Het eerste wat opvalt als je hem ziet is zijn stralende lach. Volgens mij is Aiver Rafael, de 25-jarige linkerverdediger van vierdeklasser TransvaliaZW altijd opgewekt, want naast die brede smile die als het ware gebeiteld is op zijn gezicht, hoor je hem ook lachen. De training is net begonnen of zijn bulderende lach davert al over het veld en hij zal dat vrolijke geluid nog een aantal maal laten horen. Toen bij het gebruikelijke rondospelletje de boomlange Gilmer Liberia zich verslikte in de bal, proestte Aiver het luidkeels uit. Zijn lach werkt aanstekelijk, want meer jongens lachen tijdens de training en mooi om te zien is dat het plezier er afspat bij wat ze aan het doen zijn. Aiver is hierin hoorbaar een van de gangmakers.
Een bikkel is hij ook. Het was guur vorige week donderdagavond. Een onaangenaam koude wind waaide loeihard over het veld en iedereen had zich er op gekleed. Veel spelers hadden een lange trainingsbroek aan, sommige spelers droegen handschoenen en Dio Virgini maakte het helemaal bont. Die had een lange broek onder zijn voetbalbroekje, hij droeg een dik trainingsvest en daaronder wellicht een aantal shirtjes, hij had een sjaal om zijn nek, droeg handschoenen en zijn oren waren goed weggestopt onder een soort muts die vroeger ridders droegen onder hun helm en alsof dat nog niet genoeg was, had hij over die oorwarmers ook nog een echte muts op het hoofd. Alsof hij op de Noordpool aan het trainen was. Al die poespas hoefde Aiver niet. Hij was een van de weinigen die in korte broek rondliep. Handschoenen had hij ook niet aan. Koud had hij het niet, want vanaf het moment dat André Linger de training in gang zette was Aiver constant in beweging.
Het was fascinerend om hem te zien lopen, want Aiver heeft een heel aparte manier van bewegen. Bij hem beweegt namelijk altijd alles. Zijn armen, zijn benen, zijn lijf, zijn nek, zijn hoofd; alles beweegt alle kanten op bij elke stap die hij zet. En hoe harder hij loopt, hoe meer zijn onderbenen omhoog gaan, alsof hij bij elke stap met zijn hiel zijn kont wil aanraken. Zijn armen fladderen alle kanten op en zijn handen wapperen ook in alle richtingen. Ik zeg niet dat Aiver een ADHD’er is, maar stil zitten of stil staan kan hij niet, vermoed ik. Want de weinige keren dat hij niet loopt, staat hij nog te bewegen, alsof hij inwendig een deuntje hoort waarop hij moet dansen. Aiver Rafael is de springveer van TransvaliaZW, dat mag je rustig stellen.
Ik heb hem een avondje bezig gezien op de training en ik kon mijn ogen niet van hem afhouden. Heel mooi is het om Aiver te zien lopen. Als voetballer schijnt hij trouwens van grote waarde te zijn voor de ploeg van André Linger. Die stelt hem altijd op, want Aiver is weliswaar een back, maar wel eentje met veel diepgang. In een wedstrijd heb ik hem nog nooit bezig gezien, maar volgens mij stormt hij bij de minste aanleiding naar voren en kunnen geen drie dikke kabeltouwen hem op zijn verdedigend stekkie houden. Toch zal hij zijn verdedigende taken nooit uit het oog verliezen, want anders zou zijn trainer hem niet altijd als een van de eersten opnemen in zijn basiselftal. ‘Aiver is niet de meest gepolijste voetballer, maar met zijn inzet, zijn werklust en met zijn drang naar voren, is hij ontzettend belangrijk voor de ploeg’, motiveert André zijn keus.
André vergeet er bij te zeggen dat het al mooi genoeg is om Aiver alleen maar te zien rennen op een training. Ik ken geen enkele speler die dat zo beweeglijk doet als hij. Als er straks weer gevoetbald mag worden ga ik zeker eens een keertje kijken hoe hij dat doet in een wedstrijd. Ik denk dat ik na 90 minuten vrolijk naar huis ga.