Het is inmiddels alweer zowat anderhalf jaar geleden. Dankzij CEO Egbert Hadders van Scheidsrechters op Maat maakte ik deel uit van een groepje scheidsrechters dat – zo zou op het moment suprême blijken – gedurende een zwaar regenachtige dag in het stadion van Sparta Rotterdam schoolvoetbalwedstrijdjes moest leiden.
Een geweldige belevenis. Leerlingen van het middelbare onderwijs mochten binnen de muren van het Kasteel partijtjes spelen tegen elkaar. Het zorgde voor een grote saamhorigheid, veel lol en soms ook onverwachte voetbaltechnische hoogstandjes en verrassingen.
Ik ben er ook met mijn 1 meter 75 een groot voorstander van dat het organiseren van sportactiviteiten in het onderwijs ervoor zorgt, dat zodra jeugdigen de stap in de voor hen onbekende maatschappij zetten zij in elk geval de kennis bezitten, dat je te maken krijgt met een grote diversiteit aan mensen. En dat er onderlinge verschillen zijn qua capaciteiten. De één pakt de dingen wat gemakkelijker op dan de ander. Wat voor de één een uitdaging is daar draait een ander z’n vingers niet voor om. Wellicht heeft de één een soort van beperking en lijkt de ander wel voorbestemd talent- en succesvol te zijn. Ofschoon het ook zomaar andersom kan uitpakken. De factor Geluk kan namelijk ook een rol spelen. Maar daar kun je niet vanuit gaan.
Ik ontmoette die dag onder andere Bouchra. Een toen een-op-één-dag na zestienjarig meisje woonachtig in (zoals ze het zelf omschreef) een ‘typische Turken- en Marokkanen-flat’ op Spangen. Het ging ‘zo zo’ op school, maar ze was wel gemotiveerd. Zei ze.
,,Mijn ouders zijn best wel modern, hoor. Zij vinden dat ik net als mijn drie oudere broers zolang mogelijk moet doorleren om een vak te leren. Maar ik weet het zo net nog niet, hoor. Ik denk dat ik niet dezelfde kansen heb.” Toen ik vroeg waarom zij dat mij zo vertelde ontstond een best wel intrigerend gesprek. Ze wijdde uit over haar familie, over de problemen die haar ouders hebben gehad toen zij uit een voorstadje van Casablanca naar Rotterdam verhuisden. Vader werkte in de fabriek van Van Nelle, haar twintig jaar jongere moeder was huisvrouw en zorgde voor de kinderen, alle vier geboren Rotterdammers.
Maar zij vond dat zij niet werden aangezien voor Rotterdammer. ,,Mensen zien ons als buitenlanders, dus ook als buitenstaanders. En dat terwijl mijn broers en ik zo plat kunnen praten als je dat van een inwoner van Rotjeknor kan verwachten. Mijn broers hebben allemaal een baan. Maar als ze op straat lopen of in hun auto door de stad rijden dan ziet men hen niet als ‘drie van hen’. Maar als potentiële criminelen. Dat vind ik jammer. Dat zou ik graag anders willen zien.”
,,Als ik klaar ben met mijn opleiding, dan wil ik graag verder gaan in de zorg. Daar is het verschil van mensen niet meer aan de orde. Wie zorg nodig heeft, daar moet voor worden gezorgd. Het maakt dan op zich ook niet hoe je heet of hoe je eruit ziet. Of waar je geboren bent. Je werkt met mensen die jouw hulp nodig hebben. Waar je vandaan komt maakt niet uit. Wel dat je daar bent waar je nodig bent.”
Bouchra speelde met haar schoolteam verdienstelijk, maar sportief gezien waren het geen kampioenen. Wel waren het allemaal winnaars, want waar zij hoog in scoorden was de mate van plezier. Daar ging het ook vooral bij dit toernooi om.
Afgelopen week stuurde Bouchra mij een Messenger-berichtje. Had eigenlijk niet meer verwacht ooit wat van haar te horen. Het gebeurt vaker dat ik als scheidsrechter ergens ben, vervolgens met mensen ter plaatse spreek, beloof contact te houden en daarna taal noch teken van hen verneem. Het ging goed met haar. Ze moet nog één jaar en drie maanden naar school en hoopt dan haar niveau 4-diploma te halen. ,,Ik loop nu derdejaars stage in een zorgcentrum in Schiedam. Een leuke plek, met veel lieve ouderen en prettige, gezellige collega’s. Men heeft al gezegd dat ik er mag blijven, als ik mijn school heb afgerond. Ze noemen me Goudkipje. Mooi, hè?”
Van dit soort verhalen word ik blij van binnen. Ik ben trouwens ook benieuwd hoe het met Eloy, Govert, Munda en ‘Mr. XXL’ gaat. Wie weet lezen zij deze column wel.
Jullie mogen uiteraard reageren via het onderstaande e-mailadres hoe het met jullie gaat, toppers… Ik ben benieuwd.
Egbert Egberts fluit ruim 41 jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.