Namen van voetballers hebben mij altijd al geïntrigeerd. Vaak kun je daar leuke fantasieën op los laten. Wat te denken van Gabri Urbanus van Excelsior Maassluis? Urbanus. Dat is die Vlaamse komiek, inmiddels flink op leeftijd, die vroeger furore maakte met liedjes als Madammen Met Een Bontjas en Een Bakske Vol Met Stro. Tientallen jaren geleden heb ik hem vaak zien optreden en steeds zat ik met tranen in de ogen van het lachen van de onzin die hij uitkraamde tussen twee liedjes. Zullen bij zijn ploegmakkers de tranen ook over de wangen biggelen als de Urbanus van Excelsior Maassluis aan het woord is? Het zou zomaar kunnen. Urbanus. Die naam refereert ook aan honkbal. Han Urbanus en zijn broer Charles waren vermaarde Nederlandse honkballers en Charles jr., de zoon van eerstgenoemde, eveneens. Alle drie zijn ze opgenomen in de Hall of Fame. Die Urbanus kent Gabri wel. ‘Ver weg moet dat wel familie van me zijn’, vertelde hij me afgelopen zaterdag.
Gabri lijkt me een aardige gozer. Toen zijn trainer Dogan Corneille vlak voor de training tegen hem vertelde dat ik voor hem op de tribune zat, kwam hij snel even gedag zeggen. ‘Ik kom je vandaag eens in de gaten houden’, zei ik tegen hem. ‘Mooi. Het is goed voor me dat ik in de gaten gehouden word’, antwoordde hij breed lachend en keerde terug naar het veld, waar de training begon. Eerst vier tegen vier met twee neutrale spelers op een klein stukje van het veld en daarna een grote partij op het hele veld. Aan de ene kant de jongens die aanstaande donderdagavond, als de bekerwedstrijd tegen Ajax op de rol staat, naar verwachting gaan starten, aan de andere kant de andere elf spelers van de selectie. Die twee elftallen waren aan elkaar gewaagd. Dogan Corneille had het vooraf al verteld: ‘Het mooie is dat bij Excelsior Maassluis de nummer 1 tot de nummer 20 heel dicht tegen elkaar aanzit. Dat is heel mooi, want als ik wissel, is dat aan het niveau niet of nauwelijks te merken en daarom ben ik heel blij dat ik donderdag tegen Ajax vijf keer mag wisselen.’
In de grote partij was Gabri ingedeeld bij de jongens die tegen Ajax waarschijnlijk in de basis staan. Natuurlijk zat hij daarbij, want sinds zijn komst in Maassluis heeft Gabri zich in raketsnelheid ontwikkeld. In het vorige, door corona vroegtijdig beëindigde seizoen, had hij al een paar keer zijn opwachting gemaakt. Helemaal foutloos ging dat trouwens niet, volgens zijn trainer. ‘Breedtepassjes die gevaar opleverden, niet altijd op het juiste moment op de juiste plek. Maar dat geeft niet. Hij is nog jong en dat leert hij wel’, weet Dogan, die vorig jaar al snel in de gaten had dat hij er een goede speler bij had gekregen. Gabri was namelijk overgekomen van TOGB, waar hij, behoudens een tussenjaartje bij Sparta, altijd gevoetbald had en op 16-jarige leeftijd zijn debuut gemaakt had.
In de openingswedstrijd van dit seizoen, thuis tegen IJsselmeervogels, stond Gabri voor het eerst in de basis. Centraal achterin. ‘Hij is een van mijn drie soldaten daar’, legde Dogan me zaterdag uit, toen die wedstrijd tegen IJsselmeervogels even ter sprake kwam. In die wedstrijd had ik gezien dat Gabri zich heel goed staande hield in de zondvloed aanvallen die de bezoekers ontketenden. Zo hectisch ging het er afgelopen zaterdag op de training niet aan toe. Helemaal gemoedelijk ging het trouwens ook niet, want soms werd er aardig in gekletst. Niet door Gabri trouwens. Dat is een speler die het lijfelijk contact een beetje uit de weg gaat. Niet dat hij bang is en zijn poot terugtrekt, maar zijn kwaliteit is toch wel dat hij zich goed opstelt en zo vaak de angel uit de aanval van de tegenstander haalt. ‘En hij heeft een hele goed lange bal’, had zijn trainer ook over hem gezegd.
Dat laatste was in de training niet te zien. Een aantal keer had hij echt de tijd om een goede pass te verzenden, maar nagenoeg geen enkele bal kwam aan, tot ongenoegen van Vincent van den Berg, die voorin liep. Het lijkt me heerlijk om een speler als Vincent in je ploeg te hebben, trouwens. Hij is veeleisend en niet snel tevreden, maar legt wel uit hoe hij het wil hebben. In de rust stond hij het uit te leggen aan Gabri. Het ging over de manier van uitverdedigen en vooral de snelheid en nauwkeurigheid waarop dat zou moeten.
‘Het ging vandaag inderdaad niet helemaal lekker’, gaf Gabri na afloop toe, toen hij me nog even opzocht. Zo eerlijk is hij wel en dat valt te prijzen. Qua balgevoel was het zaterdag maar magertjes, ook die twee keer dat hij opstoomde op de flank, beide keren op maat aangespeeld werd door Omar el Baad, maar beide keren een onnauwkeurige voorzet gaf. Zulke ballen moeten op maat aankomen. Dat wist hij zelf ook wel. Dogan Corneille en Vincent van den Berg hebben gelijk. Sommige dingen moeten nog beter bij Gabri. Maar dat gaat vast lukken. Hij is leergierig en is vastberaden als speler een mooie carrière te maken. Wie weet wordt ook deze Urbanus ooit bijgeschreven in een Hall of Fame. Ik gun het hem van harte. Maar dan moet het wel beter dan zaterdag.
Beste Jan,
In het rijtje van bekende “Urbanussen” vergeet je een hele belangrijke nl,
Raymond Urbanus, zijn vader, die bij o.a. Neptunus furore maakte, als karakter voetballer. Uitstekende aanvoerder en zeer sociaal.
Ik heb het geluk gehad om met Raymond te mogen werken, bij Neptunus.
Mvg
Wim Schouten