Na de zomervakantie begint hij bij Rockanje aan zijn vierde seizoen en het ligt heel erg voor de hand dat hij dan nog altijd basisspeler is, want dat was hij bij de oranjehemden de afgelopen jaren onomstreden. Toch wel verrassend want de 28-jarige Dennis Nijkamp dacht er vier jaar geleden serieus over om met voetballen te stoppen. Hoe dat toen zat legt hij op ons verzoek uit na een onderlinge trainingswedstrijd tegen het tweede elftal van Rockanje dat aangevuld was met jeugdspelers. En natuurlijk vertelt hij ook over zijn rol in het elftal van vierdeklasser Rockanje, waar hij het enorm naar zijn zin heeft.
Hoe ben je bij Rockanje terechtgekomen?
Dennis: ‘Als kind ben ik met voetballen bij FC Vlotbrug begonnen, maar al snel maakte ik de overstap naar Nieuwenhoorn, want daar speelden de jeugdelftallen op een hoger niveau. Veel mensen dachten dat dit een brug te ver was voor me, maar als een soort Dirk Kuijt heb ik het voor elkaar gekregen om bij Nieuwenhoorn steeds in de hoogste jeugdelftallen te voetballen. Ik heb zelfs het eerste elftal gehaald in de periode dat Ben Mierop er trainer was. Wij hadden een talentvol elftal toen, met heel veel jonge gasten die al jaren met elkaar hadden gevoetbald en waar ik er dus eentje van was. Het was in de periode dat Nieuwenhoorn van de zondag naar de zaterdag overstapte. Na die overstap werden wij kampioen in de vierde klasse en een seizoen later draaiden we bovenin mee in de derde klasse. De vooruitzichten waren rooskleurig, want het liep als een trein, maar toen zouden er voor het seizoen dat volgde een heleboel jongens terug naar Nieuwenhoorn komen en ook kwam er nog een aantal spelers over van Brielle. Al die jongens zouden in het eerste elftal gaan voetballen en ons elftal werd eigenlijk opzij geschoven. Veel jongens vertrokken toen naar elders en ik ging ook weg, naar Rozenburg. Samen met Sander van Pelt. Daar heb ik twee jaar gevoetbald en daarna nog bij Hellevoetsluis. Maar in de laatste maanden bij Rozenburg raakte ik flink geblesseerd en bij Hellevoetsluis begon ik dus met een grote achterstand. Die blessure gooide roet in het eten en voetballen bij Hellevoetsluis was ook wel een stapje hoger dan dat ik gewend was. Hellevoetsluis is namelijk een tweedeklasser. Heel vaak zat ik niet bij de eerste zestien en er waren zaterdagen bij dat ik niet eens bij de selectie zat. Mijn meeste wedstrijden speelde ik in het tweede elftal, heel af en toe mocht ik met het eerste meedoen. Ik wilde in een eerste elftal voetballen, maar dat zat er bij Hellevoetsluis niet in en ik begon het steeds minder leuk te vinden. Naar welke club moet ik gaan om wel in het eerste te voetballen, zo vroeg ik me af. Soms dacht ik er wel eens aan om helemaal met voetbal te stoppen, want ik kreeg er steeds minder plezier in. Juist toen ik zat te twijfelen of ik wel door moest gaan als voetballer kreeg ik een appje van John de Vries, de technische man van Rockanje. Of ik eens wilde komen praten. Dat heb ik gedaan en omdat het een heel fijn gesprek was, heb ik meteen besloten dat Rockanje mijn nieuwe club zou worden.’
Waarom vond je het een goed gesprek?
Dennis: ‘Ik heb gesproken met John de Vries en met Harry Rusken, die de nieuwe trainer van Rockanje zou worden. Het gesprek vond plaats in het Badhotel en zij legden uit wat ze met Rockanje van plan waren. Ze wilden een ander Rockanje op gaan bouwen. Ze wilden met een jonge ploeg beginnen, met jongens die uit de jeugd overkwamen. Rockanje 2.0 noemden ze dat. Om die jonge gasten te helpen, hadden ze ook een paar meer ervaren spelers nodig en ik zou er daar een van moeten worden, volgens hen. Jonge spelers aansturen, hen helpen in het veld en ook daarbuiten, dat wilden ze van mij. In die rol wilden ze me er graag bij hebben. Daar sprak veel vertrouwen uit. De plannen die ze mij voorspiegelden spraken me erg aan. Ik hoefde dus niet lang na te denken. Ik zag het helemaal zitten om op die manier te gaan voetballen en heb meteen mijn ja-woord gegeven. Dave Leurs was een andere ervaren jongen die er bij kwam en keeper René van der Meiden is ook al wat ouder dan de rest. Met zijn drietjes moeten wij dus sturing en leiding geven aan die jonge gasten.’
Hoe is dat?
Denis: ‘Dat is ontzettend leuk. Dave en ik staan centraal achterin, ideale plekken dus om je elftal aan te sturen. We kunnen het enorm goed met elkaar vinden en we hebben het alle twee enorm naar onze zin bij Rockanje, ook al omdat het heel leuk werken is met al die jonge gasten in de selectie. Dave en ik hebben wel eens tegen elkaar gezegd dat we veel eerder bij Rockanje hadden moeten gaan voetballen. We hebben nu drie seizoenen achter de rug, waarvan er vanwege corona helaas twee vroegtijdig afgebroken zijn, maar je ziet dat het elftal desondanks toch gegroeid is. Al die jonge jongens hebben al een leuke ontwikkeling doorgemaakt en ik denk dat we als ploeg nog lang niet aan ons plafond zitten.’
Wat is voetballend jouw taak in het elftal?
Dennis: ‘Ik ben achterin de mandekker. Moet dus de spits van de tegenstander uitschakelen. Je hoeft van mij geen technische hoogstandjes te verwachten, ik moet het hebben van mijn inzet, strijd en van mijn mentaliteit. Ik ben dus een dienende speler, eentje die zich in het belang van het elftal weg kan cijferen. En daar heb ik absoluut geen moeite mee. Het is lekker om zo bezig te kunnen zijn bij Rockanje. Als door mijn werk andere spelers, jongens die meer voetballende kwaliteiten hebben dan ik, uit kunnen blinken, dan is dat voor het elftal alleen maar goed. En dat gaat steeds beter, vind ik. En voetballen in de vierde klasse is trouwens zo gek nog niet. Op de slechte velden en tegen ploegen die veel strijd leveren ben ik op mijn best. Maar we gaan er natuurlijk komend seizoen wel alles aan doen om derdeklasser te worden.’