Twee weken geleden stond er op VoetbalRotterdam in een klein berichtje dat Ilya Tiren, de inmiddels 38-jarige middenvelder van HBSS, na een lange voetballoopbaan die voerde langs talloze clubs afscheid neemt als speler. In datzelfde bericht werd een aantal clubs genoemd waarvoor hij gespeeld had. Toen we Ilya belden met de vraag of hij zijn loopbaan club voor club door wilde nemen, stemde hij daarin graag toe. Maar het bleken nog veel meer clubs te zijn waarvoor hij als voetballer op het veld stond en het gesprek duurde dan ook lang, heel lang. Maar het verveelde geen moment, want Ilya kan niet alleen zijn voeten laten spreken, ook vertellen over wat hij allemaal meegemaakt heeft gaat hem goed af. Het is dus een lang verhaal geworden, dat we uitsmeren over twee dagen. Vandaag het eerste deel, morgen deel 2.
Waar ben je met voetballen begonnen?
Ilya: ‘Ik kom uit een voetbalfamilie. Mijn vader was ooit profvoetballer in Turkije, speelde een paar jaar voor Sariyer in de tweede divisie, mijn neef Sergen Yalcin is een van de beste voetballers van Turkije geweest en is momenteel trainer van Besiktas en veel andere familieleden voetbalden ook op niveau. Het voetbal is me dus met de paplepel ingegoten. Ik ben geboren in Turkije, maar toen ik anderhalf jaar oud was zijn we naar Nederland verhuisd en gingen in Vlaardingen wonen. Toen ik oud genoeg was om te mogen voetballen, ging ik dat doen bij RKWIK op het Hargapark in Schiedam, de club die nu is opgegaan in CWO. Lekker in de buurt dus.’
Heeft dat lang geduurd?
Ilya: ‘Nee, want binnen een jaar meldde Wim Jansen zich bij mijn ouders. Die was toen technisch directeur bij SVV, dat destijds een betaaldvoetbalclub was. Hij had me zien voetballen bij RKWIK en vroeg aan mijn ouders of ik bij SVV wilde komen voetballen. Ze hebben wel vier keer met elkaar gesproken en toen stemden mij ouders toe. Als F-spelertje ging ik van RKWIK naar SVV, want SVV was toen een hele grote club met een prima jeugdopleiding.’
Hoe was dat als klein kind om die overstap te maken?
Ilya: ‘Als je zo jong bent, denk je daar niet over na. Zo’n overstap gaat eigenlijk vanzelf. Ik weet wel dat ik enorm tegen SVV opkeek, want daar speelden Orlando Trustfull, Dean Gorré en Maarten Atmodikoro in het eerste elftal. Als zij in Schiedam moesten voetballen zat ik altijd op de tribune. Zelf kwam ik in een geweldig goed jeugdelftal terecht. Wesley Berkhout, Brian van der Vall, Glenn Loovens, Jason Oost en Roy Spierings waren een paar van mijn ploeggenoten en Ruud Spierings en Jeffrey Oost, de vaders van Roy en Jason, waren onze trainers. Ik heb twee seizoenen bij SVV gevoetbald en daar mooie tijden beleefd. Het kerstfeest op het bedrijf van hoofdsponsor John van Dijk vergeet ik nooit meer. Dat was zo mooi. Ter afsluiting van het tweede seizoen bij SVV haalden we op een jeugdtoernooi ergens in Nederland de finale. PSV was de tegenstander. We wonnen van hen en ontvingen als prijs een beker die groter was dan ik toen was. Ook dat vergeet ik nooit meer. Niet lang na die wedstrijd meldde PSV zich. Ik kon daar komen voetballen en zou dan in Eindhoven in een internaat moeten gaan wonen. Dat vonden mijn ouders niet zo’n goed idee. Ze hebben de interesse van PSV toen stil gehouden voor me, dat PSV mij wilde hebben heb ik later pas van hen vernomen. Ik ben enig kind en om dan op zo’n jonge leeftijd tijdenlang van huis weg te zijn, dat zagen ze niet zo zitten. Dat vonden ze een enge gedachte. In diezelfde periode meldde ook Feyenoord zich voor mij en toen was de keuze voor mijn ouders niet zo moeilijk.’
Het werd dus Feyenoord.
