De afgelopen weken hebben we trainers aan het woord gelaten die dolgraag volgend seizoen de UEFA-A licentie willen halen of er aan denken dat in de nabije toekomst te gaan doen. Zo spraken we met Rody van Hemert van Rijnmond Hoogvliet Sport, Raymond Kraaijbeek van TOGB-za, Ben Hoogwerf van DVO’32 en Mark van Os van OHVV. Ditmaal laten we de 34-jarige Jonathan Jonk aan het woord, die de trainerscursus UEFA-A succesvol afgerond heeft. In 2019 haalde hij die licentie en dit seizoen staat hij als hoofdcoach van eersteklasser Heerjansdam voor het eerst op eigen benen. Welke weg heeft hij als trainer tot nu toe afgelegd? Hoe denkt hij over de UEFA-A cursus? Was het moeilijk om toegelaten te worden? Hoe kijkt hij op die opleiding terug? Wat heeft hij er geleerd? Het zijn allemaal vragen die we hem willen stellen en Jonathan trekt daar bereidwillig een uurtje voor uit.
Je bent nog heel jong, maar je hebt al een flink aantal jaren als trainer achter de rug. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat alle stappen die je gemaakt hebt, bewust waren en dat je ook een doel voor ogen hebt.
Jonathan : ‘Dat is inderdaad zo. Mijn doel is dat ik trainer wil worden van een club in de Tweede Divisie. Ik ben nu voor het zeventiende jaar trainer. Ben begonnen als jeugdtrainer bij Voorschoten’97, toen ik 17 jaar oud was. Ik was assistent bij de Onder 11, oftewel de E-Top zoals ze dat elftal bij Voorschoten noemden. Toen al had ik ideeën dat het op sommige punten anders kon dan wat de hoofdtrainer van dat jeugdelftal deed. Die moest op zeker moment een heupoperatie ondergaan en toen mocht ik het van hem een aantal maanden overnemen. Vanaf dat moment kon ik de dingen helemaal op mijn eigen manier doen. Ik begon het steeds leuker te vinden, ook al omdat het elftal waarmee ik werkte van een goede lichting was. Ik wil trainer worden, wist ik toen. Vanaf dat moment heb ik alle stappen bewust gezet. Ik ben de Mbo-opleiding Sport & Bewegen gaan volgen en daarna heb ik de HALO gedaan, een opleiding tot sportdocent en de clubs waar ik jeugdtrainer was, waren ook wel overwogen.’
Wat waren als trainer je volgende stappen?
Jonathan: ‘Bij Voorschoten’97 ben ik in totaal acht jaar jeugdtrainer geweest en toen ben ik naar Sparta Rotterdam gegaan om mijn UEFA-B te halen. Toen ik die licentie behaald had, ben ik naar Alphense Boys gegaan, dat bekend staat om zijn hele goede jeugdopleiding. Met veel jeugdteams die op landelijk niveau spelen. Twee jaar heb ik daar de Onder 16 onder mijn hoede gehad, vervolgens de Onder 17 en ook nog twee jaar de Onder 19. In die jaren heb ik me bij de KNVB aangemeld voor UEFA-C. Maar ik werd daarvoor afgewezen. Ze vonden me te jong. Dat ik bij mijn opleiding Sport & Bewegen niet de specialisatie voetbal had gekozen, speelde ook wel mee in die beslissing, vermoed ik. Ik heb toen gekozen voor de juniorencursus en na die cursus werd ik wel toegelaten. Voor UEFA-B heb ik me vijf jaar later pas ingeschreven. Dat was een bewuste keuze. Ik wilde dat niet eerder doen, want ik wilde eerst de HALO afronden. Die trainerscursus doen in combinatie met mijn opleiding zou iets te veel van het goede zijn. ’
Is die HALO-opleiding goed geweest voor jouw ontwikkeling als trainer?
