Zijn actieve loopbaan als keeper voerde hem langs clubs als Simonshaven, Excelsior Rotterdam, Spijkenisse, Rozenburg en Hekelingen voordat hij neer streek bij SC Botlek. Niet meer als doelman, hoewel hij als de nood aan de man was nog wel eens onder lat stond bij het eerste elftal. Maar Henk Kraak was geen keeper meer, hij was keeperstrainer en werd later trainer van de Onder 19. Dat duurde niet lang, want toen Dan Blokland, de technische man van de club na vele, vele jaren zijn taken neerlegde, werd Henk zijn opvolger. Dat was drie jaar geleden.
Waarom hij de technische man bij de Spijkenisser derdeklasser is geworden, hoe hem dat bevalt en hoe hij dat allemaal weet te combineren met zijn drukke baan als zelfstandig klussenman, daar willen wij alles van weten. Henk gaat bereidwillig op al onze vragen in.
Hoe kwam je bij SC Botlek terecht?
Henk: ‘Halverwege het seizoen 2013-2014 werd ik aangesproken door Dan Blokland, die bij SC Botlek de technische zaken regelde. Hij was op zoek naar een keeperstrainer voor de selectie en vroeg of ik dat wilde worden. Ik had daar zelf nooit aan gedacht. Ik was altijd keeper geweest, dus de vraag van Dan verraste me wel. Maar ik werd al een dagje ouder en wist dat er ooit een einde zou komen aan mijn actieve voetballoopbaan. Als ik toch iets in het voetbal wil blijven doen, dan maar als keeperstrainer, zo dacht ik. Daarom werd ik keeperstrainer bij Botlek. Dat speelde toen voor het tweede achtereenvolgende jaar in de tweede klasse en Rinus Schrijvers was er trainer.’
Dat seizoen degradeerde de club naar de derde klasse. Lag dat aan jou?
Henk: ‘Haha, dat zou zo maar kunnen. Nee hoor, Botlek was uiteindelijk toch een maatje te klein voor de tweede klasse en ging terug naar de derde klasse. Ik had het vanaf het allereerste moment goed naar mijn zin bij Botlek en naast het trainen van de keepers ging ik steeds meer doen bij de club.’
Zoals wat?
Henk: ‘Dingetjes regelen waarbij spelers en mensen van de staf zich lekker voelen. Ik vind het namelijk heel erg belangrijk dat iedereen tevreden is en zich goed voelt en daar wil ik me graag voor inzetten. Zelf beleef ik er heel veel plezier aan als ik zie dat mensen met een vrolijk gezicht rondlopen op de club. Sportief ging het niet zo lekker met die degradatie naar de derde klasse, maar op de onderlinge sfeer had dat weinig invloed.’
Je werd bij SC Botlek ook jeugdtrainer.
Henk: ‘Dat klopt. Van de Onder 19, samen met Kevin Michilsen, een speler van het eerste elftal. Dat was in het jaar dat Dan Blokland stopte als technische man bij SC Botlek. Dan vertelde mij halverwege het seizoen dat hij zijn taken ging neerleggen en vroeg meteen of ik zijn opvolger wilde worden. Hij had me al eens verrast met zijn vraag of ik keeperstrainer wilde worden, maar deze vraag kwam helemaal als een volslagen verrassing. Ik de technische man van SC Botlek? Zoiets had ik nog nooit gedaan. Ik wist dat het heel veel werk was, want ik zag hoeveel werk Dan altijd had met het samenstellen van de selectie, het aanstellen van trainers en mensen van de technische staf en alle zaken eromheen. Heb ik die tijd? Kan ik dat combineren met mijn baan? Wil ik dat wel? En hoe moet ik het in vredesnaam gaan doen, want ervaringen op dat vlak, die had ik natuurlijk niet. Moest ik het wel gaan doen? Het waren vragen die ik mezelf stelde en ik heb er lang over na lopen denken en ook overlegd met voorzitter Marco van Putten en andere mensen van de club. Uiteindelijk heb ik mijn ja-woord gegeven.’
Wat gaf voor jou de doorslag?
Henk: ‘Door het vertrouwen dat ik kreeg van mensen van de club en vooral door de woorden van de voorzitter, die beloofde dat ik de vrije hand zou krijgen en ik altijd op hem kon terugvallen. En ook door de belofte van Dan Blokland om mij te helpen en adviezen te geven als dat nodig zou zijn.’
Je bent nu voor het tweede achtereenvolgende seizoen bezig als technische man van SC Botlek. Hoe bevalt dat?
Henk: ‘Het is echt ontzettend veel werk, maar dat wist ik dus al. Je bent er dagelijks mee bezig. Elke dag pleeg je talloze telefoontjes, je verstuurt app-jes, je praat met alles en iedereen en dan nog heb je niet alles in de hand.’
Geef eens een voorbeeld.