Ilya: ‘Dat kwam vooral door Wim Jansen. Die was van SVV naar Feyenoord overgestapt, werd daar trainer. Samen met onder meer Wesley Berkhout, Jason Oost, Brian van der Vall en Glenn Loovens vertrok ik naar Varkenoord en ook daar was Jeffrey Oost onze trainer. Om bij Feyenoord te mogen voetballen is super mooi. John de Wolf, Mike Obiku en Henrik Larsson speelden er in het eerste elftal en die maken wel indruk op je hoor, als je zo jong bent. Ik speelde voor dezelfde club als die mannen, geweldig vond ik dat. Ik was nog altijd maar een E-spelertje, maar ze zetten me in de D3. Dat ging heel goed, ik speelde alles. Het tweede jaar bij Feyenoord was een stuk minder. Intern rommelde het bij de club en veel ouders van jeugdspelertjes waren niet zo heel erg tevreden hoe het er aan toe ging bij ons elftal. Ook mijn ouders vonden dat. Daarom keken ze uit naar een andere club en die was zo gevonden, want Sparta stond op de stoep.’
Jij naar Sparta. Alweer een overstap naar een andere club.
Ilya: ‘Mij kon dat allemaal niet zo erg verontrusten hoor. Ik wilde voetballen. Mijn ouders hebben me daarin altijd gesteund en hebben altijd naar eer en geweten gekozen wat voor mij het beste was. Van al die overstappen op jonge leeftijd heb ik nooit last gehad en geaccepteerd werd ik als voetballer overal altijd vrij snel. Dat gaat eigenlijk vanzelf. Samen met Wesley Berkhout ben ik na die strubbelingen bij Feyenoord naar Sparta gegaan. Als tweedejaars D’tje kwam ik in de D1 terecht, Luuk Balkestein, die vroeger als betaald voetballer heel veel wedstrijden voor Sparta had gespeeld, werd onze trainer. Ik heb dat seizoen door heel het elftal gezworven, speelde op bijna alle plekken in het elftal en dat is heel goed geweest voor mijn ontwikkeling als voetballer. Want zo kun je natuurlijk wel meemaken wat elke positie op het veld van je eist en kun je je ook beter inleven in de spelers die op die posities staan als jij op een andere positie speelt. Het was een geweldig jaar bij Sparta, met de D1 werden we ongeslagen kampioen. Het jaar daarna kwam ik in de C2 terecht. Sparta had toen een enorm goed aangeschreven jeugdopleiding en de C1 en de C2 kwamen landelijk in dezelfde competitie uit. Ook dat jaar in de C2 was geweldig. Ik speelde alles, zwierf nog altijd door het elftal en heb dat jaar veel geleerd als voetballer. Gerd Snijders was mijn trainer, een hele lieve man. Het derde jaar bij Sparta kwam ik in de C1, samen met onder meer Jason Trommel en David Mendes da Silva. Mike Snoei was onze trainer en nog altijd ging ik als speler door het hele elftal. Links en rechts op middenveld, spits, laatste man en zelfs voorstopper ben ik geweest, allemaal heel goed voor je tactisch denkvermogen, vind ik. We speelden ook internationale toernooien, bij Monza in Italië bijvoorbeeld en een zaalvoetbaltoernooi in Duitsland. Speelden we onder andere tegen Borussia Dortmund. Onvergetelijk allemaal.’
Hoe ging het in die tijd op school met je?
Ilya: ‘’Niet zo best. School hing er voor mij maar een beetje bij. Ik wilde voetballen, maar mijn ouders dachten daar anders over. En bij Sparta ook. Van hen moest ik mijn school niet laten versloffen. In die dagen kreeg ik een uitnodiging voor het Nederlands elftal onder de 13, maar van mijn ouders moest ik dat afzeggen. Eerst moest ik maar eens betere cijfers halen op school. ‘Als je een keer een uitnodiging voor het Nederlands elftal hebt gekregen, komen ze nog wel een keertje bij je terug’, zeiden mijn ouders.’
En zijn ze later terug gekomen?
Ilya: ‘Nee, maar ik heb door die stok achter de deur de MAVO wel afgerond. Ik kijk daar niet met wrok op terug, hoor. Mijn ouders en bij Sparta, ze hadden gelijk. School is ook belangrijk.’
Hoe ging het verder bij Sparta?
Ilya: ‘Ik kwam in de B1, dat was een elftal van de stichting. Ik was een eerstejaars B-speler, maar bijna al mijn ploeggenoten waren tweedejaars B, Ze waren allemaal groter dan ik, steviger gebouwd ook. Fysiek dus een stuk verder ontwikkeld dan ik. Ik speelde weinig, ook al omdat er heel veel goede spelers in dat elftal zaten. Ik twijfelde enorm of ik na dat toch wel teleurstellende jaar bij Sparta moest blijven, maar op de club waren ze tevreden over me en ze wilden graag verder met me gaan. Vijftien jaar was ik toen, de MAVO had ik achter de rug en ik ging op vakantie naar Antalya. Naar Turkije dus. Ik logeerde bij mijn oom en die vroeg of ik geen zin had om bij de plaatselijke club mee te trainen tijdens mijn vakantie. Dat vond ik wel een goed idee, want ik was altijd wel te porren voor voetbal. Na één training vroeg die club of ik daar niet wilde komen voetballen.’
