Geheel naar het voorbeeld van de vader van oud-klasgenoot Gert en zijn zus Alies nam ik een strafschop in de wedstrijd van mijn regionale A-juniorenteam tegen de gedeeld nummer één in onze competitie. Het was twee minuten voor tijd en de stand was 2-2. Bij winst waren wij kampioen.
Met de wenkbrauwen over mijn ogen stond ik klaar om mijn verantwoordelijkheid te nemen. De scheidsrechter was nog druk bezig met het buiten de zestien verwijzen van protesterende tegenstanders en moest nog begonnen aan het op de doellijn zetten van de keeper.
Mijn gedachten dwaalden even af naar een wedstrijd van FC Utrecht tegen een buitenlandse club (vergeef me, de naam weet ik niet meer) in 1980/1981, het jaar voordat Willem van Hanegem terugkeerde naar zijn club Feyenoord. Twee seizoenen voordat hij zijn imposante carrière afsloot in de Kuip.
Toen het gezin Van Hanegem nog in Leerbroek woonde fietste ik af en toe met Gert van Leerdam, waar ik woonde en waar we samen op de middelbare school zaten, mee naar zijn huis. Achter in de tuin van het giga grote landhuis met schuur – en met twee grote honden in onze nabijheid – trapten we een balletje en soms deed Willem mee. Verbazingwekkend hoe hij de bal steeds krommend daar wist te krijgen waar hij ‘m hebben wilde.
Zo ook tijdens die bewuste wedstrijd in Oud Galgenwaard, toen Willem een ‘penantie’ mocht nemen. Zijn aanloop was een meter of vijf, die hij afrondde met een kick met de zijkant van zijn eigen Adidas merkschoen. De bal vloog met een curve in de linkerbovenhoek. En Willem liep met een big smile en wat voorovergebogen langs de Bunnik-side, het gejoel en gejuich van het publiek incasserend en de klapjes op de schouders van zijn medespelers accepterend.
Ik schrok wakker van het fluitje van de arbiter van dienst, begon aan mijn vijf meter stappenplan en veegde de bal met mijn rechtervoet richting het doel van onze opponent.
Herinner me nog, dat ik niet toekwam aan een soort van ererondje. Wilde ook langs de tribune zweven, maar helaas. Mijn teammaten hadden mij al besprongen en ik voelde me geplet door een Shermantank. Ik waande mij Willem. Had het idee, dat alle supporters die langs de lijn stonden mij hun lofzang toezongen en dat mijn kostje wel gekocht was. En dat mijn prestatie kon worden bijgeschreven in de ‘wall of fame’ van onze club. Toen ik was opgekrabbeld, terugliep naar mijn eigen helft en mijn wenkbrauwen oplichtte zag ik dat de twaalf meegereisde ouders rustig op een paar bankjes naar ons zaten te kijken. Ook mijn vader was erbij. Hij stak zijn duim op.
Na het laatste fluitsignaal was het feest. Eindstand 3-2. We waren kampioen. Uiteraard werd ik overladen met complimentjes. Was daar best trots op. Toen mij werd gevraagd of ik heel zenuwachtig was, toen ik de ‘penantie’ mocht nemen telde ik tot drie. En haalde diep adem. En ik vertelde van de strafschop van Willem. Mijn sportvrienden van toen hebben het er nog steeds over. Willem, onze twaalfde man. En het was zo.
Egbert Egberts fluit ruim 41 jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.