Je zult als arbiter maar samen met twee assistentes van twee vrouwenvoetbalelftallen ruim 40 minuten ingesloten zijn in een kleedkamer, voorafgaand aan een competitiewedstrijd. Het overkwam mij.
Maar eerst even dit. Op 18 mei 2007, precies 150 jaar na de opening van Blijdorp, ontsnapte mannetjesgorilla Bokito uit zijn verblijf. Hij was ontzettend agressief en verwondde een vaste bezoekster. Zij was geobsedeerd. Hij voelde zich niet op z’n gemak. Hij ruïneerde het restaurant en drie bezoekers raakten in de paniek die ontstond gewond. Bokito werd in het nauw gedreven, verdoofd en weer opgesloten. Het verblijf werd in z’n geheel verbouwd. En beveiligd met een hoge rotsmuur. Voor de maatregelen die genomen zijn, om hem van de buitenwereld af te schermen bedacht men de term ‘Bokitoproof‘.
Een klein jaar later moest ik voor de KNVB een bekerwedstrijd fluiten in een klein plaatsje tussen Rotterdam en Gouda. De gastvrouwen speelden eerste klasse en de bezoeksters op het hoogste niveau. Daags ervoor waren de nieuwe kleedkamers in gebruik genomen. Met het modernste sanitair, vandalisme bestendig hang- en sluitwerk en zelfreinigende wanden, waar vocht zich een vrije weg naar elders kon banen. Na het toiletteren of douchen, bijvoorbeeld. Condens ontstond er niet. Het afzuigsysteem was zo sterk, dat je er als man een blij gevoel van kreeg. Zeker als je ook nog eens astma hebt, zoals ik.
Indertijd was het nog gebruikelijk dat voorafgaand aan de wedstrijd het wedstrijdformulier werd ingevuld. Dat nam je als scheidsrechter mee naar je kleedkamer, samen met de spelerskaarten. En je sprak af met de beide grensrechters, om even één en ander door te nemen en te overdenken hoe de taken van de arbitrage te verdelen.
Daarna was het moment daar om de beide teams op te trommelen om het veld te gaan betreden. Om vervolgens elkaar voor te stellen en te tossen. En om te gaan voetballen. Zo klaar als een klontje.
Echter, na het kennismakingsgesprek met Esther en Marjon bleek het onmogelijk om de kleedkamer te verlaten. De deur wilde niet open. Het kaartje dat ik had gekregen om het slot te kunnen openen werkte niet. En naar later bleek, het slot werkte ook helemaal niet meer. We werden ook niet gehoord, want de wanden bleken geluidsdicht, de deur bleek massief en dempte al het geluid, de ramen met ‘openstaande kozijnen’ waren voor de sier en de airconditioning deed al zoemend z’n dienst.
Omdat we wat langer dan men gebruikelijk vond voor aanvang van de wedstrijd de speelsters in hun kleedruimten lieten wachten kwamen enkele van hen naar de scheidsrechterkleedruimte toe. Om te kijken waar we bleven.
Om tot de conclusie te komen die wij ook al hadden getrokken: dat dit wat langer dan gebruikelijk zou kunnen gaan duren.
Ik zag de lol er wel van in. Maar Esther en Marjon begonnen ‘m toch wel wat te knijpen. Hoe langer het vinden van een oplossing duurde, hoe ongemakkelijker zij zich gingen voelen. Ik grapte nog, dat ze van mij niks te vrezen hadden. Maar met name Marjon bleek last te hebben van ruimtevrees. En zoiets kan toch de nodige gevolgen hebben.
Na een kleine veertig minuten kreeg een opgetrommelde monteur de deur open. En met nog eens tien minuten vertraging kon het spel worden aangevangen.
Na afloop heb ik met de kleedkamerdeur open mezelf gedoucht. Niet zichtbaar voor anderen, hoor. Dat deed ik de voetbaldames niet aan. De sanitaire ruimte was afgeschermd. Maar om te voorkomen, dat ik mezelf weer onbedoeld zou insluiten. En zonder Esther en Marjon. Want dat leek me ook wel beter.
In de lokale ‘3B’ krant, die daags na de wedstrijd verscheen, stond iets over de nieuwe kleedkamers van de thuisspelende vereniging. Volgens de voorzitter waren die ‘Bokitoproof’. Daar was ik het, inmiddels ervaringsdeskundige, roerend mee eens.
Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.