Sprak in het seizoen 2014/2015 bij een tweedeklasser in Rotterdam daags na afloop van de wedstrijd een speler waarvan ik wist dat hij buiten de sportvelden zoals hij dat zelf omschreef ‘een praktiserend homo’ was. Zijn team had gewonnen en daar hoorde uiteraard de nodige uitbundigheid bij. Hij gedroeg zich als ‘one of the guys’, en dronk omdat een periodetitel veroverd was een paar pintjes mee.
In het dagelijkse leven werkte hij voor een uitgeverij als dtp’er en maakte gedurende vijf dagen in de wijk, steevast in ochtenddiensten, krantenpagina’s op. En werkte mee aan het realiseren van specials, waar ik vanuit de redactie als verantwoordelijk hoofd van de huis-aan-huiskranten in de regio medeverantwoordelijk voor was. Dat we voor dezelfde werkgever werkten maakte voor mij als arbiter niets uit. Waar ik en wie ik ook fluit: het zal nooit mijn beslissingen beïnvloeden. Ben daar te professioneel voor ingesteld. Wie mij kent zal dit beamen.
Over zijn geaardheid wist (misschien op een enkeling van zijn ploeggenoten na) niemand wat. Op het werk liet hij niks blijken, maar een aantal collega’s, waaronder ik, had hij er wel een wat over verteld.
Hij woonde toen nog alleen, samen met zijn vier katten, en had wel eens herenbezoek. Ging niet naar speciale gay bars, maar ontmoette wel eens iemand in het gewone uitgaansleven. Was voor familie al wel uit de kast gekomen, maar dat werd door een deel van hen niet geaccepteerd. Zijn vader negeerde hem, net als zijn broers. Zijn moeder had hem verteld, dat het haar ‘om het even was’. ,,Je bent en blijft mijn zoon.” Hij vertelde mij dat het pijn deed. En wellicht hield hij zijn privéleven mede daarom wel voor zijn teamleden en clubgenoten verborgen.
Bij de club waar hij speelde had men voorafgaand aan de wedstrijd besloten om mee te doen aan een week van tolerantie. En er werden onder andere spandoeken en vlaggen opgehangen, in de kleuren van een regenboog. Regenboogvlaggen werden en worden door de eeuwen heen gebruikt door zeer uiteenlopende groepen en gebieden verspreid over de hele wereld. De bekendste regenboogvlaggen zijn die van de homobeweging en de vredesbeweging.
De plek waar de meeste ‘grappen’ worden gemaakt over homo’s is in de kleedkamer, onder de douche. Vlag of geen vlag: ook toen werden er weer schunnige opmerkingen gemaakt over ‘het ánders dan anderen zijn’. Ook tijdens de derde helft ging men ermee door. En toen knapte er even iets in de bovenkamer van mijn collega. Hij pakte zijn sporttas en ging richting huis.
In de kantine van de uitgeverij spraken wij over het draadje dat bij hem in z’n bovenkamer even los schoot. Hij liet zijn medevoetballers uitrazen en verliet na afloop zonder veel woorden zijn team. Slechts één medespeler belde hem de volgende dag op wat er aan de hand was. Hij liet het bij wat slappe excuses, en liet de waarheid in het midden.
Daarover spraken wij wel. Hij had er moeite mee om te leven in een wereld vol met verschillen. Wilde graag zichzelf kunnen zijn, waar hij ook was. Was ook een beetje boos op het bestuur van de club, die had ingestemd met het ophangen van de regenboogattributen.
,,Met het ophangen van een regenboogvlag los je kwetsende taal niet op. Dat is te simpel en er zijn mensen die ondanks dat toch hun gang blijven gaan.”
Ik beloofde hem daar een keer een column over te schrijven. Zeven jaar later dus. Dit onderwerp is de laatste tijd actueler dan ooit. VoetbalRotterdam.nl heeft vele duizenden, vaste lezers. En wat minder onvaste lezers. Door aan hen duidelijk te maken dat dit slappe gedoe voor eens en voor altijd afgelopen moet zijn helpt het misschien om daar serieus met elkaar mee aan de slag te gaan.
Iedereen mag zijn wie hij, zij, men wil zijn. En daar heeft niemand iets van te vinden. Behalve dat het goed is. Punt.
Egbert Egberts fluit ruim 41 jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.