Eindelijk mocht er na lange, lange tijd weer om de punten gevoetbald worden. Zaterdag stond de inhaalwedstrijd Nieuwenhoorn-Terneuzense Boys op het programma en hoewel er een gure, steenkoude wind over het veld waaide, zat de stemming er vanaf het begin goed in. Vooral bij de Zeeuwen, die ’s ochtends even na elven de verre reis begonnen waren. Toen de warming up al een tijdje bezig was, maakte coach Dennis de Nooijer, voormalig profvoetballer bij onder meer Sparta, NEC en Heerenveen, aanstalten een verdwaalde bal te gaan halen, die over de reclameborden verdwenen was. Hij deed twee pogingen om in een vloeiende beweging over de borden te geraken, maar beide keren strandde hij. ‘Ja, de jaartjes gaan al tellen’, lachte hij en zijn stafgenoten lachten nog harder en misschien hebben een paar spelers ook wel gniffelend staan toekijken. Gelukkig voor Dennis stond er even verder een opstapje, zodat hij er toch nog makkelijk overheen kon. De weg terug lukte warempel in één keer, dus zo stram is Dennis ook weer niet. Lachend verdween hij even later met zijn team de kleedkamer in, om een paar minuten later terug te keren, de lach nog altijd op het gezicht.
Nadat arbiter Gyuri Takacs de wedstrijd in gang had geblazen, zat de sfeer er bij de bezoekers nog altijd in, zeker nadat vrij snel in de wedstrijd een totaal ongedekte Cor-Pieter Pander een corner vrij in kon koppen en de Zeeuwen dus op voorsprong kwamen. Wat de spelers van Nieuwenhoorn daar tegenover stelden, was povertjes. Gecombineerd werd er wel, ook al omdat de Boys uit Terneuzen na die snelle voorsprong een beetje in hun schulp kropen. Maar alle aanvallen strandden ver voor de zestien en de manschappen van Dennis de Nooijer konden makkelijk stand houden, hoewel de bepaald niet zekere doelman Nando Pijnenburg af en toe voor behoorlijk wat onrust zorgde. Nee, bij Nieuwenhoorn liep het voor rust, tegen de wind in, niet erg lekker. Zo was Chris Dabaghian, die op de linkerflank meestal voor veel openingen zorgt en vanaf die kant steevast zeer dreigend en gevaarlijk is, totaal onzichtbaar. Hij stelde zich wel goed op, maar zijn ploegmaten vonden hem nauwelijks, ook al omdat de wind vlotte combinaties en zeker lange ballen vrijwel onmogelijk maakte.
Eén keer in de eerste helft liet Chris zijn klasse zien. Dat was in de hoek van het veld, nabij de cornervlag. Met de bal aan de voet zocht hij zijn directe tegenstander Wouter Faasse op en toen die hapte, legde hij hem met een pijlsnelle voetbeweging in de luren, passeerde op de vierkante meter nog een andere verdediger en gaf vervolgens een strakke voorzet, die net niet aankwam bij spits Tom Sleeuwenhoek. Voor rust kwam Chris verder niet in het spel voor.
In de tweede helft, nu met de wind in het voordeel, pakten de spelers van de thuisploeg het beter aan. Ze zetten meteen druk en gunden hun tegenstanders op geen enkele plaats van het veld tijd en rust. Overal zaten ze er kort en goed bovenop. Het was dan ook volgens verwachting dat Frankie de Regt een onhandige uittrap van doelman Pijnenburg, door de lucht en onderbroken door de tegenwind, op waarde inschatte. Frank reageerde alert en schoot de bal in het doel. Even later knalde Tom Sleeuwenhoek van ver buiten de zestien een door de wind gedragen bal snoeihard tegen de touwen en de ingevallen Dimitri Gomes schoot van bijna bij de middenlijn de bal over de veel te ver voor zijn doel staande keeper. Zo stond het een kwartier na rust plots 3-1.
Aan die stand zou niets meer gewijzigd worden, hoezeer de thuisploeg ook probeerde. Als ze nog een paar keer gescoord hadden, waren zij en niet RVVH winnaar van de eerste periodetitel, maar de uiteindelijke zege in de allereerste wedstrijd na de corona- en winterstop, moet toch een goed gevoel hebben gegeven.
Toch moeten twee spelers van de thuisploeg niet helemaal tevreden het veld afgestapt zijn. De eerste was Jeffrey Burger, die tegen Terneuzense Boys als invaller nog zijn eerste minuten mocht maken na lang blessureleed en gedreven en super gemotiveerd achter elke bal aanjoeg en daarbij ongelukkig , maar zonder opzet, een speler van de tegenpartij raakte en daarvoor een rode kaart kreeg gepresenteerd.
De andere Nieuwenhoornspeler die welswaar tevreden met de drie punten, maar ontevreden over zijn eigen spel de kleedkamer opgezocht moest hebben, was de 25-jarige Chris Dabaghian, een speler naar mijn hart, die normaal gesproken als linksbuiten altijd en overal voor heel veel gevaar zorgt, maar zaterdag tegen Terneuzen geen deuk in een pak boter wist te trappen. Eén keer deed hij na rust nog iets moois, toen hij staande op de achterlijn de bal met de wind mee in de verre hoek probeerde te krullen, een bal die een paar centimeter te hoog was voor de instormende Dimitri Gomes. Die actie bij de cornervlag voor rust, die bal richting verre hoek diep in de tweede helft; voor een rasvoetballer als Chris Dabaghian is dat te weinig. Dat zal hij zelf ook wel weten. Maar niet getreurd, er volgen nog vele wedstrijden en Chris zal ongetwijfeld nog vaak van zich laten horen. Het is alleen jammer dat hij zaterdag daartoe niet in staat was.