Hij was 10 jaar lang hoofdtrainer bij Rhoon, bij Hellevoetsluis bekleedde hij die functie ook 10 jaar en alsof er een patroon in zit, is Edwin de Koning sinds juli 2020 bij Smitshoek aan een net zo lange periode begonnen. Gekheid natuurlijk om nu al te spreken van 10 jaar bij de hoofdklasser, maar wat wel vaststaat is dat Edwin niet voor een blauwe maandag is aangesteld. Zowel de club als de trainer hebben bij het ondertekenen van het contract de intentie uitgesproken een samenwerking voor geruime tijd aan te gaan. We zijn nu een half seizoen verder, wat er in de tussentijd gebeurd is, waar de club en Edwin naar toe willen en vooral op welke manier hij dat denkt te verwezenlijken, daarover hebben we uitgebreid met Edwin gesproken. In dit gesprek is ook uitgebreid aan bod gekomen hoe Edwin als trainer en als mens in elkaar zit. Want zoals hij zelf zegt, een trainer voor alleen de selectie is hij niet.
Bij Rhoon en bij Hellevoetsluis deed je naast het trainen van de selectie van alles en nog wat en ook nu, bij Smitshoek, horen we dat je de jeugd traint en spelers van lagere elftallen. Waarom doe je dat?
Edwin: ‘Omdat ik heel de club wil leren kennen, alles wil weten, omdat ik bij de club wil horen. Allemaal met slechts één doel: de club vooruit helpen. Bij Rhoon was ik naast keeper van het eerste elftal ook de man die de PR van de club verzorgde, ik bemoeide me met het technische beleid van de club, sprak daarover met de trainers die er toen waren, ik was als jeugdcoördinator verantwoordelijk voor de jeugdafdeling en trainde alle keepertjes en zat op een gegeven moment zelfs in het bestuur. Daar moeten ze soms gek van me zijn geworden, want tijdens de rondvraag in bestuursvergaderingen, toen het vaak al half 12 ’s avonds was en iedereen eigenlijk wel naar huis wilde, had ik nog zes vragen waar ik antwoord op wilde hebben. Toen ik trainer was geworden bij Rhoon, deed ik er nog veel andere dingen bij en bij Hellevoetsluis was dat niet anders. Ik trainde er jeugdelftallen, regelde de sinterklaasavond, organiseerde FIFA-toernooien en voetbalkampen voor de jeugd, deed voor elk trainingskamp van de selectie drie dagen lang boodschappen, ik pompte de ballen op en deed nog talloze andere dingen. En nu bij Smitshoek geef ik ook trainingen aan jeugdelftallen en aan spelers van lagere elftallen, die ik sinds kort de ongeselecteerden noem. Ik doe dit soort dingen omdat ik man van de club wil zijn. Ik wil de cultuur van een vereniging niet veranderen, maar wil wel structuur aanbrengen op plekken waar ik denk dat het nodig is. Om dat te kunnen doen, moet je eerst weten hoe de vereniging in elkaar steekt. Je moet dan ook de mensen leren kennen. Eerst zaaien, dan oogsten, noemen ze dat toch? Ik wil geen veranderingen aanbrengen, maar ik wil wel dat er zo effectief mogelijk gewerkt kan worden, op elk terrein. En daar wil ik een onderdeel in zijn. Ik ben niet alleen de trainer van het eerste, maar een trainer voor heel de club. En ja, dan zijn er dus veel dingen die je kunt doen.’
Je bent dus een heel actief baasje. Ben je altijd zo geweest?
Edwin: ’Toen ik 12 jaar oud was, assisteerde ik bij WCR al bij judotrainingen aan kinderen die jonger waren dan ik. Toen ik 14 was, trainde ik een pupillenelftal bij Rhoon. Dus ja, je kunt wel zeggen dat ik altijd zo ben geweest. Vanaf toen ik jong was wilde ik mensen helpen, mensen beter maken. Ik haalde daarom het diploma jeugdvoetbaltrainer en ook UEFA-C en daarna ben ik naar het CIOS gegaan om een opleiding in de sport te volgen. In Overveen, nabij Haarlem was dat. Ik zat ik een voetbalklas, maar mijn specialisatie was niet voetbal, maar het organiseren van sportontmoetingen, van evenementen. Daar heb ik later ook mijn werk van gemaakt, maar de voetballerij heeft me ook nooit meer losgelaten.’