Henk: ‘Toen ik begon als technische man was het doel om te verjongen, maar dat er wel een aantal oudere spelers zou zijn, die de jeugd bij de hand zou gaan nemen. Maar na mijn eerste seizoen als technische man gingen er een paar oudere spelers in een lager elftal voetballen of vertrokken naar een andere voetbalvereniging. Mick Loendersloot en Patrick Klaris bijvoorbeeld. Die gingen naar Hekelingen, want ze wilden nog wel eens kampioen worden, zo zeiden ze. Misschien wel een logische gedachte van hen en achteraf ook wel te begrijpen, maar hun vertrek viel me destijds toch rauw op mijn dak. Dan het maar rigoureus aanpakken, zo dacht ik toen en in overleg met de andere mensen van de technische staf en met het bestuur hebben we besloten een drastische verjonging in te zetten. Natuurlijk hebben we nog wel met spelers van buitenaf gesproken en sommige jongens zijn er inderdaad bijgekomen, maar we hebben onze blik niet meer zo naar buiten gericht. We hebben spelers uit het tweede elftal doorgeschoven naar het eerste en een groot aantal jeugdspelers bij het tweede elftal ingedeeld. Dat betekent dat we nu zowel bij het eerste als bij het tweede elftal een heel jonge spelersgroep hebben, met belangrijke eerste elftalspelers als aanvoerder Bennie Blokland, Xavier Demmendaal en Mickey Remy die nog piepjong zijn. Dan weet je dat het vooralsnog met vallen en opstaan gaat en dat je als technische man er ook je handen aan vol hebt om de rust te bewaren en iedereen de moed erin te laten houden. Gelukkig word ik hierin erg gesteund door trainer John Stougje en de andere mensen in de staf.’
En dan komt corona en dat doorkruist ook je werk.
Henk: ‘Dat kun je wel zeggen ja. Twee seizoenen achtereen werd de competitie stilgelegd en ook in dit derde seizoen heeft de overheid weer beperkende maatregelen ingevoerd. Hoe je als selectie op al deze toestanden anticipeert, hoe je je steeds weer moet aanpassen aan de omstandigheden, dat werk komt er nog eens bovenop.’
Hoe kan je dat allemaal combineren met je drukke baan als klusjesman?
Henk: ‘Ik installeer badkamers en doe ook andere dingen zoals dakramen plaatsen, laminaat leggen, zolders verbouwen en allerlei andere klussen in huis en daar ben ik inderdaad druk mee. Ik werk samen met Lyad, een Syrische man, die me daarbij heel goed helpt. Omdat we met z’n tweeën bezig zijn, kan ik nog wel eens een telefoontje aannemen of een app-je beantwoorden, haha. Ik heb inderdaad een drukke baan, ook als ik vanaf januari volgend jaar als zelfstandig ondernemer verder ga, maar zo is het toch allemaal goed te combineren met hetgeen ik bij SC Botlek doe. En ik heb ook nog tijd over voor mijn gezinnetje. Ik zit twee avonden in de week op de club en op zaterdag heel de dag, maar op de andere avonden en op zondag ben ik er voor mijn kinderen en mijn vrouw. Maar dan ben ik ook nog wel eens aan Botlek aan het denken hoor, haha.’
Is technische man zijn bij SC Botlek leuk?
Henk: ‘De corona en alle toestanden die dat met zich meebrengt zijn dat niet, maar het werk dat ik doe als technische man van de club is toch ontzettend leuk. Het kost dan wel heel veel tijd, maar als je ziet wat je ervoor terugkrijgt, als je ziet hoe onze selectiespelers zich inzetten en het plezier dat iedereen uitstraalt, dan doet me dat heel goed. Het gaat echt goed bij SC Botlek. Ik kan dat natuurlijk moeilijk beweren als je met slechts 2 punten onderaan de ranglijst staat, maar ik heb er alle vertrouwen in dat hier iets moois aan het groeien is. In eerste instantie dacht ik dat we binnen korte tijd goede resultaten zouden gaan halen, maar inmiddels ben ik er wel achter dat zoiets meer tijd kost. Dat is iets dat ik heb moeten leren. Maar we zijn op de goede weg, mede omdat iedereen in de staf van het eerste elftal en de mensen van het tweede elftal en die van de Onder 19 allemaal veel met elkaar overleggen en ontzettend veel energie in de club stoppen. Ook dat doet me heel goed.’
Je zegt dat je geleerd hebt dat het tijd kost om prestatief beter te worden. Zijn er nog andere dingen die je inmiddels ook geleerd hebt?
Henk: ‘Ja. Ik moet niet meer meteen op alles reageren. In het begin reageerde ik overal op, ook op sociale media. Ik had dat altijd gedaan, ook toen ik nog keeper was. Op het veld was ik altijd een druk baasje en heel impulsief. Als technische man van een voetbalclub kun je dat niet zijn, weet ik nu. Dan moet je naar buiten toe niet altijd het achterste van je tong laten zien. Eerst nadenken voordat je wat zegt.’
Zijn er mensen die voor jou een klankbord zijn, mensen waarmee je dingen overlegt?
Henk: ‘Natuurlijk praat ik veel met mensen die bij andere verenigingen een rol hebben zoals ik bij Botlek. En met andere mensen in de voetballerij. En ik praat nog heel vaak met Dan Blokland, die mij altijd raad geeft als ik daarom vraag. Ik heb het allemaal niet zelf uitgevonden en ben blij dat ik links en rechts ondersteuning kan krijgen.’
Heb je tot besluit nog iets wat je wil zeggen?
Henk: ‘Rechtstreekse degradatie is met het opheffen van Leonidas niet meer mogelijk, misschien degraderen we dit seizoen wel via de nacompetitie, dat zou zo maar kunnen. Als dat op ons pad komt, dan moet dat maar. Maar het gaat op de langere termijn echt goedkomen met SC Botlek, dat weet ik zeker. En tot slot: als mensen willen dat ik bij hen thuis kom verbouwen of iets installeren, dan kunnen ze me altijd bellen.’
