Op deze plaats hebben we eerder al aandacht besteed aan trainers die de UEFA-A licentie willen halen. We spraken met Rody van Hemert van Rijnmond Hoogvliet Sport en met Raymond Kraaijbeek van TOGB-za over wat zij meegemaakt hebben nadat ze zich voor die cursus hadden aangemeld. Ook met Ben Hoogwerf, trainer van DVO’32, kwam het al dan niet aanmelden voor UEFA-A ter sprake. Ditmaal praten we hierover met Mark van Os, trainer van OHVV, een vierdeklasser. Mark heeft zich nog niet opgegeven.
De licentie wil hij dolgraag halen binnen nu en een paar jaar, maar in de wandelgangen heeft hij vernomen dat een trainer van een vierdeklasser kansloos is om op de cursus toegelaten te worden. Of dat echt zo is, weet hij natuurlijk ook niet, maar het is voor hem een reden om zich bij niet de KNVB aan te melden als kandidaat-cursist. Maar het is niet de enige reden. Hij heeft er meer. Daarover vertelt hij uitgebreid in dit interview.
Laten we beginnen bij het begin. Hoe komt het dat jij trainer bent geworden?
Mark: ‘Als A-speler bij SC Voorne in Brielle mocht ik aansluiten bij de selectie. Marcel Langeveld, tegenwoordig in dienst bij OVV, was toen trainer. Ik speelde wel eens mee in het eerste elftal, maar niet veel later scheurde ik mijn enkelbanden. Dat was al de vierde keer dat ik tegen een zware blessure aanliep. Als ik zou blijven voetballen zou dat nog wel vaker voorkomen, zo vreesde ik. Daarom besloot ik om te stoppen met voetbal en mijn aandacht en energie te verleggen naar het trainersvak. Dat trok me trouwens al voordat ik voor de zoveelste keer geblesseerd raakte. Bij SC Voorne ging ik de D-tjes doen en dat was heel leuk. Ik raakte in een stroomversnelling, ging me er steeds meer in verdiepen. Na de fusie van SC Voorne met WRW ontstond een nieuwe vereniging: Brielle. Ik ging gewoon verder met wat ik al bij SC Voorne deed: het trainen van jeugdelftallen. De B-tjes, later de A1. Ik haalde UEFA-C, omdat ik mijn kennis wilde verbreden. Ik vond trainer zijn heel erg leuk. Twee jaar later haalde ik UEFA-B en werd trainer van het tweede elftal bij Brielle. Dat speelde reserve hoofdklasse tegen tweede elftallen van grote clubs uit het Westland, zoals Quick Boys. Mooi was dat.’
Waarom vond je trainer zijn zo leuk?
Mark: ‘Het omgaan met de spelers, ze proberen beter te maken en van al die mannen proberen één geheel te maken; dat is geweldig om te doen. Het geven van trainingen, een programma opstellen waardoor de spelers beter worden en de groep hechter, het zijn allemaal dingen die ik erg leuk vind. Daar komt nog bij dat je als trainer altijd teamtactisch bezig bent. Wie moet waar staan? Hoe gaan we voetballen en hoe gaan we het doen als het in wedstrijden even tegenzit? Daarover nadenken, daarmee bezig zijn is iets waar ik veel plezier en voldoening uit haal.’
Bij Brielle stond je er goed op, heb ik wel eens vernomen Wat klopt er van het verhaal dat ze tegen je gezegd hebben dat je er ooit hoofdtrainer kan worden als je over de juiste papieren beschikt?
Mark: ‘Harde toezeggingen zijn er nooit gedaan. Maar we hebben het er inderdaad wel eens over gehad. Dingen zoals wat er mooier is om een trainer te hebben die uit de eigen club is voortgekomen? Toen de club dit aangegeven had, werd het behalen van UEFA-A een droom van me. Ik moest en zou binnen afzienbare tijd dat papiertje hebben. Om ervaring op te doen ben ik daarom halverwege het seizoen ingestapt bij Rozenburg, destijds een derdeklasser. Want als ik met die club goed presteer en als we promoveren naar de tweede klasse, dan heb ik iets wat ik kan laten zien als ik me aanmeld voor UEFA-A, zo redeneerde ik. Ik had namelijk gehoord dat een trainer van een derde- of een vierdeklasser weinig kans heeft om toegelaten te worden voor die opleiding. Of dat echt zo is, weet ik niet, want aangemeld heb ik me nog nooit. Maar het behalen van dat papiertje werd min of meer een obsessie voor me. Als ik dat had, kon ik trainer worden bij Brielle, een club waar ik jarenlang in de jeugd had gewerkt en trainer van het tweede elftal was geweest.’
Rozenburg werd geen succes. Na een half jaar was je daar al weer weg.
