De 38-jarige Ilya Tiren stopt met voetballen. Derdeklasser HBSS is voor hem de laatste club. Bij VoetbalRotterdam blikken we samen met hem terug op zijn roemrijke voetballoopbaan die hem voerde langs een groot aantal verenigingen. Gisteren vertelde hij over de clubs waarvoor hij in de jeugd speelde en ook over zijn tijd bij de Turkse topploeg Galatasaray, waar hij samen trainde met onder meer Gheorghe Hagi, Hakan Sükür en Gheorghe Popescu. Vandaag gaan we met Ilya in op de clubs waarvoor hij uitkwam nadat hij terug naar Nederland gekomen was.
We pakken de draad op bij je terugkeer naar Nederland, nadat het tweede seizoen bij Galatasaray niet werd wat je ervan hoopte. Wat was je eerste club na die terugkeer?
Ilya: ‘Toen ik in november in Nederland terugkeerde mocht ik stage komen lopen bij Vitesse. Mike Snoei was daar trainer van het tweede elftal en die kende mij nog van Sparta en had een goed woordje voor me gedaan bij de club. Die stage ging goed en ik kon bij Vitesse aansluiten, maar vreemd genoeg kreeg ik geen toestemming om middenin het seizoen van Galatasaray naar een andere profclub te gaan. Die overschrijving kreeg ik niet rond. Of Galatasaray moeilijk deed? Dat weet ik niet, maar feit is dat ik het niet voor elkaar kreeg. Voor Vitesse kon ik pas het seizoen daarna voetballen en ze adviseerden mij om bij een amateurclub te gaan voetballen om zo mijn conditie op peil te houden. Ik ben toen bij HVO gaan voetballen, want daar speelden een paar jeugdvrienden van me. Gek genoeg kreeg ik wel meteen toestemming van de KNVB om bij de amateurs te gaan voetballen. Danny Molendijk was trainer bij HVO en onder zijn leiding maakte ik het seizoen bij HVO af. We deden lang mee om promotie, maar uiteindelijk haalden we dat niet. Maar het was heel tof bij HVO, ik heb me daar dat half jaar prima vermaakt.’
En toen?
Ilya: ‘Aan het einde van dat seizoen mocht ik bij Vitesse wel meedoen met een toernooi van de A1. Theo Bos was trainer van dat elftal. We speelden onder meer tegen Cruzeiro uit Brazilië. Maxwell, die na dat toernooi door Ajax zou worden aangetrokken, was mijn tegenstander en volgens Mike Snoei, die ook aanwezig was, had ik die helemaal in mijn zak. Toen wist ik dat ik gebeiteld zat, Vitesse zou mijn volgende club worden, Na de zomer kon ik aansluiten bij het tweede. Maar in de tussentijd was het heel onrustig geworden bij Vitesse. Karel Aalbers was vertrokken en de club wilde afscheid nemen van een fiks aantal dure spelers zoals Evgeni Levchenko, Marian Zeman, Louis Laros, Didier Martel, Tijjiani Babangida en Orlando Trustfull, die bij SVV in het eerste speelde toen ik daar als F-spelertje rondliep. Die werden allemaal in het tweede elftal gezet, want dan zouden ze misschien wel vertrekken. Maar mede daardoor kwam ik weinig aan spelen toe. Ik heb dat een paar keer aangekaart bij Mike Snoei en bij Jan Streuer, hoofd opleidingen. Ook Orlando heeft nog een goed woordje voor me gedaan, maar aan de situatie veranderde weinig. Ik wilde voetballen, maar die dure jongens zaten mijn ontwikkeling in de weg. Hoewel de club met me verder wilde, ben ik na dat seizoen vertrokken bij Vitesse. Want zo’n jaar wilde ik niet meer meemaken. Ik heb toen met een paar clubs gesproken, met FC Dordrecht onder andere. Maar financieel was hun aanbod heel erg pover. Ik zou daar 50 tot 100 euro per maand krijgen en dat was aanzienlijk minder dan wat je bij sommige amateurploegen kon verdienen. En ik was in een levensfase gekomen dat ik het geld nodig had, want ik kon bij mijn ouders natuurlijk mijn hand niet op blijven houden. Op advies van mijn vader koos ik voor SVVSMC, een club die op een goed niveau speelde en waar ik wel een goede vergoeding kreeg. En het was een club hier in de buurt, ook niet onbelangrijk.’