Jonathan: ‘Jazeker. Je leert omgaan met mensen, hoe je iets over moet brengen op anderen. Die didactische vaardigheden komen je als trainer natuurlijk goed van pas, want je bent als trainer voortdurend bezig om je spelers iets duidelijk te maken, iets te leren. Mijn afstudeeropdracht op de HALO was het implementeren van competentiegericht leren in de voetbalsport bij de jeugdopleiding van Sparta en die opdracht deed ik samen met Kevin Vink, die nu trainer is bij RVVH en met Martijn de Vries, trainer van de Onder 12 bij Feyenoord. Heel leerzaam allemaal. En stage liep ik in de jeugd bij Sparta, ook heel leuk. Ik durf te stellen dat je aan de HALO-opleiding meer hebt dan aan UEFA-A. Dat is niet verwonderlijk, want de HALO is een hbo-opleiding van vier jaar en de UEFA-A cursus beslaat één seizoen.’
Daar hebben we het dadelijk wel over. Ik wil eerst weten hoe het bij UEFA-B gegaan is.
Jonathan: ‘Ik heb die cursus gedaan toen ik klaar was met mijn HALO-opleiding, 25 jaar oud was ik toen en zodra ik daarmee klaar was, wist ik dat ik ook UEFA-A wilde gaan doen. Maar dan moet je als trainer wel stappen maken. Ik werd toegelaten op de cursus toen ik nog bij Alphense Boys zat, maar omdat ik seniorenervaring op wilde doen om uiteindelijk ergens hoofdtrainer te worden, ben ik naar Katwijk gegaan. Ik werd daar trainer van het tweede elftal. Je bent als trainer natuurlijk wel afhankelijk van wat er op je pad komt, maar bij Katwijk kwam ik wederom goed terecht. Na het eerste jaar, werd ik assistent trainer bij het eerste elftal. Dat zegt voor clubs die jou later als trainer willen aanstellen natuurlijk wel meer dan dat je bij een Onder 17 of een Onder 19 zou zitten. Ik weet hoe ze denken in het voetbalwereldje. Maar los van dat: ik moest UEFA-A gaan halen. Al zou ik vijf keer afgewezen worden, ik zou het nooit opgeven. Al moest ik me tien keer aanmelden. Je moet als trainer namelijk mentaal sterk zijn. Volhouden, nooit opgeven dus.‘
Hoe ben je uiteindelijk toegelaten tot die cursus?
Jonathan: ‘Meteen bij de eerste aanmelding. In mijn UEFA-B opleiding had ik een zes gehaald voor het onderdeel training geven. Dat zat me niet helemaal lekker. Ik wilde een herkansing, want een hoger cijfer zou beter staan op je CV. Vijf jaar na het behalen van UEFA-B richtte ik daarvoor een verzoek aan de KNVB, samen met een aanmelding voor UEFA-A. Ik wist namelijk dat ik bij die herkansing bij mijn eigen team bij Alphense Boys een training mocht verzorgen, een groot voordeel want dat train je jongens die je al kent. Maar ik hoorde maar niets van de KNVB. Omdat ze te laat waren met hun antwoord, kwamen ze uiteindelijk met een alternatief. Ik zou een herkansing mogen doen en Gert Aandewiel, destijds bij de KNVB UEFA-A opleiding cursusleider, zou die komen beoordelen. Een uur voor mijn training werd ik door hem aan de tand gevoeld over mijn voetbalvisie en dat soort zaken. Vervolgens beoordeelde hij mijn training en daarna hadden we nogmaals een uitgebreid gesprek.’
En wat leverde dat allemaal op?
Jonathan: ‘Ik kreeg een 7 voor mijn training en ik werd toegelaten tot UEFA-A.’
Andere kandidaat-cursisten moeten daarvoor een analyse maken van wedstrijdbeelden, daar een plan van aanpak voor opstellen en dat in Zeist in een gesprek komen toelichten. Dat heb jij dus niet hoeven te doen?
