Ons oog viel op hem een paar weken geleden toen hij op het veld van Hekelingen de dug-out opzocht met een blindenstok in zijn hand. Het bleek de verzorger van Bolnes te zijn, die met zijn club naar de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen naar de Sportpolderweg in Hekelingen was afgereisd. Een blinde verzorger bij een voetbalclub? Wie is hij en hoe kan hij functioneren met zijn visuele handicap? Daar moesten we meer van weten. We achterhaalden zijn naam en zijn telefoonnummer. De blinde verzorger van de zaterdagploeg van Bolnes heet John Stoop en toen we hem belden met de vraag of we met hem een verhaal mochten maken, wilde John daar graag aan meewerken. ‘Kom maar langs. Praten over mijn handicap vind ik niet moeilijk’, zei hij toen al. ‘Ik geef ook voorlichting op scholen en bij bedrijven.‘
We stellen het erg op prijs dat je over je visuele beperking en het omgaan daarmee wil praten. Hoe ben je blind geraakt? Ben je dat heel je leven al?
John: ‘Nee. Dat is gekomen in 1997, toen ik 37 jaar oud was. Ik werkte destijds bij de Vereenigde Glasfabrieken in Schiedam. Tijdens een nachtdienst kreeg ik spontaan een vlek in mijn rechteroog. Ik zag wazig. Ik weet het aan vermoeidheid en schonk er niet veel aandacht aan, ook al omdat het even later weer wegtrok. Maar na een tijdje kwam het weer terug. Ik ben toen op een zaterdag bij de bedrijfsarts langs gegaan en die heeft me doorverwezen naar het Oogziekenhuis in Rotterdam. Onderzoek daar toonde aan dat ik trombose in mijn rechteroog had, in de meest ernstige vorm.’
Dat is heftig,
John: ‘Ja, vooral omdat niet veel later diezelfde aandoening ook in mijn linkeroog geconstateerd werd. Je wordt dus nagenoeg blind en dan zie je heel je leven in duigen vallen, moet ik zeggen. Mijn vrouw en ik hadden net een huis gekocht, we zaten met drie jonge kinderen en dan overkomt je zoiets. Ik werd afgekeurd en omdat mijn vrouw toen is gaan werken, ben ik een soort huisman geworden.’
Hoe groot is je visuele beperking?
John: ‘Mijn linkeroog heeft een half procent gezichtsvermogen, mijn rechteroog twee procent. Ik zie dus niet veel. Ik zie je wel zitten tegenover mij aan deze tafel, maar heel vaag. Niet meer dan een vlek. Contrasten kan ik niet zien, het centrale zien is er ook niet meer en mijn netvlies is afgestorven. De schade is blijvend.’
Hoe heb je na blind worden je leventje weer opgepakt?
John: ‘Mijn behandelende oogarts had me gezegd dat ik mijn bloed dun moest houden. Daar schreef hij medicijnen voor uit en ik besloot zelf ook mee te helpen. Ik dronk elke avond een glas wodka jus d’orange, maar dat werd al heel snel een fles of drie, vier per week. Op een gegeven moment kon het zo niet langer, vond ik. Omdat ik vlak voor mijn aandoening van plan was de marathon van Rotterdam te gaan lopen, ben ik weer gaan hardlopen. Ik belde een vriend van me op en vroeg of hij me daarbij wilde helpen. Ik ben vanaf die tijd verwoed gaan trainen en hij hielp me daarbij. Hij reed op zijn fiets met me mee als ik ging hardlopen, onderling waren we met een draad verbonden.’
Had je al marathons gelopen voor je aandoening?
John: ‘Ja. Voordat ik visueel gehandicapt raakte, heb ik 10 marathon gelopen. In 2007 wilde ik, samen met mijn blindengeleidehond, de marathon van Rotterdam lopen. We zijn samen van start gegaan, maar vanwege de hitte werd de wedstrijd onderweg gestaakt. Maar ik had de smaak van het hardlopen weer te pakken en samen met twee vrienden van me heb ik later dat jaar Running Blind opgericht. Dat is een vereniging voor mensen met een visuele beperking die graag willen sporten. Van de landelijke vereniging ben ik 10 jaar voorzitter geweest en dat ben ik van de Rotterdamse afdeling nog altijd.’