Op welk niveau speelde SVVSMC toen?
Ilya: ‘Ik heb er drie seizoenen gevoetbald. In het eerste jaar promoveerden we naar de hoofdklasse, het tweede jaar handhaafden we ons moeiteloos, maar in het derde jaar degradeerden we. Ik heb er hele leuke jaren beleefd. Het elftal was een goede mix van jonge en wat oudere spelers en wij waren goed hoor, in die tijd. Mike van Gool, Maarten Atmodikoro, Jan Brokling, Amilcar Dos Santos en Bart Fiegel waren mijn ploeggenoten en John de Wolf was onze trainer. Djerreld Munstslag, die later in het amateurvoetbal nog naam heeft gemaakt, speelde bij SVVSMC in het derde. Ik wil daarmee maar zeggen dat er destijds heel veel goede spelers rondliepen bij SVVSMC. Tijdens een oefenwedstrijd tegen Sparta op het Kasteel speelden we hen helemaal van de mat. In mijn laatste jaar bij SVVSMC ging het bergafwaarts met de club. De hoofdsponsors stopten ermee en dat had grote invloed op de groep. De meeste jongens waren er vanaf dat moment vooral mee bezig waar ze het jaar daarna zouden voetballen en uiteindelijk degradeerden we zelfs.’
Na dat seizoen vertrok jij ook. Waarheen?
Ilya: ‘Naar Haaglandia. John de Wolf was daar trainer geworden en die wilde mij en Bart Fiegel graag hebben. Wij kwamen terecht in een bizar goed elftal. Brutil Hosé voetbalde er, Jahrizinho Valentijn, Maikel Renfurm en nog meer uitstekende spelers.’
Maar je zou er niet lang blijven.
Ilya: ‘Het was prima bij Haaglandia en de vergoedingen die ik er kreeg waren ook best, maar toen kwam Türkiyemspor om de hoek kijken. Dat was een club uit Amsterdam en in die tijd de absolute top in het amateurvoetbal. Daar hoefde ik natuurlijk niet lang over na te denken. In december was ik al rond met Türkiyemspor om daar het volgende seizoen te komen voetballen, maar dat moest ik natuurlijk nog wel even stil houden. Bij Haaglandia draaiden we na een moeizame start een prima seizoen en klommen zelfs op naar de tweede plaats. En toen kwam de wedstrijd tegen Hilversum. Als we die zouden winnen zouden we een periodetitel hebben., maar in die wedstrijd ging het helemaal mis. Het duel eindigde in een massale vechtpartij. Een paar spelers van ons zijn later nog voor lange tijd geschorst. Ik niet. Ik had niet meegedaan aan die knokpartij. In het voetbal heb ik me altijd afzijdig gehouden bij opstootjes.’
Jij vertrok naar Türkiyemspor. Hoe was het daar?
Ilya: ‘Het zag er niet uit daar. Het complex stelde niets voor en de faciliteiten waren erg armetierig, maar qua voetbal stond er een geweldig elftal. Simon Kistenmaker was trainer en dat is met afstand de beste trainer die ik ooit meegemaakt heb. Hij kon bikkelhard zijn, maar ook heel sociaal en begripvol. Simon was heel bevlogen en wist dat goed over te brengen op zijn spelers. Voor zo’n trainer ga je als voetballer door het vuur. ‘Jij kunt goed voetballen, maar ik ga je nog beter maken’, zei hij tegen me. We trainden vier keer per week en al die keren reed ik dus van Vlaardingen op en neer naar Amsterdam.’
In een leaseauto van de club, neem ik aan.
Ilya lachend: ‘Nee, nee. Die kon ik inderdaad wel krijgen, maar ik zei tegen de voorzitter dat hij me maar een extra vergoeding moest geven. Dan zou ik zelf wel een autootje kopen.’
Türkiyemspor had niet zo’n beste naam in die dagen. Er zou geld, afkomstig van drugshandel, in omgaan en diezelfde voorzitter waar jij het over hebt, Nedim Imaç, werd dat seizoen doodgeschoten. Wat heb je daar als voetballer van meegekregen?
