010 en omstreken. Na slechts een kort verblijf, van ongeveer twee jaar, verkaste hij alweer naar district Oost. En sinds eind jaren tachtig werd zijn woonplaats Arnhem.
Tijdens de zomervakantie van vorig jaar kwam ik Theo toevallig weer eens tegen, midden in de grote stad, samen met zijn huidige vrouw Linda. We waren neergestreken op hetzelfde terras, in de tijd dat dit toegestaan was, tussen twee lange perioden van coronamaatregelen in. Ik herkende hem bijna niet. Hij zat in een rolstoel, hing een beetje over naar rechts en had een wat scheefgetrokken mond. Maar zijn loepzuiver blauwe ogen, zijn opvallend ronde wangen en zijn grote, brede, aaneengegroeide wenkbrauwen waren onvervalst van de Theo, die ik van de scheidsrechterbijeenkomsten en toernooien waar we samen onze wedstrijden bliezen kende.
Vanwege zijn lengte en voorkomen (hij was 1.99 meter lang en een huizenblok breed) werd Theo vroeger De Verschrikkelijke genoemd. Maar van die reusachtige krachtpatser leek weinig meer over.
,,In 2006 kreeg ik een zware hartaanval. Had net een wedstrijd geleid in Duiven, kwam thuis en viel voor bijna dood neer. Isabella, mijn vorige vrouw, vond me in de huiskamer, op de grond. Ik heb het maar net aan gered. Mijn huwelijk eindigde een jaar later bruusk, toen Isabella ook een hartinfarct kreeg, in onze tuin. Zij kwam helaas niet meer bij en overleed ter plaatse. Ik was net thuis van een lastige revalidatieperiode. Lopen ging niet goed meer, maar op wat dingetjes in mijn hersenen na functioneerde alles nog. Tijdens één van de terugkomdagen in het herstelcentrum leerde ik Linda kennen. Zij had een auto-ongeluk gehad, heeft ook op het randje gebivakkeerd, maar is vrijwel geheel ‘de oude’. Het klikte. Samen gaan we door het leven. Al moet ik wel eerlijk zeggen, dat de ouderdom voor nieuwe kwalen heeft gezorgd.”
We praatten nog wat over koetjes en kalfjes. Ook kwam de tijd van ‘arbiter zijn’ even voorbij. Zijn ogen glinsterden toen hij herinneringen ophaalde. Vooral zijn korte Rotterdamse tijd hemelde hij op.
,,Toen heb ik echt mezelf kunnen uitleven. Rotterdammers hebben hun hart op de tong, spelen vaak niets en niemand ontziend en staan altijd hun mannetje. Zeiden zij iets, dan reageerde ik. Andersom mocht ook. Ik vond het prachtig als men ervoor ging. Fanatisme is niets vies. Mits sportief blijvend. Tegenwoordig erger ik me als ik met mijn aangepaste ‘carrier’ in de regio voetbalwedstrijden ga bekijken. Dan zeg ik meestal tegen Linda, die altijd met me meegaat, dat er teveel watjes rondlopen. In het oosten is de mentaliteit anders. Als ik nu nog zou kunnen fluiten, dan zou ik er misschien toch weer snel weer mee ophouden. Zou me ergeren aan al dat gezeur.”
We namen afscheid om elkaar snel weer een keertje op te zoeken. Maar dat weerzien zal niet meer plaatsvinden. Ik kreeg begin april een mailtje van Linda, dat haar ‘allerliefste en dappere Theo in zijn slaap plotseling was overleden’. Ik heb er even over nagedacht of ik dit verhaal een keer zou optekenen. Ik vond dat ik dat moest doen, uiteraard met instemming van Linda. Bij deze.
‘Theo, het gaat je goed, man. Kijk van boven af en toe nog eens een voetbalwedstrijdje in 010. Als ik het goed heb kun je het vanuit de hemel heel goed zien…’
Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.