Voor voetballiefhebbers uit de omgeving van 010 is de wedstrijd tussen Feyenoord en Ajax natuurlijk dé klassieker. Jarenlange strijd en rivaliteit vertaalt zich in een soort van haat/liefde verhouding tussen de clubs en hun toeschouwers. Zónder klassieker is er niets aan de normale competitie te beleven, zo lijkt het wel. Dat er in de regio Rotterdam andere klassiekers zijn vergeet men gemakshalve. Denk maar aan de diverse derby’s die gespeeld worden.
Als scheidsrechter heb ik ook diverse klassiekers in de regio Rijnmond mogen fluiten. Wedstrijden met een speciaal tintje. Onderlinge ontmoetingen die emoties losmaakten. Bij spelers, hun begeleiding en hun aanhang. Maar waar ook mooie momenten werden beleefd. Waar mensen elkaar voor en na de wedstrijd in elkaars armen vlogen. Binnen en buiten het veld. Daar kun je als arbiter van dienst eigenlijk alleen maar op hopen.
In 1983 floot ik een wedstrijd van de interregionale A1-jeugd van twee verenigingen, die met hun voetbalvelden op hetzelfde complex waren gevestigd. Slechts een rij hoge bomen en een Heras-hekwerk scheidden de velden en kantines met kleedkamers van elkaar. In Vlaardingen. Veel spelers gingen naar dezelfde scholen, kwamen uit dezelfde woonwijken, leefden soms zelfs in dezelfde straat. In de rangschikking ontliepen de teams elkaar ook nauwelijks, maar bij deze wedstrijd deed eigenlijk alleen het resultaat ertoe, niet de positie op de ranglijst. De eerste wedstrijd, die werd gespeeld in het derde speelweekend van dat seizoen, eindigde een beetje vervelend. Twee voetballers raakten langdurig geblesseerd, één van de thuisploeg en één van de gasten. Bij een opstootje werden vier spelers, netjes verdeeld over beide teams (als ik het zo maar mag uitdrukken), van het veld gezonden door de dienstdoende scheidsrechter, net als de trainers van beide ploegen, die elkaar de huid hadden vol gescholden. De einduitslag was 2-2, waarna – zo werd me verteld door bestuursleden van de clubs voorafgaand aan de door mij te leiden return – de toenmalige arbiter had verklaard dat hij de wedstrijd eigenlijk had willen staken, maar geen zin had in napijn. En de resterende tijd had laten uitspelen, waarbij hij nog voor elk dingetje dat hij waarnam floot.
Ik wist dus wat me te doen stond, aldus de mensen die mij ter plaatse hadden ingelicht. Zoals altijd floot ik naar inzicht en met inzet van alle mogelijkheden die ik in huis had. Met de instelling dat elke wedstrijd er één op zich is. Liet beide teams elkaar aftasten en duels hield ik zoals altijd binnen de perken. Daardoor ontstond een spannend schouwspel, met over en weer kansen op meer, dat bij rust omdat er nog niet gescoord was nog alle kanten op kon gaan.
In de tweede helft maakte de thuisploeg al snel de 1-0, waarna de gasten er alles aan deden om weer op gelijke hoogte te komen. Alles, echter zonder daarbij onsportief te worden. Had tot aan de 85ste minuut slechts twee keer de babbel nodig om spelers duidelijk te maken dat er met de voet en niet met het mondje gevoetbald moest worden. De keeper van de thuisploeg verrichtte soms wonderen.
Zes minuten voor tijd scoorde de gastploeg alsnog de gelijkmaker. Verdiend. Uit een directe vrije trap vanaf een meter of 25. Er volgden nog enkele spannende minuten, maar doelpunten vielen er niet meer. Na mijn laatste fluitsignaal gaf men elkaar netjes de hand en sommige spelers praatten nog een aantal minuten na over de vele kansen die beide teams gehad hadden. De beide trainers stonden broederlijk naast elkaar tussen de dug outs en evalueerden hun tactieken. Publiek ging richting kantine, zonder enige wanklank.
Ik nam beide grensrechters mee naar de kleedkamer en dronk nog even wat met hen om wat spelmomenten en de goede samenwerking te bespreken. Na het douchen en aankleden verliep de nabeschouwing in de bestuurskamer ook in een vriendschappelijke sfeer. Men ging uiteen door de handen te schudden en elkaar een ’tot de volgende keer’ te wensen. Oprecht.
Zo anders als de eerste wedstrijd verliep, zo amicaal eindigde de tweede ontmoeting tussen deze buursportverenigingen dus. En ik had het gevoel dat mijn rol daarin slechts een kleine was. Omdat de beide teams samen voor ogen hadden er een prettige pot voetbal van te maken. Soms maakt een vriendschappelijk naspel een wedstrijd mede tot een klassieker. En dat is ook wel eens leuk om op te schrijven…
Egbert Egberts fluit ruim 41 jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.