Na acht seizoenen als hooftrainer werkzaam te zijn geweest bij Spijkenisse deed Peter Wubben anderhalf jaar geleden een stapje terug. Hij koos ervoor een tijdje niet in de voetballerij actief te zijn. Bij Spijkenisse werd hij opgevolgd door Marco van Rijn. Diens eerste seizoen bij de Spijkenisser hoofdklasser werd vanwege coronamaatregelen, afgekondigd door de overheid, na slechts vijf competitiewedstrijden beëindigd. Toen de draad dit seizoen weer opgepakt mocht worden, bleek de komst van Marco geen succes. Gewonnen werd er niet, de stand op de ranglijst werd steeds meer penibel, het draagvlak voor de trainer werd minder en minder en dat alles leidde ertoe dat eind oktober vorig jaar de verbintenis met Marco ontbonden werd.
De technische mensen van de club vroegen vervolgens aan Peter Wubben of hij het seizoen bij Spijkenisse af wilde maken. Peter hoefde niet lang na te denken en zo is hij vanaf begin november weer hoofdtrainer van Spijkenisse, momenteel bivakkerend op plaats 15 van de Hoofdklasse A.
Wij willen van hem weten waarom hij bij Spijkenisse weer op de bank zit en vooral hoe hij denkt de club voor de hoofdklasse te gaan behouden. Voor een onderlinge wedstrijd tussen het eerste elftal en de Onder 23, afgelopen zaterdagmiddag, gaat Peter daar graag op in.
Wat gaf voor jou de doorslag om bij Spijkenisse er weer als trainer in te stappen?
Peter: ‘De uitdaging. Spijkenisse staat op een plaats die rechtstreekse degradatie oplevert en met deze jonge spelersgroep is dat redelijk uitzichtloos. Degradatie wil ik graag voorkomen en om die uitdaging aan te gaan, ben ik er ingestapt, ook al vanwege de binding met de club.’
Wat trof je aan bij je terugkomst?
Peter: ‘Dat de selectie niet hoofdklassewaardig is. Spelers hebben ontegenzeggelijk kwaliteiten, maar het is niet in balans. Het slaat door naar te jong en onervaren. Kijk naar het doelsaldo. Tot nu toe zijn er twaalf wedstrijden gespeeld en we hebben 8 doelpunten voor en 25 tegen. Die tegendoelpunten zijn niet zo’n probleem, het gaat vooral om dat magere aantal doelpunten dat we zelf gescoord hebben. Dat is te weinig. Het ontbreekt aan koelbloedigheid en ook aan creativiteit. Als dat er niet is, creëer je weinig kansen en als je die vervolgens niet weet te benutten, dan is er een probleem.’
Als zoals je zegt de selectie niet hoofdklassewaardig is en de balans niet in orde, dan los jij dat toch ook niet op?
Peter: ‘De club heeft er na dat ene jaar in de derde divisie met dure voetballers van elders ervoor gekozen het meer met jongens uit eigen gelederen te gaan doen, aangevuld met spelers ‘van buiten’, die meer ervaring hebben en het klappen van de zweep kennen. Dat hebben we hier een tijd gedaan met ervaren jongens als Sander Barragan, Marvin van der Pluijm, Michael van Dommelen, Felino Jardim, Anthony Bentem en Rupertho Dorothea. Met zulke spelers erbij wordt er op hoofdklasseniveau gevoetbald en vooral ook getraind. Zo worden jonge spelers beter. Door allerlei oorzaken is dat nu veel minder. Oudere spelers hebben langdurige blessures, anderen kunnen de fysieke inspanningen niet hele wedstrijden meer aan. Dan valt de ondergrond waar jongere spelers op kunnen vertrouwen en waardoor zij beter worden, geleidelijk aan weg. Dan wordt het uitvoeringsniveau lager. Dat is wat er de afgelopen jaren hier gebeurd is. Spijkenisse zit niet in de financiële positie om weer dure jongens van buiten te halen. Dat wil de club trouwens ook niet meer. Maar die keuze houdt wel in dat je moet incalculeren dat het wat betreft resultaten minder kan zijn. Dat is nu dus het geval. Daarom staan we op de plek op de ranglijst waar we nu staan en waar we dus kennelijk thuishoren. Maar gelukkig is dit slechts een tussenstation. We hebben nog tijd om het tij te keren.’
Hoe ga jij dat aanpakken?
Peter: ‘Door keihard te gaan trainen. Als je niet de kwaliteiten bezit om als bovenliggende partij winnend van het veld te stappen, dan moet je het anders aan gaan pakken. Dan moet je de boel afjagen, er heel de wedstrijd bovenop zitten, tegenstanders tot fouten zien te dwingen en dan toe te slaan. Fysiek spel op de mat leggen dus. Dat betekent dat alle spelers topfit moeten zijn. In deze winterperiode wilde ik daar hard aan gaan werken, maar coronamaatregelen hebben daar jammer genoeg een flinke streep door gezet. Zo zijn we voor de kerst slechts met 22 spelers naar het park bij Barendrecht gegaan om daar op die berg aan het conditionele aspect te gaan werken. Pas nu, na terugkeer van het trainingskamp in Spanje, kan er echt werk van gemaakt worden en dan is het voorlopig nog behelpen. Vorige week hebben we met een uitgedunde groep op de club getraind. De rest zat in quarantaine. Ik hoop dat we snel alles weer kunnen doen, want we zullen alle beschikbare tijd hard nodig hebben. Ik ben ook van plan spelers op andere plekken uit te proberen. We hebben goals nodig. We hebben geen scorende nummer 9. Spelers halen willen en kunnen we nu niet en een oplossing zou kunnen zijn om met spelers te schuiven, hen op een andere positie op te stellen.’
Is het reëel om rechtstreekse degradatie te vermijden?
Peter: ‘Ja. Zolang er nog een paar ploegen op de ranglijst bij ons in de buurt staan, moet dat mogelijk zijn. Het zal een zwaar gevecht worden om daar succesvol in te zijn en fitheid zal uiteindelijk de doorslag geven.’
Ben jij volgend seizoen nog trainer van Spijkenisse?
Peter: ‘Daarover ga ik binnenkort met voorzitter Hans Brekelmans en bestuurslid technische zaken Imke van Dommele om de tafel zitten. Dat ik dat gesprek aan ga, betekent al iets. Toch? Ik wil graag een bijdrage leveren aan een gezond en succesvol Spijkenisse op een goed amateurniveau. Samen met de club gaan we onderzoeken of en op welke manier we die samenwerking vorm kunnen geven.’
Die man is echt een topper !! en hoe hij het doet geen idee ??
maar is en blijft leuk om te zien hoe sport hem blijft drijven!
Deze man heeft mij ooit wijze lessen meegegeven en tot op de dag van vandaag is dat blijven hangen .
Deze man heeft hart voor sport en das echt top om te zien.