De laatste competitiewedstrijd speelde hij op 30 oktober, thuis tegen ODIN’’59. Sindsdien werden alle wedstrijden van Barendrecht uitgesteld vanwege corona bij de tegenstanders. Ugur Altintas, de 22-jarige aanvallende middenvelder zit dus thuis te kniesoren, want voetballen, dat is zijn lust en zijn leven. Tussendoor werd er in het kader van de Fidus Cup nog wel tegen FC IJsselmonde gevoetbald, maar tot overmaat van ramp werd die wedstrijd verloren, dus erg vrolijk zal Ugur de laatste weken niet zijn, vermoeden we. Drie avonden in de week volle bak trainen, je voorbereiden op tegenstanders als VVOG, SteDoCo, DOVO en DVS’33 uit Ermelo en dan op zaterdag niet spelen. Weer niet.
Wij willen van hem weten wat dit allemaal voor hem betekent. Hoe hij hiermee omgaat. En omdat de overheid vorige week afgekondigde dat er na 5 uur ’s middags niet meer getraind mag worden, willen we ook van hem weten op welke manier hij zich zowel fysiek als geestelijk fit houdt. Telefonisch gaat Ugur uitgebreid op onze vragen in.
Laten we bij het begin beginnen. Dit is je tweede seizoen bij Barendrecht, na jarenlang in de opleiding bij Sparta gezeten te hebben en een tussenjaar bij BVCB. Hoe ben je bij Barendrecht terecht gekomen?
Ugur: ‘Ik heb jarenlang bij Sparta in de jeugdopleiding gezeten, al vanaf de F-jes. Mijn droom is altijd geweest profvoetballer te worden en bij Sparta zat ik dus op een plek waar ik die droom waar kon maken. Het ging altijd goed, hoe ouder ik werd, hoe serieuzer het er aan toe ging. Toen ik 17 jaar was kreeg ik een contractje en mocht met de grote jongens meetrainen. Maar de laatste stap heb ik niet kunnen zetten. Dat lag aan mij. Ik maakte verkeerde keuzes, had buiten het veld niet altijd de discipline en de juiste mentaliteit en daarom is het bij Sparta uiteindelijk toch niets geworden. Ik ben nu ouder en meer volwassen, dus ik weet wat ik niet goed gedaan heb. Van je fouten moet je leren, zeggen ze toch? Nou, dat geldt zeker voor mij. Na Sparta heb ik nog een stagetraject in Turkije doorlopen, maar dat was helemaal niks. Ik voelde me daar niet goed bij en na twee maanden ben ik terug naar Nederland gegaan, naar mijn ouders. Ja, en dan heb je hier geen club. ‘Waarom kom je niet bij mij bij BVCB voetballen,’ zei Gerard van Ruitenburg, een trainer die ik goed kende, tegen mij. Dat vond ik een goed idee, want ik wilde trainen en voetballen, want dat is mijn lust en mijn leven. Ik ben liefhebber en dan doet het niveau waarop ik dat doe er eigenlijk niet toe, hoewel ik wel probeer zo hoog mogelijk te voetballen en de droom om profvoetballer te worden nog niet heb laten varen. Ik dus naar BVCB. Ik kende ook Gert van der Wal van Barendrecht. Diens zoon zat ook bij Sparta in de jeugdopleiding. Gert regelde dat ik vorig seizoen in de voorbereiding bij Barendrecht mee kon trainen met de Onder 23. Dat was mooi, want dat was een kans dat ik me kon bewijzen. Die kans heb ik gegrepen. Binnen de kortste keren zat ik bij de selectie. En nu nog altijd.’
Je bent nu basisspeler, dus het is als een raket gegaan.
Ugur: ‘Inderdaad. De lessen die ik bij Sparta heb geleerd, pas ik dagelijks toe. Die fouten van toen ga ik nu niet meer maken. Ik doe altijd erg mijn best en buiten het veld let ik altijd op de dingen die nodig zijn om fit te zijn en fit te blijven. Ik heb aanleg om dik te worden. Bij Sparta kwam ik na elke vakantie terug op de training met een paar kilootjes erbij, daar let ik nu dus ook op.’
Richard Elzinga, je trainer zegt dat hij je opstelt omdat je goed kan voetballen. En ook vanwege je specifieke kwaliteiten. Hij houdt zich dus een beetje op de vlakte, maar wat zijn jouw specifieke kwaliteiten?
Ugur: ‘Ik ben middenvelder, vrij sterk aan de bal en ik denk dat ik een goede trap heb. Wedstrijden kan ik beslissen door zelf te scoren of met een assist, ook als ik zelf niet goed voetbal. Ik moet het van mijn momenten hebben, krijg van de trainer af en toe ook een vrije rol, zodat ik mag zwerven op het veld. Maar ik zal nooit het teambelang vergeten. Afspraken die daarvoor gemaakt zijn, die zal ik altijd nakomen.’

Uitgezonderd die wedstrijd om de Fidus Cup tegen FC IJsselmonde voetbal je nu al weken niet meer, omdat elke competitiewedstrijd van Barendrecht telkens uitgesteld werd. Deze situatie duurt nu al weken en voorlopig mag er ook niet meer getraind worden. Hoe ga jij hiermee om?
Ugur: ‘Het is voor mij al het tweede opeenvolgende seizoen dat corona het voetballen onmogelijk maakt. Vorig seizoen had ik de stap van Onder 23 naar de selectie gemaakt. Ik speelde alles, het ging lekker met mij en met Barendrecht, in de beker waren we ook ver gevorderd, maar toen legde corona alles stil. En nu gooit corona alweer roet in het eten. Dat we op zaterdag nu al weken geen wedstrijd hebben vind ik heel vervelend, want ik wil heel graag voetballen. Dat is het leukste dat er is. Voetbal is mijn uitlaatklep, ik haal daar heel veel plezier en voldoening uit. Dat je op zaterdag niet kan voetballen is dus telkens weer een teleurstelling, hoewel ik me ook realiseer dat je heel voorzichtig moet zijn met corona. Ik heb er geen invloed op, maar het is wel rot. Voor de beker hebben we geloot tegen Ajax. Misschien gaat daar ook een streep door, wie zal het zeggen? Ik hoop het niet natuurlijk, ik hoop dat we zo snel mogelijk weer kunnen voetballen.’
Hoe houd je je in de tussentijd scherp en fit?
Ugur: ‘Ik train heel veel voor mezelf in de gym, want ik wil fit blijven en er straks staan als er weer gevoetbald mag worden. Ik sta nog altijd open voor een stap hogerop, profvoetballer wil ik nog altijd worden, dus dan moet je zorgen dat je er staat. Altijd.’
hard blijven werken Ugur, en je scherp blijven houden.
Gr Rien
Een hele goede speler met fijne kwaliteiten!
Geweldige speler en geweldig mens