Eind jaren negentig was ik als arbiter te gast bij een zaterdagvoetbalvereniging, die principieel niet op zondag wedstrijden wenst te spelen. Ik noem geen naam, maar het was ergens in de oostelijke contreien van de provincie Utrecht, binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Om wel iets van de spreekwoordelijke sluier op te lichten. Ik viel in voor een geblesseerde scheidsrechter die vrijdagavond afbelde. Weinig tijd dus om mezelf goed voor te bereiden en in te leven, maar toch had ik al eens eerder iets gelezen over de rivaliteit tussen de gastheren en de thuisspelende ploeg. Tijdens eerdere ontmoetingen gebeurde er nog wel eens wat.
Ik was ruim op tijd, zo’n twee uur voor aanvang. Het weer werkte fantastisch mee: begin november, ver boven 0, zonnig. De tegenstander van de gastheren kwam anderhalf uur voor aftrap aan op het complex, waar het heel druk was. Niet in de minste plaats vanwege het feit, dat de club met zo’n 1100 leden en zes speelvelden uit de voegen barstte en er een volledig thuisprogramma verspeeld diende te worden.
Voor de door mij te fluiten wedstrijd van de standaardelftallen vond een match tussen de tweede teams plaats, van dezelfde clubs. Ik heb de volledige eerste helft eerst staan kijken, voordat ik me in de bestuurskamer meldde. Er ging van alles mis. De arbiter van dienst had het allemaal al vroeg niet meer in de hand. Spelers hadden vanaf de vijfde minuut woorden met elkaar en er werd regelmatig geschoffeld. De bondsscheidsrechter trok voor rust maar één gele kaart, terwijl hij er wat mij betreft al een stuk of zeven had mogen geven. Terwijl ik in de bestuurskamer aan een spaatje blauw zat hoorde ik dat de fluitist in de tiende minuut na rust de wedstrijd had stilgelegd. Hij had in de eerste minuten drie keer geel getrokken en na een strubbeling gaf hij twee spelers daarvoor de rode kaart. Het werd niet gepikt en de goede man kreeg zoveel commentaar dat hij naar de kleedkamer was gegaan. Het bestuur van de organiserende vereniging bemoeide zich met diens leiding en veroordeelde in feite de tijdelijke staking. Ik keek alles goed aan en luisterde zorgvuldig naar alles wat er werd gezegd. Zonder mij er uiteraard mee te bemoeien.
De arbiter vond het na beraad met een aanwezige rapporteur niet wenselijk om de wedstrijd door te laten gaan en staakte de strijd definitief. Waarna met name de thuisclub zich in zowel woord als gebaar op onfatsoenlijke wijze liet gaan, een zichzelf vanwege statutair vastgelegde principes respecterende niet-zondagvereniging absoluut onwaardig. De goede kerel kleedde zich snel aan, tekende het formulier met alle opmerkingen erop snel af en maakte zich uit de voeten, richting huis.
Het leidde tot de nodige commotie, dat snapt u natuurlijk wel.
De wedstrijd waarvoor ik kwam ging om 14.30 uur van start. Ik had me voorgenomen om direct een streep te zetten door de eerste beste babbelende of benen schavende speler. Na veertig tellen legde de aanvoerder van de thuisploeg de spits van de gasten net buiten de zestien door middel van een schop neer. Ik trok gelijk geel voor de captain en gaf een luidkeels protesterende keeper er direct ook een gele kaart overheen.
Vanaf de kant werd er hardop gescholden en gevloekt waarna ik pardoes naar de zijlijn stapte en de brallers op hun woorden aansprak. Het bleken wat bestuursleden en commissieleden tussen het aanwezige publiek (zo’n 800 supporters totaal) te zijn, die ik eerder al had gehoord bij de gestaakte wedstrijd van het tweede.
,,Als u wilt, dat ik uw gedrag op het wedstrijdformulier zet, dan moet u vooral doorgaan’’, zo gaf ik de kwetteraars in korte bewoordingen aan. ,,Ik ben dan echter wel genoodzaakt om uw wangedrag tijdens de vorige wedstrijd ook daarbij te vermelden. U weet, daar ben ik als KNVB arbiter eigenlijk formeel toe verplicht, zodra ik daar getuige van ben geweest. Of zullen we deze wedstrijd de komende 89 minuten gewoon eens lekker gaan uit laten spelen?’’
Ik heb niemand daarna meer een verkeerd woord horen roepen. Ook in het veld was de boodschap helder. Aanvoerder en doelman verontschuldigden zich voor de vrije trap werd genomen, waar overigens wel de 0-1 uit voortkwam.
Het bleef bij twee gele kaarten, en na afloop bedankten de meeste aanwezigen mij voor een verder onopvallende leiding. De eindstand (3-3) schreef ik in mijn boekje bij.
Het gedrag van betrokkenen tijdens de voorgaande wedstrijd werd overigens door de rapporteur van die wedstrijd gemeld. De thuisclub werd door de KNVB naar aanleiding daarvan berispt.
Egbert Egberts floot bijna 42 jaar wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.