Na zijn actieve voetballoopbaan bij onder meer Unitas in zijn toenmalige woonplaats Gorinchem is Frans Ceton al meer dan 35 jaar actief als trainer, in deze regio bij clubs als Den Bommel, Stellendam en tot en met vorig seizoen bij Herkingen’55. Assistent-trainer is hij ook geweest, bij Kozakken Boys en bij RVVH. En bij clubs als Unitas, SVW en het Brabantse Terheijden is hij hoofd-opleidingen geweest. Frans is dus van alle markten thuis en het is niet verwonderlijk dat twee zonen van hem ook trainer zijn, de een momenteel van SEOLTO in Zevenbergen, de ander bij tweedeklasser Heukelum. Toen ze jong waren gingen ze elk weekend met hun vader heel de dag op pad. De appel valt niet ver van de boom, zeggen ze toch?
Frans is inmiddels 67 jaar oud en bij Melissant is hij aan zijn eerste seizoen bezig. En dat zijn voor hem zes bewogen maanden geweest. In deze winterstop willen we met Frans terugkijken op zijn eerste half jaar bij de Flakkeese vierdeklasser en daartoe is hij gaarne bereid.
Je woont in Melissant, maar je bent zo te horen niet afkomstig van Flakkee. Hoe ben je hier op het eiland verzeild geraakt?
Frans: ‘Ik ben afkomstig van Gorinchem. Daar heb ik altijd gewoond en bij onder meer Unitas ook gevoetbald. Ik werkte er als productieleider op de Sociale Werkplaats. In de zomer stonden wij met onze caravan altijd op Goeree-Overflakkee en we hadden het daar iedere keer weer enorm naar onze zin. Op zeker moment kwam ik er achter dat er bij de Sociale Werkplaats in Middelharnis een vacature was. Daar heb ik op gereageerd. Ik werd aangenomen en toen verhuisden we naar Flakkee. We hebben eerst in Herkingen gewoond, later in Stad aan ’t Haringvliet en nu dus in Melissant.’
Hoe kwam je als trainer bij Melissant terecht?
Frans: ‘Jaren geleden had ik al eens contact met Melissant, maar toen is het niks geworden. Toen halverwege vorig seizoen bekend was dat ik na twee jaar bij Herkingen’55 zou vertrekken, hing voorzitter Ad Kruimer namens Melissant wederom aan de telefoon. Hij vroeg of ik eens wilde komen praten. Dat heb ik gedaan. Twee keer heb ik gesproken met de voorzitter en met aanvoerder Tim Vreeker. Ze zochten een trainer die jonge spelers wilde inpassen in het eerste elftal en omdat ze wisten dat ik vroeger hoofd-opleidingen geweest ben, waren ze bij mij uitgekomen. Na die twee positief verlopen gesprekken werd ik aangesteld als de nieuwe trainer van Melissant en kreeg als voornaamste opdracht mee om die verjonging in te voeren.’
Hoe is dat verlopen?
Frans: ‘Niet zonder slag of stoot. De spelers die vanuit de jeugd overkwamen naar de selectie waren heel jong. Ze waren allemaal afkomstig van de Onder 17, want een Onder 19 was er hier niet. Er kwamen ongeveer tien jongens over; niet allemaal voor het eerste, maar de voetballers die plaats moesten maken voor de jonge garde waren niet heel erg blij. In de voorgaande twee seizoenen had Melissant niet veel gewonnen, in totaal slechts vier keer. Ik wilde als trainer voor meer aansprekende resultaten zorgen, niet alleen met het inpassen van jonge spelers, maar ook met een verandering van speelstijl. Spelers waren bij Melissant gewend terug te zakken, maar ik wilde druk naar voren en meer aanvallend voetbal zien. Ander voetbal, jonge spelers inpassen, selecteren wie er in het eerste elftal zou gaan voetballen en wie in het tweede; het was allemaal flink wennen voor de spelers. Daar komt nog bij dat we in de voorbereiding bijna alles verloren, dus ook bij de supporters werd er ook wel eens gemopperd. En toen moesten we bekerwedstrijden spelen. Tegen AGE-GGK uit Rotterdam, DVC uit Delft en ASW uit Waddinxveen. Alle drie die wedstrijden wonnen we met aanvallend, naar voren gericht voetbal en toen zag alles er veel rooskleuriger uit.’
En dan wordt je plots geconfronteerd met gezondheidsproblemen en ben je een flinke periode uit de running.
Frans: ‘Dat klopt. Het was geen corona, maar andere lichamelijke klachten, waardoor ik acuut werd opgenomen in het ziekenhuis en daarna thuis een flink aantal weken kalm aan moest doen. Dat komt nooit goed uit, maar bij mij was het extra vervelend. Had ik hier net de boel op de rit, hadden we met die gewonnen bekerwedstrijden het lek aardig boven en dan word je ziek. Dan kun je voor de competitiewedstrijden die volgen de puntjes niet op de i zetten en moet je de boel aan een ander overlaten. Johan Nagtegaal werd bereid gevonden het stokje tijdelijk van mij over te nemen. Tussen half september tot half oktober zat ik noodgedwongen thuis en werd alleen van afstand op de hoogte gehouden. Dat was een rottijd, maar gelukkig ben ik weer helemaal hersteld en kon na vijftal weken de draad weer oppakken.’
Wat trof je aan bij je terugkeer?