Je bent verzorger van de zaterdagploeg van Bolnes. Was je al verzorger voordat je blind werd?
John: ‘Nee. Ik zat afgekeurd thuis en wilde dolgraag iets om handen hebben. In 2015 hoorde ik dat er een opleiding tot sportmasseur werd georganiseerd door Visio Het Loo Erg, speciaal voor mensen met een visuele beperking. Dat leek me wel wat, ook al omdat ik vroeger in de verpleging had gewerkt en ik als voorzitter van Running Blind inmiddels wist dat veel van onze leden bij sportmassage gebaat zouden zijn. Maar die opleiding kostte 15.000 euro en dat geld had ik niet. Bij het UWV vroeg ik financiële ondersteuning, maar die kreeg ik niet omdat er geen baangarantie was. Gelukkig heeft een bevriende instantie dat geld voor me betaald, zodat ik die opleiding toch kon volgen. Dat was in Apeldoorn. Op donderdagochtend met het openbaar vervoer daarheen, ’s middags les, ’s nachts daar slapen, vrijdagochtend weer les en vrijdagmiddag weer terug naar huis. Twee jaar lang heb ik dat gedaan. In de klas zat ik met 7 andere mensen, allemaal met een visuele handicap en allemaal veel jonger als ik. Zij hadden van het UWV wel financiële ondersteuning gekregen. Ik was de enige zonder. Dat vond ik wel wrang, ja. Zeg dan gewoon dat ik te oud was. De opleiding heb ik afgemaakt en voor het examen ben ik geslaagd. De eisen voor dat examen zijn dezelfde als voor mensen die geen visuele beperking hebben, alleen kreeg ik er meer tijd voor en mocht sommige dingen ook mondeling toelichten.’
Ben je daarna sportmasseur geworden?
John: ‘Nee, niet als baan. Boven heb ik wel een volledig ingerichte behandelkamer, maar ik help alleen mensen van Running Blind. Dat is liefdewerk oud papier, ik ontvang er nauwelijks geld voor.
Hoe ben je bij Bolnes terechtgekomen?
John: ‘Die club zocht een verzorger, die advertentie kwam een keer voorbij op Facebook. Ik heb gereageerd en mocht op gesprek komen bij Soeris Balgobind, de toenmalige voorzitter. Ik had hem vooraf wel op de hoogte gebracht van mijn beperking, maar dat was geen probleem. Het was een erg fijn gesprek. Hij was enthousiast, maar wilde het wel aan trainer Serge Lopes en aan de spelers voorleggen. Gelukkig deden die niet moeilijk en zo ben ik vanaf het seizoen 2018-2019 verzorger van de zaterdagploeg van Bolnes.’
Dus Bolnes is je eerste club als verzorger. Heb je vroeger zelf ook gevoetbald?
John: ‘Jazeker. Bij DHS in Schiedam, dat later opgegaan is in Kethel Spaland. Dat speelde destijds in de hoofdklasse, Rob Jacobs was er trainer. Als jong ventje mocht ik met de selectie meetrainen, maar na een tijdje vond ik het niet leuk meer. Ik ben gestopt en heb een paar jaar later nog gevoetbald bij Animo Hoogvliet, in een lager elftal. Mijn voetbalcarrière mag dus geen naam hebben.’
Maar je bent nu weer wel onderdeel van een voetbalploeg. Hoe bevalt dat?
