In het kader van Oude Glorie praten we vandaag met de 85-jarige Wim Moree, erelid van OVV uit Oostvoorne. Hoewel Wim in 1963 van Oostvoorne naar Rockanje verhuisde, is hij zijn club altijd trouw gebleven. Hij is ondertussen meer dan zeventig jaar lid en is al vele jaren vrijwilliger van de voetbalclub aan de Zwartelaan in Oostvoorne. Vooral is hij voor de Club van Honderd actief, maar daarnaast doet hij ook nog andere dingen voor de club. Voor zijn inzet voor OVV is hij in 2019 benoemd als erelid. Daarom hebben we hem gebeld en gevraagd of hij mee wilde werken aan een Oude Gorie-verhaal. Dat wilde Wim wel.
Hoe ben je bij OVV terecht gekomen?
Wim: ‘Dat komt door Frits Meijer, de vriend en later de echtgenoot van mijn zeven jaar oudere zus. Frits’ vader was politieman op Oostvoorne en toen Frits na de oorlog uit gevangenschap uit Duitsland naar huis terugkeerde, kreeg hij verkering met mijn zus. Dat was in 1947. Frits was een fanatieke voetballer, had vroeger nog bij Holland Sport in Scheveningen gespeeld. Frits voetbalde bij OVV in het eerste elftal en is later ook nog trainer geworden hier. En ook van Nieuwenhoorn en Vierpolders. Frits was heel gedreven, altijd was hij met voetbal bezig. Hij heeft mij zo gek gekregen dat ik ook op voetballen wilde. Dat mocht in die tijd trouwens pas als je 12 jaar oud was. Zo kwam ik bij OVV terecht, een andere voetbalclub was hier niet op het dorp.’
We nemen aan dat je als voetballertje de jeugd doorlopen hebt bij OVV. Heb je ook nog in het eerste elftal gespeeld?
Wim: ‘Wij hadden thuis een gemengd tuinbouwbedrijf. We kweekten groenten en hadden vee, koeien, varkens en kippen. Mijn broers en zussen hadden daar niet veel mee, zij gingen ander werk doen. Mijn passie lag wel in die wereld. Van jongs af aan hielp ik mijn vader. Het was hard werken, maar ik deed het graag. Toen ik in dienst zat, overleed mijn vader. Ik ging uit dienst om het bedrijf toen draaiende te houden. Dat was in 1954. Toen kreeg ik het echt druk. Ik bleef wel lid van OVV, voetbalde mijn wedstrijdjes meestal in het tweede of het derde, maar door de week had ik geen tijd om te trainen. In totaal heb ik drie wedstrijden in het eerste gevoetbald: tegen RDM, tegen Nieuwenhoorn en de laatste keer uit bij FIOS. Toon Duijnhouwer, een oud-speler van Feyenoord, was toen trainer van OVV. Die wedstrijd bij FIOS in Achthuizen verloren we met 3-2 en daardoor degradeerden we naar de vierde klasse.’
Toen jij een paar keertjes mee mocht doen, degradeerde OVV dus meteen. Dat kwam toch niet door jou?
Wim: ‘Haha, nee hoor. Zoveel keer had ik niet meegedaan. Trouwens in die wedstrijd tegen FIOS had ik nog wel de 2-2 gescoord. Maar we verloren uiteindelijk dus toch nog.’
Hoe kwam het dat je vrijwilligerswerk bij OVV ging doen?
Wim: ‘Dat kwam door Aart Langendoen, iemand die bij OVV als vrijwilliger ontzettend veel deed. Een van de dingen die hij deed was oud papier en karton ophalen. Hij vroeg of ik hem daarbij wilde helpen. Dat was in 1983. In die tijd gingen we elke zaterdag met twee, drie auto’s bij de mensen thuis en bij bedrijven in de buurt oud papier ophalen. Dat doen we tegenwoordig niet meer, maar oud papier en karton wordt nog altijd verzameld voor de club. Op de parkeerplaats bij de ingang van het sportpark staat een container en daarin kunnen de mensen hun papier en karton kwijt. Ik maak die container elke dag open. Zes dagen in de week, vaak al voor 6 uur ’s ochtends.’
Waarom zo vroeg?
Wim: ‘Omdat die container open moet zijn als de mensen papier komen brengen. Als dat niet zo zou zijn, wordt het papier naast de container gezet en waait het alle kanten op. Dan moeten we alles opruimen. Daarom is de container al heel vroeg open en blijft alles netjes. Jaap Houthuis houdt dan de boel netjes en stapelt alles op in de container en soms help ik hem daarbij. We hebben elke maand drie volle containers, bij elkaar tussen de 15 en 18 ton en dat is toch iedere keer weer een mooi centje voor de club. Vooral in deze tijd, want andere inkomsten zijn er bijna niet.’
Wat doe je nog meer bij OVV?