Jonathan: ‘Nee, ik ben niet naar Zeist gegaan, Gert Aandewiel is naar mij gekomen, toen ik nog jeugdtrainer bij Alphense Boys was. Maar in die twee gesprekken die ik met hem voerde, ben ik wel helemaal doormidden gezaagd, hoor. Het was trouwens voor de UEFA-A jeugd waarvoor ik toegelaten werd. Je moet op een bepaald niveau werken, daar kijken ze echt naar bij de KNVB. Gert Aandewiel heeft wel eens tegen me gezegd dat het aantal beschikbare cursusplekken afhankelijk is van de kwaliteit van de aanmeldingen. En ook voor de scheiding die ze aanbrengen tussen de toelating voor de jeugd- en de seniorenopleiding. Ik werd dus toegelaten tot de UEFA-A jeugdcursus. Het jaar waarin ik die cursus volgde, was ik inmiddels trainer van het tweede elftal van Katwijk geworden en ik liep stage bij de Onder19 van Excelsior.’
Hoe was de cursus UEFA-A? Je zei daarstraks dat een HALO-opleiding van meer waarde is.
Jonathan: ‘Wat de HALO mij leerde, vooral op didactisch vlak, heb ik zojuist verteld. Die opleiding staat voor mij daarom hoger aangeschreven dan UEFA-A. Die licentie is feitelijk alleen maar het praktijkbewijs of je het kan. Je hebt dat papier nodig om op het niveau werkzaam te zijn dat ik als trainer voor ogen heb.’
Heb je nog wat geleerd op die cursus?
Jonathan: ‘Natuurlijk heb ik tijdens UEFA-A opleiding dingen geleerd, vooral op het vak VCT, voetbalconditietraining. Op dat vakgebied leer je echt veel. Dat je met weinig spelers op een groot veld ook veel dingen kan doen in de conditie opbouwen, bijvoorbeeld met 7 tegen 7 op een heel veld in de breedte van het zestienmetergebied. Ook het feit dat je bij betaaldvoetbalclubs in de keuken kunt kijken is prima. Van sommige dingen die je daar ziet gaan je ogen echt wel open. Dat ze bij AZ de jeugd bewust met te zachte ballen laten trainen, bijvoorbeeld. Dat die jongens zich op die manier aan moeten passen aan omstandigheden die niet optimaal zijn, dat zet je echt wel aan het denken. Als je ziet hoe het er bij andere clubs in de organisatie aan toe gaat, dat is echt van toegevoegde waarde. We zijn bij Feyenoord geweest, bij PSV, Sparta, Excelsior, FC Den Bosch en dus ook bij AZ. Gert Aandewiel liet je als cursusleider trouwens wel in je waarde. Je hoefde het echt niet altijd maar te doen zoals hij het voorschreef. Of zoals Raymond Verheijen het voorschreef, want die staat in hoog aanzien bij de KNVB. Van zijn richtlijnen mag je echt wel afwijken. Als je goed kan uitleggen en onderbouwen dat je het op een andere manier wil doen, is het prima. Maar het meest leer je van je medecursisten, van de gesprekken die je met hen voert over hoe zij tegen de dingen aankijken. Met welke oplossingen zij aan komen zetten. Hoe zij hun praktijktrainingen verzorgen. Bij mij in de groep zaten onder meer Theo Janssen, Ulrich van Gobbel, Nathan Rutjes en Tim Cornelissen, jongens uit het betaalde voetbal die allemaal veel meegemaakt hebben. Hoe zijn zij als persoon? Hoe geven zij hun trainingen? Hoe kijken zij tegen de dingen aan? Heel waardevol allemaal om dat mee te maken. De kracht van de cursus zit in het contact dat je hebt met je medecursisten. Dat is onbetaalbaar.’
Hoeveel heb je voor die cursus betaald en was dat het geld waard?
Jonathan: ‘Voor UEFA-A heb ik 9550 euro betaald. Je hebt in totaal 20 bijeenkomsten, waarvan ongeveer de helft in Zeist en de rest bij voetbalclubs georganiseerd wordt, dus reken maar uit. Nee, dat geld is het niet waard, vind ik. Dan zou de cursus nog veel individueler van aanpak moeten zijn.’