Frans: ‘Niks ten nadele van Johan Nagtegaal, maar die had toch andere accenten gelegd dan ik. Dat is trouwens heel normaal, want iedere trainer doet het op zijn eigen manier. Ik trof een elftal dat drie competitiewedstrijden op rij verloren had, van Stellendam, OFB en van DVV’09. Ze waren ook weer anders gaan voetballen, meer zoals ze vroeger hier ook altijd gedaan hadden. Meer teruggetrokken en afwachtend dus. De eerste keer dat ik er bij was, uit bij Flakkee heb ik het in de rust overgenomen. We stonden toen met 1-0 achter en na 90 minuten stond er 1-1 op het scorebord. Dat gaf de burger weer moed. De weken daarna verloren we nog van Abbenbroek en Herkingen’55 en toen volgde de wedstrijd tegen WFB. Die wonnen we met 3-1 en belangrijker nog, het veldspel was zoals ik het voor ogen had. Nadien hebben we nog tegen FIOS en Rockanje gevoetbald. Punten leverde dat niet op, maar over die wedstrijden was ik toch wel tevreden, want er werd goed gevoetbald. Het is alleen jammer dat Tim Vreeker en Christiaan Nagtegaal, twee jongens die al langer meelopen en in het veld belangrijk zijn voor de jongere spelers, al een tijdje geblesseerd zijn. Daarom heb ik Leon Mijnders een paar keer mee laten doen. Die is zeker al 45 jaar. Leon trainde altijd al mee omdat hij heel belangrijk is in de ontwikkeling van de jonge spelers. Omdat Tim en Christiaan niet konden spelen, heb ik Leon dus mee laten doen. ‘Ik dacht dat je aan het verjongen was’, wordt er dan meteen op de club tegen mij gezegd, haha. Maar in de coaching van die jonge spelers is Leon superbelangrijk, zeker als Tim en Christiaan er niet bij zijn.’
Dan heb je het eindelijk weer op de rails en dan legt corona alles stil…
Frans: ‘En dat is zwaar k*t. Voor de tweede keer dit half jaar wordt er dus een fikse streep getrokken door hetgeen ik hier aan het opbouwen ben. In het begin mocht er nog wel getraind worden, maar nu mag je helemaal niks meer doen. Het gekke is dat ons tweede elftal in het begin nog wel wedstrijden mocht spelen. Een aantal jongens van het eerste heeft toen in dat elftal minuten gemaakt. Maar al bij al is het natuurlijk wel flink behelpen. En nu mag je helemaal niks. Ja, ik mag met maximaal twee speler trainen, maar dat is niks. Veel liever ben ik bezig met mijn volledige groep, lekker verder aan onze speelstijl werken.’
Is trainer zijn nog wel leuk na alles wat je de laatste maanden hebt meegemaakt?
Frans: ‘Toen corona voor het derde achtereenvolgende jaar alles stil legde heb ik me dat eerlijk gezegd wel afgevraagd, vooral omdat je niet weet waar je aan toe bent en hoe lang het nu weer gaat duren. Maar als ik dan meteen denk aan hoe leuk het is om met een groep spelers en de andere mensen van de staf op het veld te staan en samen te werken aan onze doelen, dan denk ik er meteen anders over. Want dat is wat ik wil. Het is te hopen dat we snel weer mogen.’
Als je na 14 januari hopelijk snel weer mag trainen en voetballen, wat staat je dan voor ogen?
Frans: ‘Verder sleutelen aan ons spel. En punten pakken, want ik wil graag vierdeklasser blijven met Melissant. Omdat er komend seizoen ook een vijfde klasse is, degraderen er dit seizoen vier ploegen rechtstreeks en daar moet Melissant niet bij zijn. Wij moeten ons veilig kunnen spelen, dat moet volgens mij mogelijk zijn. En als we toch degraderen zou dat nog geen ramp zijn, als we er alles maar aan gedaan hebben om dat te vermijden. En daar is de ploeg op een goede manier mee bezig. De wil om er iets van te maken is bij de spelers goed merkbaar. Zij zijn erg enthousiast en gaan er echt voor. De onderlinge band is ook heel goed. Na afloop van elke wedstrijd wordt er elke zaterdag flink gefeest. De derde helft bij Melissant is namelijk ook heel belangrijk, ook als we verloren hebben. Na de nederlaag bij Rockanje was de sfeer in het clubhuis van Rockanje zo uitgelaten dat de voorzitter van die club met roeibewegingen op de grond zat terwijl onze spelers aan het zingen waren, haha.’
Hoe denk jij daar als trainer over dat de derde helft ook belangrijk is voor je spelers?
Frans: ‘Daar is niks mis mee. Ik gun ze dat pleziertje van harte. Bovendien is het heel belangrijk voor de onderlinge sfeer. Van mij mag het, maar dan wel als we ’s middags op het veld alles hebben gegeven en heel erg ons best hebben gedaan.’
Is je contract al verlengd?
Frans: ‘Begin januari gaan we praten. Ik heb er wel vertrouwen in. Johan Nagtegaal is sinds mijn terugkeer trainer geworden van het tweede elftal, Ron van Neck is bezig met de jeugd en mooi is ook dat we hier drie elftallen hebben. Dat maakt het doorselecteren iets makkelijker. Met z’n allen proberen we Melissant vooruit te helpen. Ik wil hier wat neerzetten. Ondanks het feit dat we nog niet zoveel punten hebben, vind ik echt dat we met de selectie op de goede weg zijn en al stappen hebben gemaakt. Het is goed werken hier, ook al omdat we hier een schitterende accommodatie hebben. Het hoofdveld heeft onlangs Ledverlichting gekregen, om veld 2 en het trainingsveld staat ook verlichting en binnenkort worden de kleedkamers opgeknapt. Het zag er hier al goed uit, dan wordt het nog beter.’
Gesproken Frans