Ilya: ‘De voorzitter was de baas van de club. Hij bepaalde alles. Na de wedstrijd tegen Kozakken Boys in de voorbereiding, een van de eerste wedstrijden dat ik daar voetbalde, verscheen de voorzitter in de kleedkamer. Iedereen ging onmiddellijk staan. Ik ook natuurlijk. De voorzitter ging iedereen af om handen te schudden en sommige spelers kregen van hem een standje. Ze moesten minder uitgaan, zei hij en hij gaf hen met de vlakke hand een tik op de wangen. Zo ging het er bij de club aan toe… Of het geld van de club verdiend was met drugshandel, dat weet ik echt niet. Feit is wel dat ik er een behoorlijke vergoeding kreeg, maar nadat de voorzitter in februari 2007 geliquideerd was, kreeg niemand nog een vergoeding. Veel spelers vertrokken, maar ik maakte het seizoen af zonder nog enige vergoeding te krijgen. Ik deed dat uit respect voor de club, maar vooral uit respect voor Nedim.’
Maar na dat seizoen vertrok je wel. Wat was de volgende club?
Ilya: ‘Na een gesprek met Simon de Jong werd dat DOTO. Ook daar waren de vergoedingen en de randvoorwaarden goed en ik kwam daar Bart Fiegel weer tegen als ploeggenoot. Koos Waslander was trainer. We hadden een prima selectie, de kwaliteit droop werkelijk van de spelers af. Maar de eerste wedstrijd van het seizoen verloren we kansloos van Rijnsburgse Boys met 4-1. Elke wedstrijd daarna speelden we in een andere samenstelling en ook het spelsysteem wisselde keer op keer. Wij spelers konden daar geen touw aan vastknopen en dat is wel aangekaart bij Koos. Maar er veranderde niets, het bleef gaan op die manier. Wij wisten nooit waar we aan toe waren. Dan kwamen we op zaterdag op de club en zagen dan op een opgehangen lijstje dat we ineens weer in een andere formatie speelden. In de zesde of zevende wedstrijd zat ik als wissel op de bank. Dat was tegen Lisse en een speler van hen maakte vlak voor onze dug-out een overtreding op een teamgenoot van ons. Alle reservespelers sprongen op, maar Koos beet ons toe dat we moesten blijven zitten en ons stil moesten houden. De maandag daarop, bij de training, moesten Niels Bezemer en ik op gesprek komen bij het bestuur. Kregen we te horen dat we om disciplinaire redenen weggestuurd werden bij de club. Koos had dat tegen hen gezegd en het bestuur steunde hem daarin. Ik werd weggestuurd. Eind november 2007 was dat en vergoedingen kreeg ik vanaf dat moment niet meer. Ik ben Koos later nog wel eens tegen gekomen en hij zal altijd een hand van me krijgen, maar ik snapte er toen niks van. Wat had ik gedaan? Alleen maar opgesprongen vanaf de reservebank! Ook de hele selectie snapte er niets van dat Niels en ik weg moesten.’
En toen?
Ilya: ‘Toen heb ik het verdere seizoen helemaal niks meer gedaan. Ik had het gehad met het voetballen, ik was er helemaal klaar mee. In korte tijd kwam ik acht kilo aan. Later in dat seizoen werd ik benaderd door Jan Nijman, de technische man van Leonidas. Hij wilde met het zondagteam naar de hoofdklasse en hij wilde graag dat ik daar kwam voetballen om daaraan mee te werken. Financieel was er veel mogelijk bij Leonidas, dus ik pakte de draad weer op. Ik ging weer voetballen. Maar als je zo lang niks gedaan hebt en flink bent aangekomen, dan duurt het lang voordat je weer helemaal fit bent. Tot overmaat van ramp scheurde ik in het eerste seizoen mijn kuitspier en daardoor kon ik lang niet spelen. De resultaten in de competitie waren niet waarop gerekend was en trainer Dries Kroos werd weggestuurd. Dick Beek en John Hoeks namen het over, maar het uiteindelijke doel, promoveren naar de hoofdklasse, werd niet gehaald. In de overschrijvingsperiode waren er heel veel wisselingen in de selectie, ik was een van de weinige spelers die bleven. Het tweede seizoen bij Leonidas was ik in het begin nog altijd niet helemaal fit en ik zat toen regelmatig als wissel op de bank. Later speelde ik vaker mee. We haalden de nacompetitie en in de finale tegen Quick kwam het aan op strafschoppen. De winnaar zou naar de hoofdklasse gaan. De allesbeslissende penalty werd gescoord door onze keeper Ben Kinds. Toch naar de hoofdklasse dus. Maar ik wilde weg bij Leonidas. Ik had het niet erg naar mijn zin. Er was altijd veel onrust bij de club, de organisatie liet ook wel te wensen over en de faciliteiten waren niet best.’