Bij Antalya? Helemaal in het verre Turkije? Heb je dat gedaan?
Ilya: ‘Ik moest er goed over nadenken, want als ik dat zou doen zou ik natuurlijk niet meer thuis bij mijn ouders kunnen wonen. Toch leek het me een aantrekkelijk idee om in het land van mijn vader te gaan voetballen en omdat mijn ouders zeiden dat ik zelf moest beslissen en Sparta gelukkig niet moeilijk deed, besloot ik om het te doen. Zo kwam ik dus terecht in de jeugdopleiding van Antalya. In het zuiden van Turkije.’
Waar woonde je toen? Bij je oom en tante?
Ilya: ‘Nee. Antalya had geregeld dat ik in een hotel kon wonen, dat bij de club hoorde. Voetballend was het wel totaal anders dan wat ik tot dan toe meegemaakt had. Trainen op een gravelveld in een temperatuur van 40 graden Celsius, bijvoorbeeld. Ik ben dat seizoen in de B begonnen en werd na een paar maanden overgeheveld naar de A. Via het LOI deed ik nog de HAVO, maar dat werd geen succes. Daar ben ik maar mee gestopt. Voetballend ging het beter. In de halve finale van de kampioenscompetitie speelden we tegen Galatasaray. We werden uitgeschakeld, maar na die wedstrijd wilde Galatasaray me graag hebben. Het grote Galatasaray! Galatasaray, de club waarvan ik supporter ben en mijn vader ook. De club van mijn dromen. Dan zeg je natuurlijk geen nee als ze vragen om bij hen te komen voetballen.’
Jij dus naar Galatasaray.
Ilya: ‘Natuurlijk! Dat was in de zomer van 1999. Ik was ongelooflijk trots dat ik bij die club mocht gaan voetballen. Dat ze mij gevraagd hadden. Ik kwam er in de A1, maar na drie maanden werd ik doorgeschoven naar het tweede elftal. Net 17 jaar was ik toen. Ik mocht vanaf die tijd regelmatig meetrainen met de selectie, samen met grote jongens als Gheorghe Hagi, Hakan Sükür en Gheorghe Popescu. Af en toe speelde ik zelfs al mee in oefenwedstrijden. Dat seizoen zou Galatasaray de UEFA-Cup winnen en ik zal nooit vergeten hoe er na de gewonnen finale tegen Arsenal rondom het sportcomplex feestgevierd werd door duizenden en duizenden supporters. Ik woonde op dat complex. Met één andere jongen zat ik op een kamer en er werd goed voor ons gezorgd. Alles stond in het teken van voetbal en dat ging goed. Aan het einde van het seizoen gaf de club aan graag met me verder te willen en na de vakantie zouden ze met een contract over de brug komen. Ik dolblij naar Nederland, naar mijn ouders.’
En na de zomervakantie als contractspeler dus aan de slag bij Galatasaray.
Ilya: ‘Toen ik na de zomervakantie bij Galatasaray terugkeerde, zat er een andere trainer. En ook een andere hoofd-opleidingen. Ook het wonen was ineens veranderd. Ik kwam op een zaal terecht waar nog zes andere spelers sliepen en de rest eromheen was ook veel minder goed geregeld dan wat ik het eerste seizoen bij de club gewend was Tot overmaat van ramp wist de club helemaal niet van de beloftes die ze mij gedaan hadden. Een contract? Daar wisten ze ineens niets van. Voetballend was het ook een stuk minder, want ik had net voor de zomervakantie een flinke enkelblessure opgelopen en daar nog behoorlijk last van. Het liep niet lekker, ik speelde amper, het was allemaal totaal anders dan wat ik het eerste jaar meemaakte. Ik kreeg het steeds minder naar mijn zin. In die periode heb ik een paar gesprekken gevoerd met de trainer en met het hoofd-opleidingen, maar we verschilden te veel van visie. En dat de afspraken niet werden nagekomen, dat viel me enorm zwaar. Een afspraak is een afspraak, zo ben ik thuis opgevoed. Na vier maanden besloot ik Galatasaray te verlaten. Ik heb netjes mijn spullen ingeleverd en ben teruggekeerd naar Nederland. Vertrekken bij de club van je dromen, dat is wel een klap hoor, maar het goede gevoel van het eerste jaar had ik totaal niet meer. En hoe moeilijk zo’n besluit dan ook is, je moet doen wat je hart zegt. En dat zei dat ik terug naar Nederland moest. Terug naar mijn ouders en daar een voetbalclub zoeken.’
Hoe het Ilya Turen als voetballer daarna in Nederland verging, dat leest u morgen in deel 2 van dit interview.