Je hebt zelf vroeger ook gevoetbald. Keeper was je. En keepers die later trainer worden, daar is niet veel van te verwachten, zegt Johan Derksen altijd.
Edwin: ‘Keepers zijn een beetje gek. Dat zeggen ze ook altijd, haha. Het klopt dat ik vroeger keeper ben geweest. Dat was ik onder meer bij Excelsior, waar ik 3 wedstrijden in het eerste elftal onder de lat gestaan heb. Niet omdat ik nou zo erg goed was, maar vooral omdat er toen anderen geblesseerd waren. Rob Jacobs, mijn trainer, vond me een leuk keepertje. ‘Maar je wordt nooit een hele goede keeper omdat je daarvoor de lengte mist’, zei hij erbij. Na Excelsior ben ik nog doelman geweest bij Unicum, nu Neptunus-Schiebroek en toen ik klaar was op het CIOS ook nog twee jaar bij Abbenbroek. Dat was omdat die club toen nog op zondag voetbalde en ik op zaterdag bij Rhoon als jeugdcoördinator in de weer was’.
Je bent trainer van Smitshoek geworden. Wat is er in de gesprekken die je met de club gevoerd hebt voordat je aangesteld werd, besproken? Wat wil de club van jou?
Edwin: ‘Ze willen dat Smitshoek op termijn een stabiele hoofdklasser is, liefst eentje die in het linker rijtje staat en ze willen dat gaan doen met zoveel mogelijk zelf opgeleide spelers, maar niet ten koste van het resultaat. En liefst ook met attractief voetbal. Ook werd gezegd dat het eerste elftal met veel spelers die van elders kwamen, altijd een beetje op een eiland heeft gestaan. Ze zouden graag zien dat de selectie meer onderdeel van de vereniging wordt, dat er een binding met de rest van de vereniging komt. En het is ook de opdracht om het eerste en het tweede elftal dichter bij elkaar te brengen door het tweede als opleidingsteam te gaan gebruiken.’
Ze weten dat als ze Edwin de Koning als trainer binnen halen, ze ook iemand krijgen die op andere vlakken actief wil zijn. Die zich werkelijk overal mee wil bemoeien.
Edwin: ‘Natuurlijk hebben we daar ook over gesproken. Ik hoef niet alles te doen en ik ben er in de maanden dat ik nu bij Smitshoek bezig ben, ook achtergekomen dat ik sommige dingen los kan laten. Er zijn genoeg capabele mensen actief. Daar moet ik soms wel eens aan herinnerd worden, want ik zou in staat zijn om de shirtjes in de tassen te stoppen als we uit spelen. Maar daar hebben we Ap Bol voor, de materiaalman. Mijn assistenten Marco Snel en Johan Wouters doen bij wedstrijden de warming up en zo worden er wel meer dingen door anderen gedaan. Ik hoef niet meer alles te doen en kan me nu volledig op het voetbal focussen.’
Het eerste elftal van het eiland halen, hoe ga je daar vorm aan geven?