John: ‘Heel erg goed. Ik ben bij Bolnes in een warm bad terecht gekomen en als het aan mij ligt, wil ik heel lang bij deze club blijven. Ik heb het er prima naar mijn zin, vanaf het begin. Ik was net een paar maanden aan het werk op de club, toen mijn vrouw overleed. Ik ben toen ongelooflijk goed opgevangen door alles en iedereen bij Bolnes, terwijl ik er nog maar een paar maanden rondliep. Heel veel mensen hebben me gesteund in die moeilijke tijd. Zo is de selectie in de clubkleuren bij de begrafenis aanwezig geweest en bij veel van die jongens stonden de tranen in de ogen. Die steun van mensen van de club heeft heel erg veel voor mij betekend en daarom wil ik hier nog lang verzorger blijven, ook al omdat je van de spelers veel terug krijgt. Jazzley John, een speler die dit seizoen naar FC IJsselmonde is gegaan, zei bij zijn afscheid dat hij nog nooit zo’n goede verzorger had meegemaakt. ‘En je hebt het hart ook nog op de juiste plek’, zei hij erbij. Dat was heel mooi om te horen.’
Vertel eens hoe je kunt functioneren als verzorger terwijl je nauwelijks iets kan zien.
John: ‘ In feite kijk ik met mijn handen. Tijdens de opleiding zijn we tot in den treure klaargestoomd om je handen het werk te laten doen. Een goede verzorger kan ook enkels intapen en meer van dat soort werk doen met zijn ogen dicht. Tapes leggen, spieren masseren; ik kan het allemaal blindelings. Daar heb ik mijn ogen niet voor nodig. Spelers van Bolnes weten inmiddels niet beter, alleen moeten elk seizoen de nieuwe spelers er even aan wennen. In Aziatische landen komen blinde verzorgers vaker voor, maar in Nederland zijn ze er nauwelijks. Ik ken alleen een verzorgster bij een voetbalclub in Bolsward. Dat was een klasgenoot van mij in Apeldoorn. Bij mijn weten zijn we de enige twee blinde verzorgers in Nederland.’
Hoe ga jij naar Bolnes? Met de taxi?
John: ‘Nee hoor, lopend. Op trainingsavonden met mijn blindengeleidehond. Daar doen we ongeveer 20 minuten over. Op zaterdag laat ik de hond thuis. Dan loop ik met mijn stok en dan doe ik er een minuut of 10 langer over.’
Je masseert spelers, je legt tapes aan en je doet ander werk als verzorger en dan is er zaterdagmiddag een wedstrijd waar jij niet veel van ziet, zittend in de dug-out. Hoe gaat dat dan?
John: ‘Ik zie nagenoeg niets, maar ik hoor natuurlijk wel wat er gebeurt en daar kan ik veel uit afleiden. Ik krijg ook informatie van de mensen om me heen, maar vaak ontgaat me natuurlijk wel iets. Zo dacht ik dat we tegen GOZ met 3-1 verloren hadden. Maar dat bleek met 3-2 te zijn. Ons tweede doelpunt, gescoord door Ronald Vrolijk had ik gemist. Bij Bolnes weet ik inmiddels goed de weg op het sportcomplex, bij uitwedstrijden natuurlijk stukken minder. In de voorbereiding speelden we ergens uit en ik kwam als laatste de kleedkamer uit. Ik sloot de deur af en liep naar het veld op weg naar de dug-out. ‘Waar ga je heen’, vroeg een speler mij toen ik midden op het veld was. Ik liep helemaal verkeerd, want de dug-out stond aan de andere kant van het veld. Dat was wel lachen.’
Lachen?
John: ‘Jawel. Ik kan er prima tegen als andere mensen grapjes maken over mijn handicap. ‘Zie je dat dan niet aankomen’, vragen ze me wel eens en ,meer van dat soort opmerkingen. Daar kan ik om lachen, want zelf houd ik ook wel van een geintje. Het gaat erom hoe ze het zeggen, met welke intentie. Als die goed is, kan ik heel er goed mee leven. En bij Bolnes is dat dik in orde.’
Super mooi verhaal van een prachtig persoon!!! Dankzij John ook veel steun aan onze lopers, fietsers tijdens de Socialrun! Thanks!!!