Als je met de auto naar DBGC gaat, moet je in Oude Tonge eerst langs de haven en dan over de Suisendijk naar de parkeerplaats van het sportcomplex onderaan de dijk. Als je dan naar de toegangspoort loopt is de kans groot dat je al opgemerkt bent door Toon Buijs, zeker als je door de week arriveert. Toon is namelijk elke dag op de club, want altijd is er wel wat te doen en tijdens die werkzaamheden ontgaat hem niks van wat er om hem heen gebeurt. Dit is geen reden om er een column aan te wijden, want bij elke voetbalvereniging in deze regio zijn er wel mensen die als vrijwilliger in hart en nieren elk uurtje van hun vrije tijd in de club steken en alles weten wat er gebeurt. Maar over Toon Buijs is wel een verhaal te maken, alleen al om het feit dat hij 87 jaar oud is.
Maar er is meer. Bij DBGC is hij als vrijwilliger al actief sinds de oprichting in 1957. In dat jaar fuseerden de plaatselijke voetbalclubs Don Bosco en Grijsoord en zo ontstond DBGC, voluit de Don Bosco Grijsoord Combinatie. Toon had als behendige aanvaller bij Don Bosco het eerste elftal gehaald, na de fusie speelde hij bij DBGC ook een paar jaar in het eerste. Door de week trainde hij, in het weekend stond er steevast een wedstrijd op het programma en tussen de bedrijven door, vooral in de avonduren, knapte hij bij de fusieclub klusjes op. Dat had hij bij Don Bosco ook al gedaan. Als kind hielp hij daar al mee bij het krijten van de lijnen op het veld en nu, meer dan 60 jaar later en lang nadat hij met pensioen gegaan is, steekt hij nog altijd de handen uit de mouwen.
Als metaalarbeider bij een landbouwmachinefabriek wist hij hoe je moest lassen, draaien en op andere manieren metaal moest bewerken en die kennis is op de club altijd van pas gekomen. Maar Toon kon veel meer dan metaal bewerken. Hij was van alle markten thuis en liet dat mensen op de club altijd wel weten. Niet dat hij stond te snoeven over wat hij kon of deed, nee, zo’n man is Toon niet. Verre van dat. Maar hij is wel veeleisend en wil altijd dat alles er piekfijn en tot in de puntjes verzorgd uitziet. Hij legt zijn ziel en zaligheid in het werk dat hij voor DBGC doet en verliest wel eens zijn geduld als hij ziet dat er iets aan het versloffen is. Zodra hij dat ziet, zegt hij er iets van. Hoewel hem dat niet altijd in dank afgenomen wordt, heeft hij wel degelijk recht van spreken, vind ik. Het is volkomen terecht dat hij af en toe op zijn strepen staat, want alles moet wel kloppen en de spullen moeten op hun plaats liggen, zodat een volgende gebruiker zijn handen niet op een lege plek slaat.
Toon is bij DBGC ook decennia lang trainer geweest. Eerst van het eerste elftal, later van de B-selectie. Als de training begon met 40 ballen en als dat aantal er op het einde van de training niet was omdat er in het donker een paar ballen in de bosjes om het veld verdwenen waren, dan mocht niemand van het veld. Er moest van Toon eerst net zo lang gezocht worden totdat er weer 40 ballen waren. Dit voorbeeld is Toon Buijs van top tot teen, want zo gaat het bij hem in alles. Ook nu nog altijd.
Ik mag Toon wel. Voor DBGC is hij al meer dan een halve eeuw een vrijwilliger die zijn gewicht in goud waard is. Niet voor niets is hij al in 1985 benoemd als erelid. Het grote voordeel van zo’n eretitel is dat je dan geen contributie hoeft te betalen en Toon de centjes die hij zo uitspaart kan besteden aan een biertje in de kantine van zijn club. Later is hij door de overheid ook koninklijk onderscheiden. Toon is een doener, geen prater. In de jaren ’70 is hij een blauwe maandag bestuurslid geweest, maar binnen no time had hij het wel gezien. Praten en beleid uitstippelen, dat is niks voor Toon. Laat hem maar dingen uitvoeren, laat hem maar klusjes verzetten, dan heb je veel meer aan hem.
Veel van zijn maten van de werkploeg, mannen waarmee hij vele jaren vrijwel dagelijks in de weer was op het complex van DBGC en soms ook bij de aangrenzende tennisvereniging, hebben het bijltje er al bij neergelegd. Ze zijn gestopt omdat het werk hen te veel geworden is, omdat het lichaam het niet meer aankan. Ook bij Toon gaan de jaren natuurlijk tellen, maar hij is er nog altijd elke dag. Ik vind het wel sneu voor hem dat hij er in de loop van de jaren steeds meer alleen is voor komen te staan. Er zijn nog wel een paar oude baasjes die nog altijd actief zijn, maar zijn jongere broer Jan en zijn maat Ad Knops hebben hun werkzaamheden neergelegd en mogelijk volgen binnenkort nog een paar anderen. Met zijn 87 jaar zal de grens bij Toon binnen afzienbare tijd ook wel bereikt worden. ‘Misschien wel als de renovatie van de kantine en kleedkamers achter de rug is. Dat zou een mooi moment zijn om te stoppen’, zo zegt hij zelf. Maar dat kan nog wel even duren, vermoed ik, want nog altijd is er niet begonnen met die klus. Club en de gemeente zijn er financieel nog steeds niet uit. Dat is natuurlijk een fikse tegenvaller voor DBGC, maar zoals Johan Cruijff zei heeft elk nadeel zijn voordeel. Het nadeel is dat DBGC nog altijd in de oude meuk zit, het voordeel is dat Toon op deze manier nog altijd actief is voor de club. Wat dat betreft mag het van mij nog lang duren eer de opstallen bij DBGC gerenoveerd gaan worden.