Edwin: ‘Natuurlijk vergroten meer eigen jongens in het eerste elftal de herkenbaarheid en zorgt alleen dat al voor meer binding met de rest van de club. Maar ik wil me niet alleen op het eerste elftal focussen. Ik ben er voor veel meer dingen. Nu wij in de coronaperiode zelf niet spelen, heb ik tijd en ruimte genoeg om met de jeugd bezig te zijn. Dat zou anders ook wel gebeurd zijn, door de week ‘s avonds, maar nu is er op zaterdagen ook ruimte voor. Met spelers van Onder 17 en Onder 19 die geselecteerd zijn door Jack van den Berg en door Hans Weggeman, die samen verantwoordelijk zijn voor de jeugd, doen we onderlinge wedstrijden. Door de week train ik ze soms, maar dat doe ik niet alleen. Dat doe ik samen met mijn assistent-trainers en met John de Ronde en Erwin Bravenboer, de trainers van het tweede. Zo leren wij de talenten van de club beter kennen, krijgen inzicht in wat ze kunnen. Ook wat betreft de toevoer naar het eerste is het belangrijk dat wij de jeugd trainen. Jongens die goed genoeg zijn of die heel veel potentie hebben, kunnen dan bij de selectie mee komen trainen, want later moeten dat soort jongens natuurlijk bij Smitshoek in het eerste gaan voetballen. Zo haal je de anonimiteit er uit, van hen, maar ook van ons. En dat is dan weer van invloed op heel de club. Als ik de ongeselecteerden train, doe ik dat niet alleen. Wekelijks zijn er twee spelers van het eerste die meehelpen. Bij mijn kennismaking met de spelersgroep heb ik hen verteld dat ik van hen verwacht dat ze minstens twee keer per seizoen actief zijn voor de vereniging. Dat kan zijn door een bardienst te draaien, een jeugdtraining te geven of dus meehelpen bij het trainen van de jongens van de lagere elftalen. Want ook zij zijn onderdeel van de club. Zo sta je als eerste niet meer op een eiland, maar kweek je een onderlinge band. De ongeselecteerden hebben al beloofd dat ze iets terug gaan doen voor de selectie. Als de kantine weer open mag, gaan ze een keer voor ons koken. Overigens wil ik wel opmerken dat er al dingen gedaan werden door selectiespelers, meer misschien wel dan de club op dat moment wist. Maar niet iedereen deed daaraan mee. Wat dat betreft is er nu meer duidelijkheid en zichtbaarheid.’
Allemaal goed en wel en heel leuk dat dit zo gaat. Prijzenswaardig ook. Maar jij wordt als trainer van het eerste toch eerst en vooral afgerekend op resultaten?
Edwin: ‘Dat is ook zo. Terecht ook, want daarvoor ben ik aangesteld. En wat dat betreft is het niet zo heel goed gegaan voordat de competitie vanwege corona stilgelegd is. Zes gespeeld en vier punten, dat is niet goed. Vrijdag 18 december is dat met de TC geëvalueerd. Ik heb een tweejarig contract bij de club, ik teken altijd voor twee jaar, maar we hebben wel met elkaar afgesproken dat er in de winter bekeken wordt of we met elkaar verder gaan. Die evaluatie heeft vorige week plaatsgevonden. De club was en is tevreden.’
Je hebt als trainer in ieder geval de kerst gehaald. Ga je ook verder bij Smitshoek?
Edwin: ‘Ja, maar dat waren we al met elkaar overeengekomen voordat die evaluatie plaatsvond. We praten namelijk zeer regelmatig met elkaar. Twee weken voordat de evaluatie plaatsvond las ik al in de krant dat de club tevreden was. In deze gekke tijd ben ik blij dat we in ieder geval nog iets hebben kunnen doen.’
Hoe komt het trouwens dat jullie zo weinig punten hebben gehaald?