Mark: ‘Toen ik halverwege het seizoen kwam stonden ze op de twaalfde plaats. We eindigden op de zesde plaats en deden tot het laatst mee om een periodetitel. Wat resultaten betreft ging het zo slecht dus nog niet. Aan de doelstelling dat we derdeklasser bleven en dat er waar mogelijk jonge spelers ingepast zouden worden heb ik voldaan, want jonge spelers als Sander Kraaijeveld en Bethslot Woldeamanuel hebben hun debuut gemaakt toen ik er trainer was. Maar buiten het veld werd het inderdaad geen succes. Met modder gooien wil ik niet en ga ik zeker ook niet doen. Laten we het er maar op houden dat de samenwerking met een klein aantal mensen binnen de club niet optimaal was. Ik heb er trouwens als trainer wel heel veel geleerd. Ik kwam van Brielle waar alles goed geregeld was en er een goede band was met andere mensen bij de club. Wat er allemaal bij komt kijken voor een trainer als je onderaan de ranglijst bungelt en de degradatiekoorts toeslaat, dat heb ik pas ervaren nadat ik bij Rozenburg ingestapt ben. En daar heb ik dus veel van geleerd. Trainer zijn betekent niet alleen dat je trainingen moet verzorgen; je moet ook binnen de organisatie van een club van alle markten thuis zijn. Zover was ik toen nog niet als jong trainertje. Dat halve jaar bij Rozenburg was voor mij in ieder geval heel leerzaam. Ik was naar Rozenburg gegaan met het idee om zo snel mogelijk toegelaten te worden voor de cursus UEFA-A.’
Denk je daar nu anders over?
Mark: ‘Ik had me niet goed verdiept in hoe de club er werkelijk voor stond. En wat er allemaal bij komt kijken als resultaten uitblijven had ik nog nooit meegemaakt. Ervaring daarin had ik dus niet. In die tijd liet ik me leiden door de gedachte dat ik dat papiertje zo snel mogelijk moest halen. Zo denk ik niet meer. Die UEFA-A licentie wil ik echt nog wel gaan halen. Binnen een paar jaar zal ik me daarvoor aanmelden bij de KNVB en dan wel zien wat er van komt. Maar ik ga de cursus niet doen omdat ik dat papiertje perse wil hebben om vervolgens bij Brielle aan de slag te gaan. Die licentie wil ik echt nog wel, maar dan vooral omdat ik op de cursus dingen ga leren, zodat ik me als trainer verder kan ontwikkelen. Want je mag er toch wel vanuit gaan dat je door de cursus een betere trainer wordt?’
Na Rozenbrug werd het de jeugd bij TOGB.
Mark: ‘Ik was eigenlijk van plan een jaartje rust in te bouwen. Dat half jaar bij Rozenburg had er namelijk behoorlijk ingehakt. Op het laatst reed ik met tegenzin naar de club. Dat had ik nog nooit gehad. Net toen ik besloten had een sabbatical in te bouwen werd ik gebeld door Frank Heintjes van TOGB. ‘Kom eens praten’, zei hij. Hij maakte me weer enthousiast en in dat jaartje bij TOGB als trainer van de A1 heb ik het plezier weer teruggevonden. TOGB is een fijne club en het was erg leuk om van dat talentvolle elftal trainer te zijn. En toen belde Leen Keijzerwaard namens OHVV en ben ik daar hoofdtrainer geworden.’
OHVV is een vierdeklasser en de komende twee seizoenen blijf je daar ook trainer. En je zegt dat je gehoord hebt dat je als trainer van een club op dat niveau weinig kans hebt om toegelaten te worden op de cursus voor UEFA-A. Wat ga je daaraan doen?
Mark: ‘Laat ik voorop stellen dat ik het bij OHVV fantastisch naar mijn zin heb. Ik rijd er elke keer met veel plezier naar toe. Het is heel hard werken, maar door de staf, door het bestuur, door iedereen binnen de club word ik ondersteund in de dingen die ik doe. We moeten maar snel promoveren. Als corona er niet tussengekomen was, hadden we nu in de derde klasse gevoetbald, want vorig jaar waren we hard op weg naar het kampioenschap toen corona de competitie stillegde. Daarom baal ik zo enorm van die corona, niet alleen omdat je nu alweer langere tijd niet voetbalt, maar ook omdat we nog steeds in de vierde klasse voetballen. Ik moet er dus maar voor zorgen dat we promoveren. Die cursus komt nog wel. Nog niet zolang geleden ben ik vader geworden en met die kleine thuis, een drukke baan en veel tijd die in OHVV gaat zitten kan ik die cursus voor UEFA-A er momenteel niet bij hebben. Daarvoor ontbreekt me de tijd, ik kan het mijn vriendin thuis en ook OHVV niet aandoen om die cursus nu te gaan doen. Dus me aanmelden ga ik nu nog niet doen, maar over een paar zal het er echt wel van komen. En als ik dat het papiertje uiteindelijk heb, dan zullen we eens kijken bij welke clubs ik aan het werk zou kunnen als trainer. Dat kan Brielle zijn, maar dat kan net zo goed ergens anders zijn. Ik zie wel welke mogelijkheden er dan zijn. Wat ik wel weet is dat ik me er heel goed in ga verdiepen.’
logge lichaam knvb denk aan geld.niet of je goede trainer zou kun zijn. Dus kwaliteit..jammer zie trainer… https://t.co/OK5FzN9zIJ