Alweer een andere club dus. Wat werd het nu?
Ilya: ‘Zwaluwen uit Vlaardingen. Die wilden me graag hebben en wat Ab en Han Nijgh met de club bereikt hadden, opgeklommen van de derde naar de eerste klasse, daar had ik wel respect voor. Ik gaf de club mijn ja-woord, maar ik wist wel dat ik fitter moest worden. Die zomer is de eerste zomer geweest dat ik doorgetraind heb, want ik wilde absoluut helemaal fit aan de voorbereiding beginnen. Dat viel niet mee, ook de eerste maanden van het seizoen had ik nodig om in het ritme te komen, om lichamelijk top te zijn en de kracht te hebben om alles te kunnen doen. Ron Timmer was trainer en in het eerste seizoen bij Zwaluwen kwalificeerden we ons door de resultaten in de districtsbeker voor de Amstel Cup van het seizoen daarna. Kregen we in de tweede FC Twente thuis in Vlaardingen als tegenstander. Dat tweede seizoen was ik eindelijk helemaal fit en het zou een van de beste jaren van me worden. Ik moest het als voetballer nooit hebben van mijn loopvermogen, maar zelfs dat was prima in orde. ‘Loop die gasten maar helemaal kapot’, werd er vanaf de kant vaak naar me geroepen. Ik had een geweldig tweede seizoen bij Zwaluwen, maar als ik bij de club wilde blijven en dat wilden ze daar heel graag, dan zou ik in het derde seizoen maar liefst 50% van mijn vergoedingen moeten inleveren. De financiële mogelijkheden waren bij de club namelijk minder geworden. Dat ik met minder genoegen moest nemen, dat was zo’n probleem niet. Ik had echt wel ingestemd met 25 tot 30 procent minder, maar de helft inleveren, nee, dat vond ik toch wel te veel, zeker na zo’n goed seizoen. We kwamen er niet uit en ik besloot om principiële redenen bij Zwaluwen weg te gaan.’
Dus toen moest je alweer op zoek naar een andere club.
Ilya: ‘Ik dacht er toen echt aan om te stoppen, ook al omdat er niets aantrekkelijks voorbij kwam. Ik had in mijn hoofd eigenlijk al afscheid genomen van het voetbal toen ik Ampario Gomes Ferreira tegenkwam. Die kende ik nog van vroeger. Hij voetbalde bij CWO in de tweede klasse en zei tegen mij dat ik lekker bij die club moest komen voetballen. Dat heb ik gedaan. Het was een grote omslag hoor en het was moeilijk om daaraan te wennen. Je gaat van drie, vier keer trainen in de week naar twee keer, je speelt een paar klassen lager dan je altijd gewend was, de organisatie op dat niveau is niet zo professioneel als in de top van het amateurvoetbal en de spelers waarmee je samen voetbalt zijn kwalitatief ook minder. Die omslag was moeilijk, heel moeilijk. Hoewel het erg gezellig was bij CWO, verloor ik toch wel mijn motivatie. Ik heb dat ook tegen Henk Salari gezegd, de trainer en omdat ik de knop niet kon omdraaien, heb ik halverwege het seizoen mijn spullen ingeleverd.’
Was het toen over en sluiten? Nee toch, want je voetbalde daarna nog bij een paar clubs.
Ilya: ‘Nadat ik gestopt was bij CWO ben ik wel voor mezelf blijven trainen. Ik zat vaak in de sportschool, lette op mijn eten en werkte flink aan mijn conditie door regelmatig te gaan hardlopen. Want wat me overkomen was bij Leonidas, dat ik niet fit was, dat wilde ik nooit meer meemaken. En toen belde Henk Salari. Die was inmiddels als trainer aan de slag gegaan bij PPSC en wilde mij er als voetballer graag bij hebben Dus ik naar PPSC, waar ik op het middenveld iets meer teruggetrokken ging spelen dan wat ik altijd gedaan had. Iets meer in de buurt van de verdediging dus. Het was derde klasse, maar ik vond mijn plezier weer terug, ook al omdat ik nu wel accepteerde dat het er op dat niveau anders aan toe gaat dan wat ik al die jaren gewend was. Maar aan het einde van het seizoen degradeerden we naar de vierde klasse. En toen hing Toon Wolters aan de telefoon.’