Edwin: ‘Dat ligt niet alleen aan de jongens op het veld, maar ook aan mij als trainer. Ik wil namelijk dat er anders gevoetbald wordt dan er onder Richard Middelkoop gebeurde. Aanvallender, meer naar voren gericht, meer op de helft van de tegenstander en dus met meer risico. Daar moeten de spelers in groeien, want die waren er aan gewend om massaal terug te zakken, de linies klein te houden en op de counter toe te slaan. Dat beheersten ze goed, want vorig seizoen stonden ze op de zesde plaats toen corona de competitie stillegde. Omdat ik wil dat er meer vooruit gevoetbald wordt, zijn er nu nog te grote ruimtes tussen de linies. Bovendien wordt elk klein foutje op dit niveau meteen afgestraft. We hebben in 6 wedstrijden 18 doelpunten tegen gekregen en dat is gewoon te veel. We moeten nog leren de ruimtes op het veld klein te houden, maar als je door corona niet tactisch en positioneel kan trainen, heb ik dat nu nog niet kunnen verbeteren. Straks als er weer getraind mag worden, gaan we dat verder aanslijpen. De laatste wedstrijd voor de onderbreking hebben we tegen Spijkenisse al iets compacter gespeeld, toen hebben we het ook iets anders neergezet in het veld. En dat ging toen goed. Hopelijk kunnen we daar een vervolg aan geven als er weer gevoetbald mag worden. Ik wil de groep meenemen in dit proces en realiseer me heel goed dat dit een weg is van vallen en opstaan. ‘Durf fouten te maken’, zeg ik dan ook tegen mijn spelers.’
Zoveel wisselingen zijn er niet geweest in de selectie ten opzichte van vorig seizoen. Waarom blijf je als nieuwe trainer dan niet voetballen op de manier waarop de spelers dat gewend waren?
Edwin: ’Omdat dat niet mijn voetbal is. Ik wil voetballen op mijn manier en dan moet ik de spelers zover brengen dat ze dat goed gaan uitvoeren. Dat is niet zo heel goed gegaan, die eerste zes wedstrijden, dat weet ik zelf maar al te goed. Maar daar gaan we samen wel keihard aan werken zodat we dat beter kunnen gaan doen. Zodat er minder fouten gemaakt worden.’
Volgend seizoen voetbalt Daniël Esajas bij Smitshoek
Was de selectie jouw groep of stond die er al toen jij trainer werd van Smitshoek?
Edwin: ‘Die selectie stond er al grotendeels toen ik hier als trainer aantrad. Daar heb ik nagenoeg geen stem in gehad en dat was ook prima. Ik had Smitshoek van te voren ook niet vaak zien voetballen, want ik was op wedstrijddagen bij Hellevoetsluis bezig. Ik heb bij Smitshoek 17 selectiespelers tot mijn beschikking en we moeten dit seizoen kijken met wie we doorgaan, welke spelers er mee kunnen groeien en wie we af gaan vallen. Van enkele spelers gaan we na dit seizoen afscheid nemen als we denken dat zij niet me kunnen groeien in het plan voor de komende jaren. Daar wil ik trouwens wel een stem in hebben en dat gaat ook gebeuren. Ik wil me niet achter de TC verschuilen als er straks tegen jongens gezegd wordt dat ze af gaan vallen. Ik wil ze zelf vertellen waarom dat gaat gebeuren. Afgesproken met de TC is dat we dit samen gaan doen. Volgend seizoen zal er dan een groep staan waarvan wij denken dat we daar vooruit mee kunnen, een groep die bestaat uit oudere, ervaren spelers en uit heel jonge jongens, die net komen kijken. Jammer genoeg heb ik geen spelers die daar tussenin zitten, jongens van half in de twintig. Wat dat betreft is het heel mooi dat komend seizoen Daniël Esajas aan gaat sluiten. Sinds oktober, toen hij bij Barendrecht weg ging, traint hij bij ons mee. Volgend seizoen mag hij ook wedstrijden voetballen. Zo’n speler kunnen we er goed bij hebben, ook al omdat hij de jonge jongens veel kan bijbrengen. En zo is er altijd wel iets te doen, iets te verbeteren. Om daar samen met mijn volledige staf een steentje aan bij te dragen, niet alleen bij het eerste elftal, maar in heel de vereniging, dat is heel erg leuk om te doen. Daar haal ik mijn plezier, mijn energie en mijn voldoening uit.’
Gefeliciteerd met je verjaardag Edwin!
Jan ik denk dat dit je nog wel 3 interview delen kan maken van Edwin
Mooi stukje en een mooi mens!
Veel succes Edwin en fijne dagen!