Wim: ‘Sinds begin jaren tachtig sta ik bij thuiswedstrijden van het eerste elftal bij de toegangspoort van ons complex. Ik incasseer dan toegangsgeld van bezoekers en verkoop lootjes. In de jaren ’80 kostte een lootje 50 cent en voor een gulden mocht je de wedstrijd bijwonen. Ik heb tijden meegemaakt dat er meer dan 500 bezoekers waren. In de rust trekt de pupil van de week een paar lootjes uit een bus en die mensen hebben dan prijs. Voor die prijzen zorg ik ook. Daarvoor ga ik bij sponsors langs of ik kan het voor een zacht prijsje ergens kopen. Contacten met sponsoren heb ik genoeg, want ik zit al sinds de oprichting bij de Club van Honderd van OVV.’
Vertel daar eens meer over.
Wim: ‘De Club van Honderd is opgericht in 1981 door Wim Boogert, Frits van Helden en Jaap van Beelen. Met zijn drietjes vormden zij het bestuur van de Club van Honderd en vanaf het allereerste begin ben ik daar lid van. Dat kwam door Jaap van Beelen. ‘Als jij geen lid wordt, kijk ik je nooit meer aan’, zei hij toen, haha. Je betaalde toen elk jaar honderd gulden. Tegenwoordig is dat 55 euro, maar we heten nog altijd de Club van Honderd. In 1995 werd Jaap van Beelen ziek en heb ik zijn rol als secretaris van de Club van Honderd overgenomen. En een jaar of vijftien geleden ben ik voorzitter geworden en dat ben ik vandaag de dag nog altijd. Met heel veel plezier.’
Wat gebeurt er met het geld van de Club van Honderd?
Wim: ‘Daar worden clubactiviteiten van betaald. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan jeugdtoernooien, het snert toernooi, het tentenkamp voor de jeugd, pannenkoeken bakken, trainingskamp van de selectie, een presentje voor de pupil van de week en zo meer. Wij doen voor zulke zaken een bijdrage. Ook aan jubileumactiviteiten van OVV en aan het jubileumboek hebben we meebetaald. Tegenwoordig hebben we 122 leden van de Club van Honderd. We zijn in 1981 gestart met 47 leden.’
Heeft de Club van Honderd ook meebetaald aan de financiële vergoedingen die spelers hier vroeger kregen?
Wim: ‘Ja, dat ook. Er was in Oostvoorne een aantal sponsoren die bij OVV goed voetbal wilden zien. Daar hadden zij buiten de vereniging en ook buiten de Club van Honderd om geld voor over. Op die manier konden we aantrekkelijke spelers zover krijgen dat ze bij OVV kwamen voetballen. Dan werden hun reiskosten vergoed en daarnaast kregen de spelers ook puntengeld. Dat geld kwam grotendeels van mensen buiten de club om, maar de Club van Honderd droeg daar ook aan bij. Een aantal jaar geleden heeft de club ervoor gekozen het met minder jongens van buiten te doen in de selectie. Spelers krijgen hier nog altijd wel een paar centjes, maar dat staat totaal niet in verhouding tot de bedragen die hier vroeger betaald werden. De consequentie daarvan is dat we niet meer in de eerste klasse voetballen, maar nu derdeklasser zijn.’
Wat vind je daarvan?
Wim: ‘Ook ik wil dat het eerste elftal zo hoog mogelijk voetbalt. Maar tegelijkertijd moet je ook reëel zijn. Geld om spelers te betalen is er veel minder dan vroeger en ja, dan voetbal je dus in de derde klasse. Niets mis mee. Daar heb ik wel vrede mee. Ik zal elke wedstrijd van het eerste bijwonen, zowel uit als thuis, maar diep in mijn hart had ik ze toch wel hoger willen zien voetballen.’
Als je veel sponsoren kent, dan neem ik aan dat je ook wel eens uitgenodigd wordt om mee naar Feyenoord te gaan.
Wim: ‘Dat klopt. Ik ben best wel vaak bij Feyenoord geweest. Maar als OVV gelijktijdig met Feyenoord moet voetballen, dan zit ik niet in De Kuip. Dan ben ik bij OVV, want dat is mijn club. En dat zal altijd zo blijven.’
Voor je verdiensten voor de club ben je in december 2019 tot erelid benoemd. Dat moet je wel deugd doen, neem ik aan.
Wim: ‘Ja zeker. Maar ik heb de dingen voor OVV niet gedaan om erelid te worden. Ik heb het gedaan omdat het mijn club is en ik mijn steentje daarvoor graag wil bijdragen. Het voordeel is ook dat je zo ook aan je sociale contacten komt. Op de club is het altijd heel gezellig. Jammer dat je nu door de corona bijna niks meer kan doen. Deze tijd, waarin er niet gevoetbald wordt en alles dicht is op de clubs, is verschrikkelijk.’