Wat wilde hij?
Ilya: ‘Toon was trainer van SVDPW en met die club wilde hij hogerop. Zijn verhaal klonk aannemelijk en ik ben overgestapt van PPSC naar SVDPW. Dat was voor mij een goede stap, want de klik met Toon was er meteen en bovendien speelde de ploeg eerste klasse. Ze waren in een paar jaar opgestoomd naar dat niveau. Maar halverwege het seizoen werd de club uit de competitie gehaald omdat het intern ontzettend rommelde. Wij spelers waren dat moment vrij en Ben Spork benaderde mij. ik kon per direct bij Brielle komen voetballen. Daar maakte ik het seizoen af.’
Wat is je van Brielle het meest bijgebleven?
Ilya: ‘Dat we promotie naar de hoofdklasse op een haar na misten. Brielle is een hele mooie, nette vereniging, we hadden een prima elftal en Alexander van Dommelen kende ik nog van vroeger. Met hem had ik eerder bij DOTO al samengespeeld. Hij was het die me over de streep trok om naar Brielle te komen. In de nacompetitie moesten we twee wedstrijden voetballen tegen Breukelen. Thuis werd het 1-1, uit 0-0. Door dat ene uitdoelpunt van Breukelen liepen wij dus promotie mis. Heel jammer was dat. In de tweede wedstrijden tegen Breukelen deed ik trouwens niet mee. Bjorn Wagener speelde op mijn positie. In de eerste wedstrijd had ik geel gekregen, waardoor ik voor de tweede wedstrijd geschorst was. Dat was niet zo slim van me. Brielle wilde graag dat ik bleef, maar omdat ze in blokken drie keer in de week wilden gaan trainen, omdat ik niet meer de jongste was en ook omdat ik aan ging hikken tegen de afstand naar Brielle met al dat verkeer op de weg, wilde ik een club dichter in de buurt. Ben Spork vond het jammer dat ik weg ging, maar toonde wel begrip voor mijn beslissing.’
Dat werd SVV.
Ilya: ‘Toon Wolters was daar trainer geworden van de zondagploeg en met hem had ik altijd contact gehouden. Toen hij me vroeg om bij SVV te komen voetballen, hoefde ik niet lang na te denken. SVV was toch en beetje mijn cluppie. We speelden in de vierde klasse, maar Toon wilde met SVV iets neerzetten. We zijn twee keer achter elkaar kampioen geworden en in de tweede klasse draaiden we ook bovenin mee. Maar toen wilde het bestuur de stekker uit het zondagvoetbal trekken. Dat leverde een heleboel trammelant op binnen de club. We hebben het seizoen nog wel afgemaakt, hoewel er veel spelers tussentijds opgestapt waren. Maar toen was het echt over. Toon was naast trainer van SVV-zondag destijds ook trainer bij HBSS dat op zaterdag speelde. Naar die club ben ik toen ook gegaan.’
En dan zijn we aangekomen bij je laatste club.
Ilya: ‘Inderdaad. Ik ging er ook de A1 trainen en heb mijn UEFA-C gehaald. Ik was achter in de dertig, maar speelde mijn wedstrijdjes nog mee in het eerste. Maar de afgelopen twee seizoenen werden stil gelegd vanwege corona. Nog een seizoen hierna kan ik niet meer opbrengen. Het is goed zo, ik ben 38 jaar. Ik wil me nu toe gaan leggen op het trainersvak. Ik heb me ingeschreven voor UEFA-B en hoop dat ik toegelaten word. Ik wil me graag verder gaan ontwikkelen kijken of het trainersvak me ligt, want een goede voetballer maakt nog geen goede trainer. Volgend jaar ben ik bij HBSS assistent van Toon Wolters en dat zie ik al een perfecte opstap.’
Tot slot nog één vraag: je hebt bij heel veel clubs gevoetbald om de centen. Ben jij een broodvoetballer? Of ben je een liefhebber?
Ilya: ‘Haha…Geld is zeker ook een bepalende factor geweest in mijn voetballoopbaan, maar het niveau speelde ook altijd een grote rol. ik heb altijd gekozen voor clubs die om de prijzen wilden voetballen, voor clubs waar iets te winnen was. En prijzen heb ik wel gewonnen, als ik terugdenk aan al die voorbije jaren. Een broodvoetballer ben ik misschien wel geweest, maar ik was vooral liefhebber.’
Mi mi